Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

MSA SUPREMATouch Gebruiksaanwijzing pagina 42

Verberg thumbnails Zie ook voor SUPREMATouch:
Inhoudsopgave

Advertenties

Het venster Relay Outputs [Relaisuitgangen] is onderverdeeld in drie subvensters:
Informatie
Sensorverbindingen
Relaisverbindingen
In de volgende paragrafen worden de functies van de afzonderlijke venstervelden en knoppen
beschreven. De eerste velden die worden beschreven zijn gelijk in alle drie subvensters.
Alle parameterwijzigingen met de hieronder beschreven menuonderdelen zijn van
toepassing op de relaisuitgang die geselecteerd is in het Relay [Relais] veld.
Veld-
Veld
Functie
type
Bevat een lijst met beschikbare relaisuitgangen. Aangezien de eerste 8
relaisuitgangen van het systeem gekoppeld zijn aan de gemeenschappe-
lijke berichten, is nr. 9 de eerste relaisuitgang die geconfigureerd kan
worden.
Nadat een uitgangsnummer is geselecteerd, wordt de rest van het venster
gevuld als er al instellingen voor die uitgang zijn ingevoerd. Dit invoerveld
Relay
kan worden benaderd zonder sleutelschakelaar of wachtwoord als er een
Selectie
[Relais]
uitgang wordt geselecteerd waarvan de parameters al zijn ingesteld. Als
er een uitgang wordt geselecteerd die nog niet eerder is gebruikt, is auto-
risatie met een wachtwoord of sleutelschakelaar vereist. Als er een
uitgang wordt weergegeven die nog niet is geconfigureerd, worden stan-
daardwaarden gebruikt als de voorlopige instellingen voor bepaalde
velden. Hierdoor is het gemakkelijk om de instellingen te kopiëren van één
uitgang naar een andere.
De hier ingevoerde waarde is van toepassing op de hierboven
beschreven configuratievoorwaarden. Optionele statuscombinaties
(alarm, storing, blokkeren, kalibratie, onderdrukt) kunnen worden
gevormd wanneer de geselecteerde relaisuitgang geconfigureerd wordt.
De numerieke waarde geselecteerd bepaalt aan hoeveel van de voor-
waarden moet worden voldaan die geconfigureerd zijn met de selectie-
vakjes, voordat de geselecteerde relaisuitgang wordt geschakeld. Het
aantal met de selectievakjes ingevoerde voorwaarden wordt weerge-
geven in het veld naast de voting die wordt geconfigureerd.
De volgende koppelingstypes kunnen op deze manier worden gevormd:
Enkelvoudige koppeling: (1-van-1):
er is exact één voorwaarde ingesteld en de waarde 1 is ingevoerd als de
voting.
Geheel
'OF'-koppeling: (1-van-m)
Voting
getal
Er zijn meerdere voorwaarden ingesteld en de waarde 1 is ingesteld als
(Alarmlo-
de voting, d.w.z. dat als aan één of meer van de ingestelde voorwaarden
gica)
wordt voldaan, de relaisuitgang wordt geschakeld. Parameters voor een
algemeen alarm of gemeenschappelijke alarmen kunnen op deze manier
worden ingesteld.
'EN'-koppeling: (m-van-m)
De ingevoerde waarde voor de voting komt overeen met het aantal inge-
stelde voorwaarden, d.w.z. dat er aan alle ingestelde voorwaarden moet
worden voldaan voordat de relaisuitgang geschakeld wordt.
Voting-koppeling: (n-van-m)
Als er 'm' voorwaarden zijn ingesteld en de waarde 'n' is ingevoerd als de
voting, wordt de geselecteerde relaisuitgang alleen geschakeld als aan 'n'
van de 'm' voorwaarden wordt voldaan.
Na elke wijziging van de voting-voorwaarden, wordt de complexiteit van
de alarmlogica gecontroleerd. Als een bepaald niveau wordt over-
schreden, wordt een waarschuwing weergegeven of kunnen de wijzi-
gingen uiteindelijk worden afgewezen.
SUPREMATouch
Systeemparameters invoeren
NL
42

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave