Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Opstarten; Overzicht Opstartprocedure; Schakel De Voedingsspanning In; Systeemconfiguratie - MSA SUPREMATouch Gebruiksaanwijzing

Verberg thumbnails Zie ook voor SUPREMATouch:
Inhoudsopgave

Advertenties

13

Opstarten

LET OP
Er kan hoogspanning aanwezig zijn in de MSP-module en op de relaisaansluitklemmen van de
relaismodules. Er moeten passende veiligheidsmaatregelen worden genomen bij het opstarten
van het systeem. Opstartprocedures mogen alleen worden uitgevoerd door bevoegd en gekwali-
ficeerd personeel. Voor het opstarten moet worden gecontroleerd of alle installatiestappen correct
zijn uitgevoerd en dat de kabelaansluitingen en configuraties van de afzonderlijke modules
alsmede van het volledige systeem juist zijn.

13.1 Overzicht opstartprocedure

(1)
Zorg ervoor dat de voedingsspanning is uitgeschakeld.
(2)
Controleer of de sensor-, relais- (tweede zijde), schakeluitgang- en analoge uitgangaanslui-
tingen van het systeem zijn losgekoppeld.
(3)
Zorg dat alle vereiste modules goed in het systeem zijn geplaatst en met elkaar verbonden
zijn.
(4)
Zorg bij systemen met meerdere rekken dat de CAN-busaansluiting correct is (bedrading,
baudsnelheid, CAN-knooppuntnummer, afsluitweerstand).
(5)
Schakel de voedingsspanning in (→ hoofdstuk 13.2 "Schakel de voedingsspanning in").
(6)
Voer een systeemconfiguratie uit (→ hoofdstuk 4 "Systeemparameters invoeren").
(7)
Sluit de sensoren aan en configureer ze (→ hoofdstuk 12.9 "De sensoren aansluiten").
(8)
Sluit de relais- of schakeluitgangen aan en configureer ze (→ hoofdstuk 12.10 "De relaisuit-
gangen verbinden").
(9)
Voer een IBR-afstelling uit (zie hoofdstuk 4.2 "Het menu Maintain [Onderhoud]").
(10) Voer een eerste kalibratie uit (→ hoofdstuk 7.3 "Eerste kalibratie met voorafstelling").
(11) Onderwerp het algehele systeem aan een functietest met gas.

13.2 Schakel de voedingsspanning in

(1)
Schakel de voedingsspanning naar het systeem in, rekening houdend met alle relevante
veiligheidsmaatregelen.
Nadat de voeding is ingeschakeld, wordt het bericht "SUPREMA - MDO-20" weergegeven op het
scherm van het voorpaneel (MDO-module), samen met de huidige software- en hardwareversie.
Tijdens het opstarten wordt een zelftest uitgevoerd. De voortgang van deze zelftest wordt aange-
geven met een achtereenvolgende activering van alle LEDs als een binaire teller. Wanneer er de
communicatie tussen de MDO en de MCP(s) tot stand is gebracht, worden alle alarm-LEDs uitge-
schakeld. Nadat de module een zelftest heeft uitgevoerd, wordt het systeem gestart met het
bericht System start in progress [systeemstart in uitvoering]. Nadat het systeem correct
is opgestart, wordt het aantal ingangen dat overeenkomt met de geplaatste MAI-modules weer-
gegeven in het menu Measure/List [Meten/Lijst].
LET OP
Als deze procedure niet in 5 minuten wordt voltooid, controleert u de installatie nog eens en roept
u indien nodig een MSA-servicetechnicus op om het probleem te verhelpen.

13.3 Systeemconfiguratie

De benodigde configuratie/parametrisatie kan worden uitgevoerd via de MDO (zie hoofdstuk 4
"Systeemparameters invoeren") of met het pc-programma "SUPREMA Manager".
De volgende gegevens moeten worden ingevoerd:
Systeemconfiguratie (alleen SUPREMA Manager)
Sensorparameters
Relaisstuuruitgangen (parameters schakeluitgangen)
SUPREMATouch
Opstarten
NL
195

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave