Redundante systemen
De 40 stuuruitgangen van de MGO-modules worden op de MRC TS-modules van Plug A aange-
sloten met een 40-weg lintkabel via MUT-modules op de achterzijde van het rek. Plug B wordt
alleen gebruikt als MRO16 TS-modules worden aangesloten. Met een 20-weg lintkabel worden
elk van stekkers 1-5 aangesloten op de 8 stuuruitgangen van de MGO-module op maximaal 5
MRO8 TS-modules.
Fig. 140 Aansluiting MRO8 TS redundante module
De aansluitklemmen en relaistoewijzing van de MRO8 TS-module worden in detail beschreven in
hoofdstuk 12.6 "Moduleconfiguratie".
Aansluiting MRO16 TS-module
Als het systeem redundant is, moeten de uitgangen van twee MGO-modules altijd geëvalueerd
worden.
NL
(kanaal A + B). Het aansluiten van maximaal 5 MRO16 TS-modules (40 uitgangen) wordt bereikt
via 1 MRC TS-module. Met gebruik van 20-weg lintkabels wordt elk van de stekkers, 1-5, aange-
sloten via de 8 stuuruitgangen (kanaal A + B) van de MGO-modules op maximaal 5 MRO16 TS-
modules.
De 40 stuuruitgangen van de MGO-module van kanaal A worden op de MRC TS-modules aange-
sloten op Plug A met een 40-weg lintkabel via de toepasselijke MUT-module op de achterzijde
van het rek.
De 40 stuuruitgangen van de MGO-module van kanaal B worden op de MRC TS-modules aange-
sloten op Plug B met een 40-weg lintkabel via de toepasselijke MUT-module op de achterzijde
van het rek.
206
SUPREMATouch