BEDIENING VAN BLUETOOTH®
*: een apparaat met Bluetooth-voorziening
Wettelijk verplichte informatie
Bluetooth® is een handels-
m
merk van Bluetooth SIG, Inc.
BLUETOOTH®-instellingen
Om verbinding te maken met een apparaat moet u
ervoor zorgen dat Bluetooth aan staat en de toets
[Scan app.] of [App. koppelen] gebruiken. Zie voor
meer informatie "[Scan app.]" verderop in dit hoofd-
stuk.
Er kunnen maximaal 5 verschillende Bluetooth-ap-
paraten aangesloten worden. U kunt echter maar
afspelen van één apparaat tegelijk. Als u 5 verschil-
lende Bluetooth-apparaten heeft geregistreerd,
kan een nieuw apparaat alleen geregistreerd wor-
den ter vervanging van één van de 5 bestaande ge-
koppelde apparaten. Gebruik de toets [App. verwijd.]
om één van de bestaande gekoppelde apparaten
te wissen. Zie voor meer informatie "[App. verwijd.]"
verderop in dit hoofdstuk.
180
Display, verwarming en airconditioning, en audiosysteem
Wanneer de koppeling met succes tot stand is ge-
bracht, verschijnt een melding en keert het display
van het audiosysteem terug naar het display van de
huidige audiobron. Tijdens het tot stand brengen
van de verbinding worden de volgende statussym-
bolen op het scherm getoond (linksboven op het
display): Ontvangstkwaliteit (
(
) en Bluetooth "AAN" (
*: Als de melding van een bijna lege batterij ver-
schijnt, moet het Bluetooth®-apparaat spoedig op-
geladen worden.
De procedure voor het maken van een verbinding
NAA1392
en de bediening kan verschillen afhankelijk van het
type apparaat en de compatibiliteit. Raadpleeg voor
meer informatie de handleiding van het Bluetooth®-
apparaat.
OPMERKING
•
Raadpleeg voor meer informatie over het ap-
paraat de handleiding van uw audio/mobiele
telefoon.
•
Neem voor hulp bij de integratie van uw
Bluetooth®-audio/mobiele telefoon contact
op met uw plaatselijke Renault-dealer.
Om het Bluetooth-systeem in te stellen met een
apparaat kunt u de volgende opties gebruiken:
•
[Scan app.]
Bluetooth-apparaten kunnen aan het systeem
gekoppeld
worden.
Bluetooth-apparaten registreren.
•
[App. koppelen]
Bluetooth-apparaten kunnen aan het systeem
gekoppeld
Bluetooth-apparaten registreren.
•
[App. verwijd.]
), Batterijstatus*
Er is een lijst beschikbaar van Bluetooth-appa-
).
raten die gekoppeld kunnen worden en waaruit
u een selectie kunt maken.
•
[App. verwijd.]
Een geregistreerd Bluetooth-apparaat kan wor-
den gewist.
•
[Bluetooth]
Als deze instelling uitgeschakeld is, zal de ver-
binding tussen de Bluetooth-apparaten en de
Bluetooth-module in het voertuig verbroken
worden.
[Scan app.]:
1) Druk op de
Het audiosysteem zoekt naar Bluetooth-appa-
raten en toont alle gevonden apparaten.
Zorg dat uw Bluetooth-apparaat zichtbaar is op
dat moment.
2) Selecteer het apparaat waarmee u verbinding
wilt maken.
Gebruik de <MENU>-knop en druk erop om te
selecteren.
3) De koppelprocedure hangt mogelijk af van het
apparaat dat moet worden verbonden:
a. Apparaat zonder PIN-code:
U
kunt
maximaal
5
worden.
U
kunt
maximaal
-knop. Selecteer [Scan app.]
De Bluetooth-verbinding wordt automatisch
tot stand gebracht zonder verdere invoer.
5