DE SCHERMWEERGAVE AANPASSEN
Om de helderheid van het scherm van de Intelligent
Around View Monitor aan te passen, gebruikt u de
instellingen zoals beschreven in het apart meegele-
verde Instructieboekje van het Navigatiesysteem
met touchscreen.
Maak geen instellingen terwijl de auto rijdt. Zorg dat
de handrem stevig is aangetrokken.
BEDIENINGSWENKEN
•
Bij het schakelen van de weergave kunnen de
beelden op het scherm met enige vertraging
weergegeven worden.
•
Bij zeer hoge of lage temperaturen zullen de ob-
jecten op het scherm mogelijk niet duidelijk
weergegeven worden. Dit is geen storing.
•
Wanneer fel licht direct in de camera schijnt, wor-
den de beelden mogelijk niet duidelijk weerge-
geven. Dit is geen storing.
•
Het scherm kan in de nabijheid van neonverlich-
ting soms flikkeren. Dit is geen storing.
•
De kleuren van objecten op de Intelligent
Around-View Monitor kunnen enigszins verschil-
len van de werkelijke kleuren. Dit is geen storing.
•
Objecten op de monitor zijn mogelijk niet duide-
lijk en de kleur van het object kan mogelijk ver-
schillen in een donkere omgeving. Dit is geen
storing.
•
Er kunnen verschillen in scherpte voorkomen
tussen de beelden van de bovenweergave die
afkomstig zijn van de verschillende camera's.
•
Als er vuil, regen of sneeuw op de camera komt,
zal de Intelligent Around-View Monitor objecten
mogelijk niet duidelijk weergeven. Reinig de ca-
mera.
•
Gebruik geen alcohol, benzine of verdunner om
de camera te reinigen. Dit veroorzaakt verkleu-
ring. Veeg om te reinigen de camera af met een
met zeepsop bevochtigde doek en veeg daarna
droog met een droge doek.
•
Beschadig de camera niet, aangezien dit van in-
vloed kan zijn op het monitorscherm.
•
Gebruik geen carrosseriewas op de cameralens.
Verwijder eventuele wasresten met een schone
doek bevochtigd met een mild in water opge-
lost reinigingsmiddel.
Display, verwarming en airconditioning, en audiosysteem
VENTILATIEROOSTERS
MIDDENVENTILATIEROOSTERS
Pas de luchtstroomrichting van de ventilatieroos-
ters aan met de middelste hendel (omhoog/om-
laag, links/rechts).
Dit symbool geeft aan dat de
m
ventilatieroosters gesloten zijn. U sluit
:
de ventilatieroosters door de
draaiknop naar deze richting te
draaien.
Dit symbool geeft aan dat de
m
ventilatieroosters geopend zijn. U
:
opent de ventilatieroosters door de
draaiknop naar deze richting te
draaien.
JVH0887XZ
139