Opbouw en werking
5.2
Bedieningsterminal AMADRILL+ (hulpuitrusting)
De bedieningsterminal AMADRILL+ heeft geen
jobcomputer.
De AMADRILL+ bestaat uit de
bedieningsterminal en de basisuitrusting (kabel-
en bevestigingsmateriaal).
Zie voor de bediening van de terminal de
handleiding van de AMADRILL+.
5.3
Meting afgelegde weg
Voor het bepalen van de afgelegde weg heeft de machine een impulswiel of een radarapparaat.
De impulsen van het radarapparaat en het impulswiel dienen
voor het berekenen van de werksnelheid
voor het berekenen van de bewerkte oppervlakte
voor het berekenen van het toerental van de doseerrol en de elektromotor. Voor een constante
zaaihoeveelheid, bij verschillende rijsnelheden.
Het gebruik van het impulswiel of het radarapparaat vereist het programmeren van de impulsen over
een meetafstand van 100 m en wel
vóór de eerste keer gebruiken;
bij verschillende soorten grond (wielslip);
wanneer de werkelijke zaaihoeveelheid afwijkt van de gekalibreerde zaaihoeveelheid
bij een afwijking tussen de aangegeven en de werkelijke hoeveelheid bewerkte grond.
De handelingsinstructies voor het programmeren van de impulsen voor machines met de
bedieningsterminal AMADRILL+ vindt u in de handleiding "AMADRILL+".
De handelingsinstructies voor het programmeren van de impulsen voor machines met het ISOBUS-
systeem vindt u in de handleiding "software ISOBUS".
52
Fig. 28
AD-P 30/35/4000 SPECIAL BAH0081-2 02.17