INRIJDEN
Neem gedurende de eerste 1.600 km (1.000 mijl) de
volgende adviezen in acht om een lange levensduur
en een laag brandstofverbruik van de auto te ga-
randeren. Volgt u deze aanbevelingen niet dan kan
dit de levensduur van uw motor bekorten en de
prestaties van de motor verminderen.
•
Rijd niet te lang op dezelfde snelheid (langzaam
of snel), maar varieer de snelheid.
•
Laat
de
motor
niet
4.000 omw/min.
•
Accelereer niet op volle kracht, in welke versnel-
ling dan ook.
•
Trek niet te snel op.
•
Vermijd bruusk remmen zo veel mogelijk.
•
Sleep geen aanhangwagen, tenminste niet ge-
durende de eerste 800 km (500 mijl).
VOORDAT U DE MOTOR START
De rijeigenschappen van uw auto kunnen sterk
beïnvloed worden door eventuele extra lading en
de verdeling daarvan en door sommige extra
voorzieningen (trekhaak voor aanhangwagen,
dakrail, e.d.). U moet uw rijstijl en snelheid aan-
passen aan de omstandigheden. Beperk uw snel-
heid vooral tijdens het vervoeren van een zware
draaien
boven
lading.
•
Controleer of het terrein rond de auto vrij is van
obstakels.
•
Controleer het vloeistofpeil van motorolie, koel-
vloeistof, remvloeistof (en koppelingsvloeistof),
ruitensproeiervloeistof e.d. zo regelmatig moge-
lijk, tenminste iedere keer dat u tankt.
•
Controleer de buitenkant en de staat van de
banden. Controleer en meet ook de banden-
spanning.
•
Controleer of alle ruiten en lampen voldoende
schoon zijn.
•
Verstel de stoel en stel de hoofdsteun goed in.
•
Zet de buitenspiegels en de achteruitkijkspiegel
in de goede stand.
•
Maak uw veiligheidsgordel vast en verzoek alle
passagiers hetzelfde te doen.
•
Controleer of alle portieren gesloten zijn.
•
Controleer de werking van de waarschuwings-
lampjes wanneer de contactschakelaar op "ON"
wordt gezet.
•
De onderhoudspunten uit hoofdstuk "8. Onder-
houd en doe-het-zelf" moeten regelmatig wor-
den gecontroleerd.
WAARSCHUWING
VOORZORGSMAATREGELEN BIJ
STARTEN EN RIJDEN
WAARSCHUWING
•
Laat kinderen en hulpbehoevende volwasse-
nen nooit alleen in uw auto achter. Laat ook
geen huisdieren onbewaakt achter. Zij kunnen
zonder het te weten schakelaars of bedienin-
gen activeren, of de auto verplaatsen en on-
bedoeld betrokken raken in een ongeval waar-
bij ze letsel kunnen oplopen. Bij warm en zon-
nig
weer
kan
de
temperatuur
afgesloten voertuig al snel zo hoog oplopen
dat mensen of huisdieren ernstig of zelfs do-
delijk letsel kunnen oplopen.
•
Maak de bagage goed vast om te voorkomen
dat deze heen en weer glijdt of schuift. Zorg
ervoor dat de lading niet boven de rugleunin-
gen uitsteekt. Bij plotseling remmen of bij een
ongeval kan losse lading lichamelijk letsel
veroorzaken.
OPMERKING
Als u tijdens de eerste paar maanden na de aan-
schaf van een nieuwe auto de sterke geur ruikt
van vluchtige organische stoffen (VOC, Volatile
Organic Compounds) in de auto, moet u het inte-
rieur grondig ventileren. Open alle ramen voordat
u in de auto stapt of als u al in de auto zit. Wan-
neer bovendien de temperatuur in het interieur
stijgt, of de auto staat gedurende een bepaalde
tijd geparkeerd in direct zonlicht, zet de luchtre-
circulatiefunctie van de airconditioning dan uit
en/of open de ramen om ervoor te zorgen dat er
voldoende frisse lucht het interieur binnenkomt.
Starten en rijden
in
een
197