Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Verberg thumbnails Zie ook voor SUPREMATouch:
Inhoudsopgave

Advertenties

logische uitbreiding MLE10 wordt aangesloten tussen MGO en MRC/MGT. Deze wordt aange-
sloten met de 40-weg lintkabel.
Deze module is gecontroleerd voor veiligheidstoepassingen tot en met SIL3.
Voor gedetailleerde informatie over het gebruik, de bediening en technische gegevens, zie de
bedienings- en onderhoudsinstructies voor logische uitbreiding MLE10 (mat.nr. 10056386).

15.4 Opstarten

De gegevens die zijn opgeslagen in iedere MCP- en MDO-module bevatten informatie over de
systeemconfiguratie, oftewel de gebruikte modules, voedingsspanningen, meetpunten en alarm-
uitgangen.
Ook inbegrepen zijn de meetpuntparameters (sensortype, kalibratie, enz.) en schakeluitgangpa-
rameters (schakelrichting, enz.), opgeslagen in aanvullende toewijzingen in iedere MCP- en
MDO-module.
Als de configuratievermelding niet overeenkomt met de systeemstatus, wordt een SYSTEM fail
[SYSTEEM storing] aangegeven na het opstarten.
Na het aansluiten van de modules, moet de configuratie die is opgeslagen in het SUPREMA-
Touch-geheugen worden bijgewerkt in overeenstemming met de systeemstatus. Voor gedetail-
leerde informatie zie hoofdstuk 12.6 "Moduleconfiguratie".
Configuratiehulpprogramma
Alle configuraties en parameterinstellingen moeten worden uitgevoerd met het pc-programma
SUPREMA Manager. Zie hoofdstuk 19 "Bestelinformatie" voor versie- en bestelinformatie.
Functiecontrole
Na de configuratie en instellen van parameters van het systeem moet een functionele controle
worden uitgevoerd.
Systeemstart
Door het systeem uit en in te schakelen wordt het opnieuw opgestart. Tijdens het opstarten
worden verschillende interne systeemcontroles uitgevoerd. Een systeem zonder fouten toont de
volgende instellingen na het opstarten:
Weergave op frontpaneel
1. LED SYSTEM POWER
2. LED SYSTEM FAIL
3. LED SYSTEM INHIBIT
4. LED SIGNAL 1 AL
5. LED SIGNAL 2 AL
6. LED SIGNAL 3 AL
7. LED SIGNAL 4 AL
8. LED SIGNAL FAIL
9. LED-weergave
Weergaves van de modules
Alle CAN-BUS-modules hebben de volgende LED-weergave:
LED
Functie
LED 1 GN
EXT = gebruikt
LED 2 GN
INT = gebruikt
LED 3 GN
BAT = gebruikt
LED 4 RT
Softwarefout
LED 5 GN
CAN-bus in werking
*= Rekwerking via INT-aansluitklemmen
AAN
UIT
UIT
UIT
UIT
UIT
UIT
UIT
Lijstweergave
Vereist
UIT
AAN*
UIT
UIT
AAN
SUPREMATouch
Redundante systemen
NL
208

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave