In bedrijf stellen
3. Twee dempers (Fig. 91/1) met stelringen
(Fig. 91/3) onder de draagarmen (Fig. 91/2)
aan de grondbewerkingsmachine
bevestigen.
De dempers kunnen gemakkelijker worden
gemonteerd, wanneer de wals niet aan de
grondbewerkingsmachine is gekoppeld.
4. Bevestig de diepteregelaar (Fig. 91/4)
helemaal onderin het stelsegment en borg
deze met een borgpen.
5. Trek de handrem aan, zet de tractormotor
af en trek de contactsleutel uit het slot.
6. De koppelingsdelen aan de hand van de
montageschema's op de
grondbewerkingsmachine en de wals
bevestigen, zie
hoofdstuk „Overzicht koppelingsdelen",
pagina 99
hoofdstuk „Montageschema
koppelingsdelen", pagina 100.
98
Fig. 91
Fig. 92
AD-P 30/35/4000 SPECIAL BAH0081-2 02.17