variabele ΣDAT met de functie STOΣ (zie het bovenstaande voorbeeld).
Verkrijg vervolgens informatie over de enkele variabele met: ‚Ù
@@@OK@@@. Het resultaat is:
Deze informatie geeft aan dat onze gegevens een bereik hebben van –9
tot 9. Om een frequentieverdeling te maken, gebruiken we het interval (-
8,8) die we verdelen in 8 categorieën van ieder 2 breed.
• Selecteer het programma
gegevens zijn al geladen in ΣDAT en de optie Col zou de waarde 1
moeten bevatten aangezien we maar een kolom hebben in ΣDAT.
• Verander X-Min in -8, Bin Count in 8 en Bin Width in 2. Druk
vervolgens op @@@OK@@@.
In de RPN-modus worden de resultaten in het stapelgeheugen
weergegeven als een kolomvector op niveau 2 in het stapelgeheugen en
een rijvector van twee componenten op niveau 1 in het stapelgeheugen.
De vector op niveau 1 in het stapelgeheugen is het aantal uitbijters buiten
het bereik van de frequentietelling. Voor dit geval krijg ik de waarden [
14. 8.], hetgeen betekent dat er in de ΣDAT-vector 14 waarden kleiner
zijn dan -8 en 8 groter dan 8.
• Druk op ƒ om de vector van uitbijters te verwijderen uit het
stapelgeheugen. Het resterende resultaat is de frequentietelling van de
gegevens.
De categorieën voor deze frequentieverdeling zullen zijn: -8 tot -6, -6 tot -
4, ..., 4 tot 6 en 6 tot 8, dus 8 in totaal met de frequenties in de
kolomvector in het stapelgeheugen, namelijk (in dit geval):
Dit betekent dat er 23 waarden zijn in de categorie [-8,-6], 22 in [-6,-4],
22 in [-4,-2], 17 in [-2,0], 26 in [0,2], 15 in [2,4], 20 in [4,6] en 33 in
[6,8]. U kunt ook controleren dat als u al deze waarden plus de uitbijters,
14 en 8 zoals hierboven weergegeven, bij elkaar optelt u het totale aantal
elementen in de steekproef krijgt, namelijk 200.
Gegevens in een functie y = f(x) plaatsen
Het programma
kan gebruikt worden om lineaire, logaritmische, exponentiële en
krachtfuncties in gegevenssets te plaatsen (x,y) die worden opgeslagen in
2. Frequencies..
23, 22, 22, 17, 26, 15, 20, 33.
, als optie 3 beschikbaar in het menu STAT,
3. Fit data..
met ‚Ù˜@@@OK@@@. De
Blz. 16-4