Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Rijden In Winterweer; Accu; Motorkoelvloeistof; Banden - Renault ALASKAN 2020 Instructieboekje

Inhoudsopgave

Advertenties

RIJDEN IN WINTERWEER

WAARSCHUWING
Rijd onder alle omstandigheden altijd voor-
zichtig. Wees voorzichtig bij het optrekken en
gas minderen. Als u te snel gas geeft of gas
mindert, gaan de aandrijfwielen slippen,
waardoor de auto nog minder grip op de weg
heeft.
Vergeet niet dat uw remweg bij lage tempera-
turen langer is. U zult eerder moeten remmen
dan op een droog wegdek.
Bewaar op gladde wegen dus meer afstand
tot uw voorligger.
Nat ijs (0°C, 32°F en ijzel), sneeuw en hard ijs
zijn meestal erg glad en moeilijk berijdbaar.
Uw auto heeft dan veel minder grip. Rijden op
ijzel is niet aan te bevelen; wacht liever tot er
zand of pekel is gestrooid.
Pas op voor gladde plekken (ijslaag op de
weg). Door schaduwwerking kunnen op goed
berijdbare wegen soms onverwacht derge-
lijke plekken voorkomen. Merkt u een derge-
lijke ijslaag in de verte op, rem dan af voordat
u eroverheen rijdt. Ga niet remmen als u een-
maal op ijs rijdt en vermijd op dat moment ook
plotselinge stuurmanoeuvres.
Gebruik de cruise control niet op gladde we-
gen.
Door sneeuw kunnen gevaarlijke uitlaatgas-
sen onder de auto blijven hangen. Houd de uit-
laatpijp en de omgeving rond de auto vrij van
sneeuw.

ACCU

Als de accu onder zeer koude weersomstandighe-
den niet volledig is opgeladen, bestaat het risico dat
de accuvloeistof bevriest en de accu beschadigd
raakt. Houd de accu in optimale staat door hem re-
gelmatig te controleren. Zie voor meer informatie
"Accu" in hoofdstuk "8. Onderhoud en doe-het-zelf"
in dit boekje.

MOTORKOELVLOEISTOF

Tap het koelsysteem af als de auto bij koud weer
buiten moet worden geparkeerd terwijl het koelsys-
teem geen antivries bevat. Vul het koelsysteem
weer bij voordat u gaat rijden. Zie voor meer infor-
matie "Motorkoelsysteem" in hoofdstuk "8. Onder-
houd en doe-het-zelf" in dit boekje.

BANDEN

1. Als u sneeuwbanden hebt geïnstalleerd op de
voor-/achterwielen van uw auto, dan moeten zij
dezelfde maat en beladingsgraad hebben en van
dezelfde constructie en soort (diagonaal, diago-
naalgordel en radiaal) zijn als de achter-/voor-
banden.
2. Als de auto regelmatig onder strenge winterse
omstandigheden
wordt
gebruikt,
sneeuwbanden op alle vier de wielen gemon-
teerd worden.
3. Voor extra grip op gladde wegen is het raadzaam
spijkerbanden te gebruiken. In sommige landen
mag u dit soort banden echter niet gebruiken.
Informeer daarom eerst of u dergelijke banden
wel mag monteren.
Sneeuwbanden met spikes hebben op natte of
droge wegen mogelijk minder grip dan
sneeuwbanden zonder spikes.
4. Indien gewenst kunnen sneeuwkettingen wor-
den gebruikt. Controleer eerst wel of de sneeuw-
kettingen de bij de band passende maat hebben
en houd u bij het aanbrengen aan de aanwijzin-
gen van de fabrikant. Gebruik kettingspanners
als dit door de fabrikant wordt aanbevolen. Losse
kettingeinden moeten worden vastgemaakt of
verwijderd, om schade aan de zijkant of carros-
serie te voorkomen. Rijd niet te hard met sneeuw-
kettingen. Dit kan de auto beschadigen en/of de
rijeigenschappen en prestaties van de auto na-
delig beïnvloeden.

SPECIALE WINTERUITRUSTING

Aanbevolen wordt om 's winters de volgende voor-
zieningen in de auto te hebben:
Een ijskrabber en een harde borstel om sneeuw
en ijs van de ruiten te verwijderen.
Een stevige, harde grondplaat om eventueel on-
der de krik te leggen.
Een sneeuwschop om de auto sneeuwvrij te ma-
ken.
moeten
245
Starten en rijden

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave