Het is ook mogelijk de werking van de snelheidsbe-
grenzer te annuleren door het gaspedaal verder
dan het weerstandspunt in te drukken.
WAARSCHUWING
•
Het kan zijn dat de auto accelereert wanneer
de snelheidsbegrenzer wordt geannuleerd.
•
Als er extra vloermatten worden gebruikt, zorg
er dan voor dat ze goed bevestigd zijn en dat
ze de bediening van het gaspedaal niet kun-
nen belemmeren. Matten die niet geschikt zijn
voor de auto kunnen een juiste werking van
de snelheidsbegrenzer verhinderen.
Trap het gaspedaal verder in dan het weerstands-
punt. De snelheidsbegrenzer wordt opgeheven zo-
dat u harder kunt rijden dan de ingestelde snel-
heidslimiet. De ingestelde snelheid
ren en een waarschuwingssignaal klinkt. De
snelheidsbegrenzer hervat automatisch zijn wer-
king wanneer de snelheid onder de ingestelde snel-
heidslimiet daalt.
Terugkeren naar een vorige ingestelde
snelheid
Als een ingestelde snelheidslimiet is geannuleerd,
wordt deze opgeslagen in het geheugen van de
snelheidsbegrenzer.
De snelheidslimiet kan opnieuw worden geacti-
veerd door de <RES/+>-schakelaar (Resume)
hoog te drukken.
Als de huidige rijsnelheid hoger is dan de eerder in-
gestelde snelheid, zal het gaspedaal niet werken en
gaat de weergegeven ingestelde snelheid
peren totdat de snelheid onder de ingestelde snel-
heid daalt.
Wanneer de werkelijke rijsnelheid de ingestelde
snelheid overschrijdt zonder dat de bestuurder in-
grijpt, klinkt er een waarschuwingssignaal kort na
het overschrijden van de ingestelde snelheid.
De snelheidsbegrenzer uitschakelen
De snelheidsbegrenzer wordt uitgeschakeld door
het uitvoeren van één van de volgende handelin-
gen:
•
Druk op de "AAN/UIT"-hoofdschakelaar van de
snelheidsbegrenzer
➃
symbool
voertuiginformatiedisplay gaan uit.
•
Druk op de cruise control "AAN/UIT"-hoofdscha-
➁
kelaar
. De informatie van de snelheidsbegren-
zer op het voertuiginformatiedisplay wordt ver-
vangen door informatie over de cruise control.
➄
gaat knippe-
Zie voor meer informatie "Cruise control (indien
aanwezig)" eerder in dit hoofdstuk.
•
Wanneer de auto stopt en de contactschakelaar
in de OFF-stand wordt gezet.
Door de snelheidsbegrenzer uit te zetten, wordt
het geheugen van de snelheidsbegrenzer met de
ingestelde snelheidslimieten gewist.
Storing in de snelheidsbegrenzer
In geval van een storing in de snelheidsbegrenzer,
gaat het snelheidsbegrenzersymbool
voertuiginformatiedisplay knipperen.
A om-
j
Zet de snelheidsbegrenzer uit door de "AAN/UIT"-
hoofdschakelaar
te drukken en laat het systeem nakijken door een
➄
knip-
erkende dealer of gekwalificeerd garagebedrijf.
➂
. Het snelheidsbegrenzer-
➄
en de ingestelde snelheid
op het
➃
op het
➂
van de snelheidsbegrenzer in
ECO-RAPPORT
Wanneer de contactschakelaar in de OFF-stand
staat, verschijnt het ECO-beheerdisplay.
➀
Vorige 5 ritten (historie)
➁
Huidige brandstofbesparing
➂
Beste brandstofbesparing
Het resultaat van de ECO-evaluatie wordt getoond
30 seconden nadat de contactschakelaar in de ON-
stand is gezet en de auto tenminste 500 meter
(1/3 mijl) heeft gereden.
➀
: Het gemiddelde brandstofverbruik over de vo-
rige 5 ritten wordt weergegeven.
➁
: Het gemiddelde brandstofverbruik sinds de laat-
ste reset wordt weergegeven.
➂
: Het beste brandstofverbruik over de afgelopen
historie wordt weergegeven.
Het ECO-rapport kan op AAN of UIT gezet worden.
Zie "[ECO rapport] (indien aanwezig)" in hoofdstuk
"2. Instrumenten en bedieningen".
Starten en rijden
JVS0451XZ
237