Op de brandstofvoorraadmeter letten. Zodra de balk tot bij E daalt, moet de graafmachine worden
afgetankt, zie paragraaf 6.17. Hetzelfde geldt, als de centrale waarschuwingslamp (resterende brand-
stofvoorraad 5,1 l) geel knippert en in het display de waarschuwingsmelding voor brandstofvoorraad
wordt weergegeven.
Motor onmiddellijk uitschakelen, indien bovendien:
•
het motortoerental plotseling sterk stijgt of daalt,
•
abnormale motorgeluiden worden waargenomen,
•
de graaftechnische voorzieningen niet zoals verwacht op de bedieningshendels reageren of
•
de uitlaatgassen zwart of wit zijn. In de koude toestand van de motor is voor korte tijd witte rook
normaal.
6.3.5 Rijden met de graafmachine
Veiligheidsbepalingen volgens paragraaf 2 en 6.1 opvolgen.
•
•
Werkzaamheden vóór het dagelijks in bedrijf stellen uitvoeren, zie paragraaf 6.3.1.
•
Motor starten, zie paragraaf 6.3.3.
•
Meters en controlelampen controleren, zie paragraaf 6.3.4.
6 - 16
Gebruik