Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

MSA SUPREMATouch Gebruiksaanwijzing pagina 60

Verberg thumbnails Zie ook voor SUPREMATouch:
Inhoudsopgave

Advertenties

Veld
Veldtype
ID (externe sensor
Selectie
ID)
Status (Status van
Weergave
deze gegevenscel)
2 x Name [Naam]
(Head name in het
Tekst, 16
Engels (boven) en
karakters
in de plaatselijke
taal (onder))
Getallen
(hele
getallen)
UA
(Limiet voor
min
"onderdrukt")
Aanpas-
singsbe-
reik: 50-350
Getallen
(hele
getallen)
UA
(Limiet voor
Aanpas-
idle
signaalstoring)
singsbe-
reik: 50–
350, moet
zijn < UA
Getallen
(hele
getallen)
UA
(Limiet
over
Aanpas-
voor "overloop")
singsbe-
reik: 2000-
2200
Getallen
(hele
getallen)
T
(Opwarmpe-
supp
riode)
Aanpas-
singsbe-
reik: 10-300
OK
Knop
Annuleren
Knop
Functie
Een externe sensor kan worden geselecteerd aan de hand
van een ID.
Geeft de status weer van de cel die wordt gebruikt voor gege-
vensopslag. Als de status protected [beschermd] is, kunnen
de gegevens niet worden gewijzigd en zijn de volgende
invoervelden slechts weergavevelden.
In deze velden wordt de naam van de externe sensor weer-
gegeven in beide ondersteunde talen. De externe sensor kan
met deze namen worden geselecteerd als Sensor type
[sensortype] in de instelling van de meetpunten.
De gebruiker kan de namen naar keuze definiëren bij aanpas-
bare externe sensoren. Ze moeten uniek zijn, een naam kan
dus niet twee keer worden gegeven. Als een naam slechts
voor één taal wordt gegeven, kan dezelfde naam ook worden
gebruikt voor de andere taal bij het opslaan.
Druk op clear [wissen] om leeg te laten
In dit veld wordt het maximale signaal UA voor de status
suppressed [onderdrukt] weergegeven. Meetwaarden onder
deze grenswaarde worden weergegeven als suppressed. Als
het veld leeg is (tik op Clear [Wissen] in het venster voor geta-
linvoer), wordt deze status niet getest.
Deze waarde kan alleen worden ingesteld voor de drie gege-
venssets die door de gebruiker kunnen worden gewijzigd.
In dit veld wordt het maximale signaal UA voor de status
signal fail [signaalstoring] weergegeven. Meetwaarden onder
deze grenswaarde worden weergegeven als signal failure
[Signaalstoring].
Deze waarde kan alleen worden ingesteld voor de drie gege-
venssets die door de gebruiker kunnen worden gewijzigd.
min
Deze waarde bepaalt het sensorsignaal UA van de externe
sensor voor de overloopweergave van het meetbereik. Meet-
waarden boven deze grenswaarde worden weergegeven als
overflow [overloop].
Deze waarde kan alleen worden ingesteld voor de drie gege-
venssets die door de gebruiker kunnen worden gewijzigd.
De opwarmtijd kan hier worden ingesteld in seconden.
Hiermee wordt gespecificeerd hoe lang een sensor in de
opwarmstatus blijft (weergave: suppressed [onderdrukt])
nadat deze is ingeschakeld. Deze tijd is nodig omdat verschil-
lende sensoren een andere tijd nodig hebben om op te
warmen voordat de juiste meetwaarde wordt weergegeven.
Deze waarde kan alleen worden ingesteld voor de drie gege-
venssets die door de gebruiker kunnen worden gewijzigd.
Door op deze knop te tikken worden de ingevulde instellingen
toegepast op de geselecteerde kop.
Door op deze knop te tikken worden de ingevulde instellingen
van de geselecteerde kop geannuleerd.
SUPREMATouch
Systeemparameters invoeren
NL
60

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave