2.b) In de bestaande rekken zijn geen sleuven vrij voor MGO-modules:
WAARSCHUWING!
Schakel de voeding altijd uit bij het aansluiten van een nieuw rek.
(2)
Plaats en installeer het aanvullende rek nadat de voeding is uitgeschakeld.
Het aansluiten van de rekken en de benodigde configuratiewijzigingen (MIB-module) worden
beschreven in hoofdstuk 12 "Installatie". Controleer of de juiste baudsnelheid van de CAN-bus en
het juiste CAN-knooppuntnummer werden geselecteerd.
Aanvullende relaismodules moeten worden aangesloten zoals beschreven in punt 2.a).
Aanvullende schakeluitgangen
Dezelfde richtlijnen (vooral die voor de MGO-module) zijn van toepassing als op het aansluiten
van aanvullende relais (zie hoofdstuk 12.10 "De relaisuitgangen verbinden"). In plaats van de
MRO- en MRC TS-modules zijn echter MGT 40 TS-modules vereist, deze worden aangesloten
via een lintkabel en een MUT-module op de MGO-module die in het rek geplaatst is (→ 12 "Instal-
latie").
8.3
Verbinding van aanvullende analoge uitgangen
Er worden maximaal 256 analoge uitgangen geleverd door de SUPREMATouch, wat overeen-
komt met het maximale aantal sensoren dat kan worden aangesloten.
Op één MAO-module zijn acht analoge uitgangen beschikbaar. Per rek kunnen maximaal tien
MAO-modules worden geplaatst. Dit aantal is echter gebaseerd op het gebruik van minimaal één
extra rek met de overeenkomstige MAI-modules, die het mogelijk maken om de sensoren aan te
sluiten.
Eén van de volgende procedures moet worden uitgevoerd, afhankelijk van in hoeverre het
systeem al is uitgebreid:
1. Niet alle 8 mogelijke analoge uitgangen op een bestaande MAO-module zijn al toege-
wezen. Het aantal vrije analoge uitgangen is gelijk aan het aantal nieuwe analoge
uitgangen dat moet worden aangesloten.
Er zijn geen aanvullende modules vereist. De aanvullende analoge uitgangen kunnen worden
aangesloten op de bestaande MAT- of MAT TS-module.
2. Alle bestaande MAO-modules zijn toegewezen, of het aantal vrije analoge uitgangen is
kleiner dan het aantal nieuwe analoge uitgangen dat moet worden aangesloten. Er zijn
genoeg vrije sleuven aanwezig in de bestaande rekken voor aanvullende MAO-modules.
In dit geval zijn aanvullende MAO-modules vereist overeenkomstig het aantal nieuwe analoge
uitgangen dat moet worden aangesloten.
Er zijn ook aanvullende MAT-/MAT TS-/MUT-modules vereist.
3. Alle bestaande MAO-modules zijn vol, of het aantal vrije analoge uitgangen is kleiner dan
het aantal nieuwe analoge uitgangen dat moet worden aangesloten. Er zijn geen vrije
sleuven beschikbaar voor aanvullende MAO-modules in de bestaande rekken.
In dit geval zijn aanvullende MAO-modules vereist overeenkomstig het aantal nieuwe analoge
uitgangen dat moet worden aangesloten.
Er zijn ook aanvullende MAT-/MAT TS-/MUT-modules vereist.
Er zijn één of meer nieuwe rekken en de nodige CAN-busaansluitkabels benodigd.
WAARSCHUWING!
Schakel de voeding altijd uit bij het aansluiten van een nieuw rek.
(1)
Plaats en installeer het aanvullende rek nadat de voeding is uitgeschakeld.
Het aansluiten van de rekken en de benodigde configuratiewijzigingen (MIB-module) worden
beschreven in het deel Installatie- en opstarthandleiding.
Controleer of de juiste baudsnelheid van de CAN-bus en het juiste CAN-knooppuntnummer
werden geselecteerd.
SUPREMATouch
Systeemuitbreidingen
NL
111