Veld
Veldtype
Meetpunt
Selectie
Label
Weergave
Zero Gas
[Nulgas]
decimaal getal
(concentratie)
Zero Gas
Weergave
[Nulgas] (type)
Test Gas
[Testgas]
decimaal getal
(concentratie)
Test Gas
[Testgas]
Selectie
(type)
Eerste kali-
selectievakje
bratie
Start 1-man
Knop
Start 2-man
Tijd
Weergave
Functie
Bevat een lijst met alle geparametriseerde ingangen. Nadat een
ingangsnummer is geselecteerd, worden de overige velden
ingevuld, afhankelijk van het feit of de ingang in de kalibratie-
modus staat of niet.
Algemene parameterwijzigingen en acties die worden uitge-
voerd met de hieronder beschreven velden zijn van toepassing
op de ingang die geselecteerd is in dit veld.
Toont de aanduiding van de geselecteerde ingang.
Voer in dit veld de nulgasconcentratie in (in de gedefinieerde
meetdimensie). Deze waarde kan worden ingesteld in een
bereik tussen 0 en de bereikwaarde zoals gedefinieerd in de
meetpuntparameters, maar moet hetzelfde zijn als het nulpunt
van het meetbereik (meestal nul). Het veld staat standaard op
de waarde van de laatste kalibratie als de ingang al gekali-
breerd is.
Bevat een lijst met nulgassen die kunnen worden gebruikt voor
kalibratie van de ingangen. Het veld staat standaard op het
nulgas (het venster Measure Point [Meetpunt]) van de geselec-
teerde ingang.
Voer in dit veld de testgasconcentratie in (in de gedefinieerde
meetdimensie). Deze waarde kan worden ingesteld in een
bereik tussen 10% van het meetbereik en de bereikwaarde
zoals gedefinieerd in de meetpuntparameters. Het veld staat
standaard op de waarde van de laatste kalibratie als de ingang
al gekalibreerd is.
Bevat een lijst met testgassen die kunnen worden gebruikt voor
kalibratie van de ingangen. Het veld staat standaard op het
testgas (het venster Measure Point [Meetpunt]) van de geselec-
teerde ingang.
Als dit veld is ingeschakeld, worden een eerste kalibratie en,
indien van toepassing en bevestigd, een automatische voorin-
stelling uitgevoerd. Als er een eerste kalibratie wordt uitge-
voerd, worden vermeldingen in de kalibratiegeschiedenis van
het geselecteerde meetpunt verwijderd.
Als er niet eerder een kalibratie is uitgevoerd, wordt er altijd een
eerste kalibratie uitgevoerd, ongeacht deze instelling.
Door op deze knop te tikken wordt de kalibratie gestart in de
één-man-modus en wordt de uitgang automatisch geblokkeerd.
Tik op deze knop om de ingevoerde instellingen te accepteren.
Na het tikken op de knop, worden de parameters onmiddellijk
gecontroleerd om te zien of ze geldig zijn. Als de parameters
geldig zijn, begint de kalibratie. Als dit niet het geval is, wordt
een waarschuwing weergegeven.
Wanneer de kalibratie is gestart in de één-man-modus zal de
SUPREMATouch automatisch de nul- en span-waarden over-
nemen in het masker Calibration End [kalibratie beëindigen].
Alle andere functies zijn identiek.
De getoonde tijd is de tijd tussen de gedetecteerde toevoer van
het kalibratiegas en het bereiken van 90% van de uiteindelijke
waarde.
SUPREMATouch
Kalibratie
NL
98