Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Redundante Systemen; Toepassing/Functieveiligheid; Functie Van Redundante Systemen - MSA SUPREMATouch Gebruiksaanwijzing

Verberg thumbnails Zie ook voor SUPREMATouch:
Inhoudsopgave

Advertenties

15

Redundante systemen

15.1 Toepassing/Functieveiligheid

Voor de veiligheidsfuncties van meetinstrumenten voor gaswaarschuwing zijn de Europese stan-
daarden
EN 60 079-29-1, EN 50 104, EN 50 271 en EN 50 402 zijn van toepassing voor het bewaken van
brandbare gassen en dampen, alsmede van zuurstof.
Daarnaast moet rekening worden gehouden met de norm EN 61 508 wat betreft de functionele
veiligheid van een meet- en regeltoepassing, als systemen microcomputers gebruiken.
Deze norm verdeelt de toepassingstypes in veiligheidsintegriteitsniveaus SIL 1-4. Het systeem
moet qua ontwerp voldoen aan het vereiste veiligheidsniveau.
Voor veiligheidsintegriteitsniveau SIL 3 volgens norm EN 61 508, moet de SUPREMATouch voor-
zien zijn van een redundante voeding. De redundante voeding voor het systeem alsmede de MRC
TS-module moet een storingsfrequentie hebben van minder dan 6,73 * 10-6 1/h.
Voor veiligheidsintegriteitsniveau SIL 4 moet er aan aanvullende voorwaarden worden voldaan
die niet haalbaar zijn met de SUPREMATouch.
Door de MCP-module toe te voegen, een tweede CAN-bus en de benodigde dubbele modules
voor gegevensverzameling en alarminstellingen, kan het niet-redundante systeem worden
omgezet in een redundant systeem. Er moeten voldoende reserve sleuven zijn in het rek voor
extra MGO-modules en voldoende extra ruimte in de schakelkast voor extra relaismodules
(MRO).
De volgende moduletypes zijn nodig voor modificatie:
MCP-module
MAI30-module
MAR-module
MGO-module
MRO8-module
MRO16-module

15.2 Functie van redundante systemen

Het blokschema (afb. 138) van het redundante systeem toont het ontwerp en de functie:
Het signaal van de sensoren aangesloten op de MAT-modules wordt versterkt door 2 aparte A/D
omvormers (op MAI + MAR), het meetsignaal wordt gedigitaliseerd en verstuurd naar de twee
CAN-bussystemen (kanalen). De signaalverwerking en evaluatie van het ene kanaal wordt onaf-
hankelijk van het andere uitgevoerd. De tabel "Rekmodules" in hoofdstuk 15.3 "Ontwerp van het
redundante systeem" toont de verschillende onderdelen van het rek voor een niet-redundant en
een redundant systeem.
Zie hoofdstuk 11 "Modules" voor modulefuncties.
Centrale verwerking
Analoge ingang
analoge redundant
Algemene uitgang
Relaisuitgang (8 relais)
Relaisuitgang (2 x 8 relais, redundant)
SUPREMATouch
Redundante systemen
NL
202

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave