de periode (T) van een T-periodieke functie opslaat in de CAS-variabele
PERIOD. De functie FOURIER is beschikbaar in het submenu DERIV in het
menu CALC („Ö).
Fourier-reeks voor een kwadratische functie
2
Bepaal de coëfficiënten c
, c
en c
voor de functie g(t) = (t-1)
+(t-1) met
0
1
2
periode T = 2.
Met de rekenmachine in de ALG-modus definiëren we eerst de functies f(t)
and g(t):
Vervolgens gaan we naar de CASDIR-subdirectory onder HOME om de
waarde van de PERIOD-variabele te veranderen:
„ (vasthouden) §`J @) C ASDI `2K @PERIOD `
Ga terug naar de subdirectory waar u de functies f en g heeft gedefinieerd
en bereken de coëfficiënten.
Stel CAS in op de Complex-modus (zie
hoofdstuk 2) alvorens deze oefeningen uit te proberen. De functie
COLLECT is beschikbaar in het menu ALG (‚×).
Blz. 14-6