Optie 1. Tools.. bevat functies die op eenheden werken (dit wordt later
besproken). Opties 2. Length.. tot en met 17.Viscosity.. bevatten menu's
met een aantal eenheden voor de beschreven hoeveelheden. Als u
bijvoorbeeld
optie
8.
Force..
selecteert,
wordt
het
volgende
eenhedenmenu weergegeven:
De gebruiker herkent de meeste eenheden (sommige eenheden,
bijvoorbeeld dyne, worden tegenwoordig niet meer vaak gebruikt) uit de
lessen natuurkunde. N
= newton, dyn = dyne, gf = gramkracht (als
onderscheid van grammassa of gewoon gram, een massa-eenheid), kip =
kilopond (1000 pond), lbf = pondkracht (als onderscheid van
pondmassa), pdl = poundal.
Om een eenheidobject aan een getal te koppelen, moet het getal worden
gevolgd door een onderliggend streepje. Een kracht van 5 N wordt dus
ingevoerd als 5_N.
Voor uitgebreide handelingen met eenheden bieden SOFT-menu's een
handigere manier voor het koppelen van eenheden. Wijzig systeemvlag
117 naar SOFT-menu's (zie hoofdstuk 2) en gebruik de toetsencombinatie
Blz. 3-8