5 - 1/(3 × 3) , staat nu op niveau 1; 3 op niveau 2
-
3 × (5 - 1/(3 × 3)), staat nu op niveau 1.
*
23`Voer 23 in op niveau 1, 14.66666 gaat naar niveau 2.
3Q
Voer 3 in, bereken 23
(3 × (5-1/(3 × 3)))/23
/
2.5Voer 2.5 in niveau 1
!¸
e
weer.
(3 × (5 - 1/(3 × 3)))/23
+
√ ((3 × (5 - 1/(3 × 3)))/23
R
Om te wisselen tussen de bedieningsmodi ALG en RPN kunt u ook
systeemvlag 95 wissen/verwijderen door op de volgende toetsen te
drukken:
H @FLAGS! 9˜˜˜˜
Getalopmaak en punt of komma als decimaalteken
Door de getalopmaak te wijzigen, kunt u de manier aanpassen waarop
reële cijfers worden weergegeven door de rekenmachine. Deze functie is
bijzonder handig bij handelingen met tiende machten of om het aantal
decimalen van een uitkomst te beperken.
Om een getalopmaak te selecteren, moet u eerst het invoervenster
CALCULATOR MODES openen door op de toets H te drukken. Gebruik
daarna de toets pijltje omlaag, ˜, om de optie Number format te
selecteren. De standaardwaarde is Std, oftewel Standaardopmaak. In de
standaardopmaak geeft de rekenmachine getallen met zwevende komma
weer met geen ingestelde decimalen en met de maximaal door de
rekenmachine toegestane precisie (12 significante cijfers). U leest meer
over reële getallen in hoofdstuk 2 van deze gebruikshandleiding. Probeer
ter verduidelijking van bovengenoemde en andere getalopmaken de
volgende oefeningen:
Standaardopmaak:
Deze modus wordt het meeste gebruikt, omdat de cijfers in de meest
bekende notatie worden weergegeven. Druk op de softmenutoets !!@@OK#@ ,
met Number format ingesteld op Std, om terug te keren naar het
beeldscherm van de rekenmachine. Voer het getal 123.4567890123456
2.5
, gaat naar niveau 1, niveau 2 geeft de vorige aarde
3
op niveau 1. 14.666 op niv. 2.
3
naar niveau 1
3
2.5
e
= 12.18369, naar niv. 1.
+
3
2,5
e
) = 3.4905156, naar 1.
+
`
Blz. 1-10