Bijzondere voorwaarden voor naleving van de vereisten van ATEX
Speciale voorwaarden voor veilig gebruik volgens EU-typegoedkeuringscertificaat
DMT 03 ATEX G 003 X
•
Let bij het gebruik van 4-20 mA transmitters vooral op het volgende:
–
De specificaties van de 4-20 mA interface
–
Gedrag met stromen van minder dan 4 mA
–
Gedrag met stromen van meer dan 20 mA
•
Katalytische externe sensoren moeten worden aangesloten met een 5-aderige kabel wanneer
de toegestane lengte voor de 3-aderige kabel is overschreden voor juiste kabelcontrole (zie
hoofdstuk 16 "Sensorgegevens").
•
De systeemfoutrelais van alle rekken in het systeem moeten worden bewaakt.
•
Voor elk kanaal moet het alarm met de hoogste betekenis voor veiligheid worden geconfigu-
reerd als vergrendelend.
•
Relaisuitgangen voor veiligheidsrelevante schakeloperaties moeten worden geconfigureerd
als New Alarm [nieuw alarm] niet geselecteerd.
•
Tijdvertraagde relais mogen niet worden gebruikt voor veiligheidsrelevante doeleinden. Als
hun gebruik onvermijdelijk is, moet de vertragingstijd zo laag mogelijk worden ingesteld voor
de gevraagde operatie. Bij het vaststellen van de vertragingstijd moet worden rekening
gehouden met de maximaal mogelijke verhogingssnelheid van de gasconcentratie.
•
Alle regelingen, inclusief digitale ingangen en uitgangen van communicatie-interfaces moeten
worden beschermd tegen onbevoegde of onbedoelde interferenties of handelingen.
SUPREMATouch
NL
123