LET OP
Voor het veiligheidsgerelateerde gebruik van ieder relais, moeten het alarm en de storingsrelais
van het SUPREMATouch-systeem in de volgende conditie worden gebruikt:
1. Relais onder stroom
2. Alarm- of storingscontact is gesloten
Dit garandeert dat de relaiscontacten een storingsvrij signaal geven bij stroomuitval of lijnverbre-
king
Om een veilige relaiscontactwerking te garanderen moet de relaisuitgang van een zekering zijn
voorzien om te beschermen tegen overbelasting. Om de zekeringswaarde te berekenen verme-
nigvuldigt u de maximaal toegestane nominale stroom met de factor 0,6.
MRO8-module, relaisuitgangeenheid gemeenschappelijke alarmen
Deze module wordt alleen gebruikt wanneer relais vereist zijn voor gemeenschappelijke alarmen
en de installatie moet direct op het rek gebeuren. De module biedt 8 gemeenschappelijke alarm-
relais en kan direct achter in het rek worden geplaatst. Ieder relais heeft een omschakelingscon-
tact dat op aansluitklemmen is aangesloten. De gemeenschappelijke alarmrelais kunnen worden
geblokkeerd door een schakelaar aan te sluiten op het LOCR-contact van de MST-module (zie
deel 12.13 "Systeempoorten (MST-module)"). Standaard zijn de gemeenschappelijke alarmrelais
normaal bekrachtigd (d.w.z. een relais is bekrachtigd - geen alarm. Het relais wordt niet-bekrach-
tigd wanneer een alarm wordt geactiveerd op één of meer ingangen.).
LET OP
Voor het veiligheidsgerelateerde gebruik van ieder relais, moeten het alarm en de storingsrelais
van het SUPREMATouch-systeem in de volgende conditie worden gebruikt:
1. Relais onder stroom
2. Alarm- of storingscontact is gesloten
Dit garandeert dat de relaiscontacten een storingsvrij signaal geven bij stroomuitval of lijnverbre-
king
De MRO8-module mag alleen worden geïnstalleerd op POS 9! Het is niet mogelijk om meer dan
één MRO8-module in een rek te gebruiken.
Zie hoofdstuk 11.5 "Voeding, busaansluitingen, aansluitingstechniek" voor de relaistoewijzing.
SUPREMATouch
Installatie
NL
171