Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Functies Definiëren En Gebruiken - HP 50g Gebruiksaanwijzing

Grafische rekenmachine
Verberg thumbnails Zie ook voor 50g:
Inhoudsopgave

Advertenties

Functies definiëren en gebruiken
Gebruikers kunnen hun eigen functies definiëren door het commando
DEFINE te gebruiken dat via de toetsencombinatie „à wordt
opgeroepen (behorende bij de toets 2). De functie moet op de
volgende manier worden ingevoerd.
Functie_naam(argumenten) = uitdrukking_met_argumenten
We kunnen bijvoorbeeld een eenvoudige functie definiëren
H(x) = ln(x+1) + exp(-x)
Stel dat u deze functie moet evalueren voor een aantal discrete waarden
en u wilt daarom het resultaat met een enkele toets kunnen oproepen,
zonder dat u de uitdrukking aan de rechterzijde voor elke afzonderlijke
waarde hoeft in te voeren. In het volgende voorbeeld gaan we er vanuit
dat uw rekenmachine in de ALG-modus staat. Voer de volgende
toetsencombinatie in:
„à³~h„Ü~„x™‚Å
‚¹~„x+1™+„¸~„x`
Het scherm ziet er nu als volgt uit:
Door op de toets J te drukken, ziet u dat er een nieuwe variabele in uw
softmenutoets (@@@H@@) staat. Druk op ‚@@@H@@ als u de inhoud van deze
variabele wilt bekijken. Het scherm ziet er nu als volgt uit:
De variabele H bevat een programma dat wordt gedefinieerd door:
<<
x 'LN(x+1) + EXP(x)' >>
Dit is een eenvoudig programma in de standaardprogrammeertaal van de
rekenmachine. Deze programmeertaal heet UserRPL (zie hoofdstuk 20 en
21 in de gebruikshandleiding van de rekenmachine). Het bovenstaande
Blz. 3-16

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave