Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Kalibratie; Het Submenu Calibration [Kalibratie] - MSA SUPREMATouch Gebruiksaanwijzing

Verberg thumbnails Zie ook voor SUPREMATouch:
Inhoudsopgave

Advertenties

7

Kalibratie

Gevoeligheid en nulpunt van de aangesloten sensoren moeten worden afgesteld waar nodig
volgens de bedieningsinstructies voor de typen sensoren aangesloten op het systeem.
Sensoren die niet meer in staat zijn om de minimale signalen te genereren moeten worden
vervangen.
Er zijn twee kalibratiemodi beschikbaar:
In één modus moeten kalibraties worden uitgevoerd met twee personen. Persoon 1 bedient de
SUPREMATouch en persoon 2 voert gas toe aan de sensoren. Zij moeten tijdens de kalibratie
met elkaar kunnen communiceren.
In de andere modus is één persoon voldoende. Deze persoon start de kalibratie, gaat naar de
sensoren om gas toe te voeren en voltooit uiteindelijk de kalibratie weer bij de SUPREMA-
Touch.
LET OP
Houd u aan alle regelgeving bij het gebruik van communicatietoestellen in het gebied waar de
SUPREMATouch is geïnstalleerd.
7.1

Het submenu Calibration [Kalibratie]

Kalibratieparameters voor de afzonderlijke ingangen kunnen worden ingesteld in het kalibratie-
menu. Vanaf dat moment wordt kalibratie geregeld door de SUPREMATouch.
De voorinstelling wordt onmiddellijk toegepast en kan niet geannuleerd of verworpen
worden.
Het venster is onderverdeeld in twee subvensters:
Start calibration [Kalibratie starten]
End calibration [Kalibratie beëindigen]
Als een ingang is geselecteerd die zich nog niet in de kalibratiemodus bevindt, wordt het venster
Start calibration [Kalibratie starten] weergegeven. Als een ingang is geselecteerd die zich al in de
kalibratiemodus bevindt, wordt het venster End calibration [Kalibratie beëindigen] weergegeven.
De velden Measuring Point [Meetpunt] en Tag [Label] zijn beschikbaar in beide vensters.
Fig. 66
Start calibration [Kalibratie starten]
SUPREMATouch
Kalibratie
NL
97

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave