Een matrix tot een reële macht verheffen
U kan een matrix tot een macht verheffen, op voorwaarde dat de macht
een reëel getal is. Het volgende voorbeeld geeft het resultaat weer van het
verheffen van matrix B22, hiervoor reeds gecreëerd, tot de vijfde macht:
U kan eveneens een matrix tot een macht verheffen zonder deze eerst op te
slaan als variabele:
In algebraïsche modus is de volgorde van in te drukken toetsen: [voer de
matrix in of selecteer deze] Q [voer de macht in ] `.
In RPN modus is de volgorde van in te drukken toetsen: [voer de matrix in
of selecteer deze] † [voer de macht in ] Q `.
De identiteitsmatrix
De identiteitsmatrix heeft de eigenschap dat A ⋅ I = I ⋅ A = A. Om deze
eigenschap te verifiëren, geven we de volgende voorbeelden met de
matrices die we eerder hebben opgeslagen. Gebruik de functie IDN (zoek
deze in het menu MTH/MATRIX/MAKE) om de identiteitsmatrix weer te
geven die hier wordt getoond:
Blz. 9-6