8.5.1.2
Hydraulische zaaischijfdrukinstelling
Twee pennen in een stelsegment (Fig. 58/1)
dienen als aanslag voor de hydraulische cilinder.
Als de tractorregeleenheid (blauw) onder druk
wordt gezet, neemt de zaaischijfdruk toe en ligt
de aanslag tegen de bovenste pen. In de
zweefstand ligt de aanslag tegen de onderste
pen.
Elke boring in het verstelsegment is genummerd.
De cijfers op de schaal dienen als oriëntatie. Hoe
hoger het cijfer, des te groter de zaaischijfdruk.
De zaaischijfdruk neemt bij het plaatsen van de
pennen in toenemende nummers toe.
1. De zuigerstangen van de hydraulische
cilinders opeenvolgend uit- en inschuiven.
1.1 Tractorregelventiel (blauw) bedienen.
2. Steek een pen (Fig. 168/1) zowel onder als
boven de aanslag (Fig. 168/2) in het
stelsegment en borg deze met borgpennen
(Fig. 168/3).
AD-P 30/35/4000 SPECIAL BAH0081-2 02.17
WAARSCHUWING
Iedereen uit de gevarenzone wegsturen.
De hydraulische cilinders voor de zaaischijf- en exactegdrukverstelling
worden tegelijkertijd bediend.
Fig. 167
Fig. 168
Instellingen
139