De beschikbare opties zijn drie standaard System Fonts (grootten 8, 7 en
6) en een optie Browse... Met deze laatste optie kunt u door het geheugen
van de rekenmachine bladeren voor extra lettertypen die u heeft
aangemaakt (zie hoofdstuk 23) of in de rekenmachine heeft gedownload.
Oefen in het wijzigen van het lettertype van het beeldscherm van grootte 7
naar 6. Druk op de softmenutoets OK om de selectie te bevestigen. Druk
op de softmenutoets @@@OK@@@ als u een lettertype heeft geselecteerd om terug
te keren naar het invoervenster CALCULATOR MODES. , Druk nogmaals op
de softmenutoets @@@OK@@ om weer terug te keren naar het normale
rekenmachinebeeldscherm. De stapelgeheugenweergave wijzigt en u ziet
een ander lettertype.
Eigenschappen van de regeleditor selecteren
Druk eerst op de toets H om het invoervenster CALCULATOR MODES te
activeren. Druk in het invoervenster CALCULATOR MODES op de
softmenutoets @@DISP@ (D) om het invoervenster DISPLAY MODES weer te
geven. Druk een keer op de toets pijltje omlaag, ˜, om naar de Edit-
regel te gaan. In deze regel staan drie eigenschappen die kunnen worden
aangepast. Als deze eigenschappen zijn geselecteerd (aangevinkt),
worden de volgende effecten actief:
_Small
Het lettertype wordt gewijzigd naar klein
_Full page
De cursor wordt aan het eind van de regel geplaatst
_Indent
Automatische inspringing van de cursor als er een
regelterugloop wordt ingevoerd
In hoofdstuk 2 van deze handleiding vindt u aanwijzingen over het
gebruik van de regeleditor.
Eigenschappen van het stapelgeheugen selecteren
Druk eerst op de toets H om het invoervenster CALCULATOR MODES te
activeren. Druk in het invoervenster CALCULATOR MODES op de
softmenutoets @@DISP@ (D) om het invoervenster DISPLAY MODES weer te
Blz. 1-19