Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Kalibratie Met Een Variabele Voedingsbron - MSA SUPREMATouch Gebruiksaanwijzing

Verberg thumbnails Zie ook voor SUPREMATouch:
Inhoudsopgave

Advertenties

LET OP
Tijdens deze kalibratie moet het meetpunt handmatig geblokkeerd zijn (alarmweigering).
LET OP
Voor actieve sensoren zijn aanpassingen van de MAI-module nodig noch mogelijk.
7.4.1

Kalibratie met een variabele voedingsbron

(1)
Vergrendel het betreffende meetpunt in het menu Setup/Input and Outputs/Measuring points
[Instellen/ingang en Uitgangen/Meetpunten] om te voorkomen dat een alarm wordt geacti-
veerd.
(2)
Koppel vervolgens de kabelverbindingen van de sensor naar de MAT-module los.
(3)
Sluit de variabele voedingsbron als volgt op de MAT-module aan:
MAT-module, aansluitklem 1: + pool van de voedingsbron (signaal)
MAT module aansluitklem 4: –pool van de voedingsbron (GND)
(4)
Stel de uitgangsstroom van de voedingsbron in op 4 mA.
(5)
Ontgrendel het betreffende meetpunt in het menu Setup/Input and Outputs/Measuring points
[Instellen/ingang en Uitgangen/Meetpunten] om kalibratie toe te staan.
(6)
Selecteer het menu Maintain/Calibration/Standard [Onderhoud/Kalibratie/Standaard].
(7)
Selecteer het te kalibreren meetpunt in het veld Measuring Point [Meetpunt].
(8)
Voer in het veld Zero Gas [Nulgas] 0 % van het meetbereik in als de nulgasconcentratie.
(9)
Voer in het veld Test Gas [Testgas] 100 % van het meetbereik in als de testgasconcentratie.
(10) Na het tikken op de knop Start, voert u het vereiste wachtwoord in of gebruikt u de sleutel-
schakelaar.
Het submenu End Calibration [Kalibratie beëindigen] verschijnt.
In het veld Sig: wordt de huidige meetwaarde UA van het te kalibreren meetpunt weerge-
geven.
Bij een ingangsstroom van 4 mA zou een waarde van 400 mV ± 10 mV moeten worden weer-
gegeven.
In het veld Ux= wordt geen waarde of ***** weergegeven.
(11) Als de waarde U
binnen het tolerantiebereik (400 mV ± 10 mV) ligt, bevestigt u dat met de
A
knop Store [Opslaan].
De waarde verschijnt in CAL-ZERO.
(12) Stel de uitgangsstroom van de voedingsbron in op 20 mA.
In het veld Sig: wordt de huidige meetwaarde U
geven.
Bij een ingangsstroom van 20 mA zou een waarde van 2000 mV ± 10 mV moeten worden
weergegeven.
(13) Als de waarde U
binnen het tolerantiebereik (2000 mV ± 10 mV) ligt, bevestigt u dat met de
A
knop Store [Opslaan].
De waarde verschijnt in CAL-SPAN.
(14) Beëindig kalibratie van geselecteerd meetpunt met de knop End [Beëindigen].
(15) Stel de voedingsbron weer in op 4 mA en vergrendel het meetpunt opnieuw.
(16) Verbreek de verbinding tussen de MAT-moduleaansluitklem en de voedingsbron en sluit de
sensor weer aan.
van het te kalibreren meetpunt weerge-
A
SUPREMATouch
Kalibratie
NL
105

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave