De functie SIMP2
De functie SIMP2 In het menu ARITHMETIC neemt als argumenten twee
getallen of polynomen die de teller en de noemer van een rationele breuk
weergeven en geeft een vereenvoudigde teller en noemer. Bijvoorbeeld:
SIMP2('X^3-1','X^2-4*X+3') = { 'X^2+X+1','X-3'}
De functie PROPFRAC
De functie PROPFRAC zet een rationele breuk om in een "echte" breuk,
d.w.z. er wordt een integer deel toegevoegd aan een breukdeel als deze
decompositie mogelijk is. Bijvoorbeeld:
PROPFRAC('(x^2+1)/x^2') = '1+1/x^2'
De functie PARTFRAC
De functie PARTFRAC splitst een rationele breuk op in gedeeltelijke breuken
die de originele breuk vormen. Bijvoorbeeld:
PARTFRAC('(2*X^6-14*X^5+29*X^4-37*X^3+41*X^2-16*X+5)/(X^5-
7*X^4+11*X^3-7*X^2+10*X)') = '2*X+(1/2/(X-2)+5/(X-5)+1/2/X+X/
De functie FCOEF
De functie FCOEF, beschikbaar via het ARITHMETIC/POLYNOMIAL-menu
wordt gebruikt om een rationele breuk te krijgen met de wortels en polen
van de breuk.
N.B.: als een rationele breuk wordt gegeven als F(X) = N(X)/D(X)
zijn de wortels van de breuk het resultaat van de oplossing van de
vergelijking N(X) = 0, terwijl de polen het resultaat zijn van de
vergelijking D(X) = 0.
De invoer voor de functie is een vector met de wortels gevolgd door hun
veelvoud (d.w.z. hoe vaak een bepaalde wortel wordt herhaald), en de
polen gevolgd door hun veelvoud die als een negatief getal wordt
weergegeven. Als we bijvoorbeeld een breuk willen maken die wortels
heeft van 2 met veelvoud 1, 0 met veelvoud 3 en -5 met veelvoud 2, en
polen 1 met veelvoud 2 en –3 met veelvoud 5, gebruiken we:
FCOEF([2,1,0,3,–5,2,1,–2,–3,–5])='(X--5)^2*X^3*(X-2)/(X-+3)^5*(X-1)^2'
Als u drukt op µ„î` (of simpelweg µ, in RPN modus),
krijgt u:
PROPFRAC('5/4') = '1+1/4'
(X^2+1))'
Blz. 5-10