Achteruitrijden achter een uitstekend
object
Punt
C wordt verder weg getoond dan punt
j
het beeldscherm. Echter, punt
C ligt in werkelijk-
j
heid even ver als punt
A . Als het voertuig achteruit-
j
rijdt richting punt
A kan het met het voorwerp in
j
aanraking komen, als het voorwerp over de werke-
lijke rijkoers uitsteekt.
130
Display, verwarming en airconditioning, en audiosysteem
INSTELLING
ACHTERUITRIJMONITOR
Zie voor informatie het apart meegeleverde Instruc-
tieboekje van het Navigatiesysteem met touchscr-
een.
BEDIENINGSWENKEN
•
Wanneer de schakelhendel in de R-stand (ach-
teruit) wordt gezet, schakelt het monitorscherm
automatisch over op de achteruitrijmodus. U
kunt wel naar de radio blijven luisteren.
•
Het kan even duren voordat het normale scherm
of beelden van de achteruitrijcamera worden
weergegeven nadat de schakelhendel vanuit
een willekeurige stand in de R-stand (achteruit)
is gezet, of vanuit de R-stand (achteruit) in een
willekeurige stand is gezet. Objecten op het
scherm worden mogelijk tijdelijk vervormd, tot-
dat het scherm van de achteruitrijcamera volle-
dig wordt getoond.
•
Bij zeer hoge of lage temperaturen komen de
beelden op het scherm mogelijk niet duidelijk
over. Dit is geen storing.
•
Wanneer een sterke lichtbron rechtstreeks in de
camera schijnt, kunnen beelden mogelijk niet
duidelijk worden weergegeven. Dit is geen sto-
JVH0895XZ
ring.
•
U kunt soms verticale lijnen waarnemen in de
B op
j
beelden op het scherm. Deze worden veroor-
zaakt door een sterke weerkaatsing van licht op
de bumper. Dit is geen storing.
•
Het scherm kan in de nabijheid van neonverlich-
ting soms flikkeren. Dit is geen storing.
•
De kleuren van objecten weergegeven door de
achteruitrijcamera kunnen mogelijk iets afwij-
ken van de werkelijke kleuren.
•
Beelden op de monitor kunnen op een donkere
plek of 's nachts mogelijk niet duidelijk overko-
men. Dit is geen storing.
•
Als er vuil, regen of sneeuw op de camera zit, zal
de achteruitrijcamera objecten mogelijk niet
duidelijk weergeven. Reinig de camera.
•
Gebruik geen alcohol, benzine of verdunner om
de camera te reinigen. Dit veroorzaakt verkleu-
ring. Veeg de camera om te reinigen af met een
doek die is bevochtigd met een mild reinigings-
middel opgelost in water en veeg daarna af met
een droge doek.
•
Beschadig de camera niet, want dit kan het mo-
nitorscherm nadelig beïnvloeden.
•
Gebruik geen was op het cameravenster. Veeg
eventuele wasresten af met een schone doek
die is bevochtigd met een mild reinigingsmiddel
opgelost in water.