De foutstatus is als opsomming als volgt gecodeerd:
0
Geen fout
1
Meetwaarde te laag
2
Meetwaarde te hoog
3
Geen signaal
4
Geen gegevens ontvangen
De alarmstatus is als bitmasker als volgt gecodeerd
bit 0
1e alarm is uitstaand
bit 1
2e alarm is uitstaand
bit 2
3e alarm is uitstaand
bit 3
4e alarm is uitstaand
4.1.4.2
Printer
Dit venster wordt gebruikt om een ander formaat papierinvoer in te stellen voor een printer die is
aangesloten op de SUPREMATouch-printerpoort. Een bericht printer-alive kan worden geacti-
veerd en geformatteerd.
Fig. 47
Het venster Printer
Veld
Veldtype
Tekst, standaard
"%MP %A4 %A3 %A2
Log format
%A1 %SF %MV %MD
[Logboekin-
%MG %MT
deling]
%DD.%DM.%DY
%TH:%TM:%TS"
Alive format
Tekst, standaard
[Operatio-
"alive
nele inde-
%DD.%DM.%DY
ling]
%TH:%TM:%TS"
Time
interval
Selectie, standaard
[Tijdsin-
nooit
terval]
Datum/tijdinvoer,
Base time
standaard 01.01.2015
[Basistijd]
00:00:00
Functie
Het formaat papierinvoer in een printer kan hier worden
gespecificeerd. Afgezien van vrije tekst kunnen vooraf
gedefinieerde codes worden gebruikt. Zie tabel hieronder
voor een lijst met mogelijke codes.
Het format van het alive-bericht kan hier worden gespecifi-
ceerd. Afgezien van vrije tekst kunnen vooraf gedefinieerde
codes worden gebruikt. Zie tabel hieronder voor een lijst
met mogelijke codes.
Het tijdsinterval/de herhalingsfrequentie van het alive-
bericht (never [nooit], annually [jaarlijks], monthly [maande-
lijks], daily [dagelijks], every second [iedere seconde], enz.)
kan hier worden ingesteld.
De basistijd van het alive-bericht kan hier worden ingesteld.
De basistijd is het tijdstip waarop de actuele berichten
worden afgedrukt. Dit wordt afhankelijk van het geselec-
teerde interval herhaald.
SUPREMATouch
Systeemparameters invoeren
NL
68