Fig. 67
End calibration [Kalibratie beëindigen]
Old [Oud]
Weergave
Nieuw
Weergave
Sig.
Weergave
Ux
Weergave
Stability
voortgangs-
[Stabiliteit]
balk
Status
Weergave
Hier worden de gegevens van de laatste kalibratie weerge-
geven, als de ingang al is gekalibreerd.
•
CAL ZERO: Meetwaarde en interne signaal UA voor nulgas
•
CAL SPAN: Meetwaarde en interne signaal UA voor meet-
bereikgas
De dimensies van de waarden worden direct boven de waarden
weergegeven.
In deze velden worden gegevens van de huidige kalibratie
weergegeven, vergelijkbaar met de waarden in de regel Old
[Oud]. De huidige meetwaarde wordt vastgelegd en in het over-
eenkomstige veld geplaatst wanneer op de knop Store
[Bewaren] wordt gedrukt, afhankelijk van de kalibratiefase.
De actueel gemeten signaalwaarde en de actuele interne
signaal UA worden hier weergegeven en iedere seconde bijge-
werkt.
Hier wordt het huidige signaal Ux voor passieve detectors weer-
gegeven als het meetpunt al gekalibreerd is. Anders wordt hier
geen waarde weergegeven (wat betekent dat er geen eerste
kalibratie is uitgevoerd). Bij actieve transmitters wordt dit veld
niet weergegeven.
Bij de eerste kalibratie is het verschilsignaal Ux voor nulgas
ingesteld op 0 mV. Bij alle volgende kalibraties wordt het
huidige verschilsignaal altijd gebaseerd op de gedefinieerde
waarde wat de resulterende waarde van de eerste kalibratie is.
Indicator voor een stabiel verschilsignaal Ux voor passieve
detectors. Accepteer de gemeten waarden alleen wanneer de
voortgangsbalk vol is. Bij actieve transmitters wordt dit veld niet
weergegeven.
De huidige kalibratiestatus wordt kort weergegeven in dit veld.
Tik voor meer informatie op de "i" naast het statusveld.
SUPREMATouch
Kalibratie
NL
99