12.3 Installatie, stap voor stap
LET OP
Volg de instructies voor componenten onderhevig aan beschadiging door statische elektriciteit!
Volg de installatieaanwijzingen voor explosiegevaarlijke zones!
(1)
Pak het toestel en zijn componenten uit en controleer ze.
(2)
Controleer of de installatieruimte geschikt is, evenals de vereisten voor de bekabeling.
(3)
Controleer de stroom- en spanningsvoeding en zorg dat deze geschikt is.
(4)
Afhankelijk van het ontvangen systeemtype installeert u de schakelkast of het montagerek
van 19".
(5)
Controleer de configuratie van de modules en configureer ze indien nodig opnieuw.
(6)
Installeer de modules in het 19"-montagerek (tenzij ze in de fabriek al geïnstalleerd zijn).
a) Monteer, indien mogelijk, de modules aan de achterzijde met schroeven (aanhaalmoment
1 Nm).
(7)
In het geval van uitgebreide systemen met meer dan één 19"-montagerek sluit u de CAN-
bus aan of controleert u of de aansluiting al is gedaan.
(8)
Installeer de sensoren en sluit de bekabeling aan op de SUPREMATouch.
Monteer, indien mogelijk, de modules aan de achterzijde met schroeven
(aanhaalmoment: 1 Nm).
(9)
Sluit de relais- en stroomuitgangen aan op de externe apparaten die geactiveerd moeten
worden.
(10) Sluit de stroom- en spanningsvoeding aan.
(11) Nadat de installatie is voltooid, voert u de opstartprocedure uit zoals beschreven in hoofdstuk
13 "Opstarten".
12.4 Uitpakken
Bij ontvangst van het transport, de volgende stappen uitvoeren:
(1)
Pak het instrument of zijn componenten voorzichtig uit, en neem alle aanwijzingen die op de
verpakking zijn geprint of die de verpakking begeleiden in acht.
(2)
Controleer de inhoud van de levering om vast te leggen of er eventueel sprake is van trans-
portschade, en of de volledige inhoud van de transportdocumenten inderdaad is ontvangen.
12.5 Bedrading
De klemmen op de Analoge aansluitklemeenheden (MAT-module en MAT TS-module) zijn
ontworpen voor de aansluiting van geleiders met een dwarsdoorsnede in het bereik van 0,2-
2
1,5 mm
.
De klemmen op de Relaisuitgangseenheden (MRO8-, MRO8 TS- en MRO16 TS-modules) zijn
ontworpen voor de aansluiting van geleiders met een dwarsdoorsnede in het bereik van 0,2-
2
2,5 mm
.
De klemmen op de Externe aansluitingsmodule MGT40 TS zijn ontworpen voor de aansluiting
van geleiders met een dwarsdoorsnede in het bereik van 0,2-2,5 mm
Op het interconnectiebord (MIB-module) zijn de klemmen voor de aansluiting van voedingspan-
ningen ontworpen voor geleiders met een dwarsdoorsnede van 0,2-4,0 mm
klemmen van de systeemstoringsrelais zijn ontworpen voor geleiders met een dwarsdoorsnede
2
van 0,14-1,5 mm
.
Op de systeemaansluitingmodule (MST-module) zijn de aansluitklemmen voor alarm-reset,
hoorn-reset, relaisblokkering en sleutelschakelaar ontworpen voor geleiders met een dwarsdoor-
snede van 0,2-2,5 mm
2
. De systeemaansluitklemmodule (MST-module) heeft ook 2 SUB-D-
SUPREMATouch
Installatie
2
.
2
, en de aansluit-
NL
136