Samenvatting van Inhoud voor Amazone KG Special Series
Pagina 1
Bedieningshandleiding Grondbewerkingsmachines Rotorcultivator Rotorcultivator Rotoreg KG Special / Super KE Special / Super Lees en schenk aandacht aan deze bedieningshandleiding voor u de machine in MG5732 bedrijf stelt! BAH0089-9 05.2022 Bewaren voor verder gebruik!
Pagina 2
HET MAG NIET onbelangrijk of overbodig voorkomen, deze gebruiksaanwijzing te lezen en zich aan de aanwijzingen te houden; het volstaat niet van anderen te horen, dat de machine goed is, ze daarom te kopen en te denken dat alles vanzelf gaat.
Pagina 3
Fax.: + 49 (0) 5405 501-234 E-mail: amazone@amazone.de Onderdelenbestelling Onderdelenlijsten zijn te vinden in het onderdeelportaal onder www.amazone.de. Wij verzoeken u uw orders bij uw AMAZONE-dealers te plaatsen. Gegevens over de bedieningshandleiding Documentnummer: MG5732 Productiedatum: 05.2022 Copyright AMAZONEN-WERKE H. DREYER SE & Co. KG, 2022 Alle rechten voorbehouden.
Pagina 4
Voorwoord Voorwoord Geachte klant, U heeft gekozen voor één van onze kwaliteitsproducten uit het uitgebreide programma van AMAZONEN-WERKE, H. DREYER SE & Co. KG. Wij bedanken u voor het in ons gestelde vertrouwen. Controleer bij ontvangst van de machine of er sprake is van transportschade en of er onderdelen ontbreken! Controleer aan de hand van het afleveringsbewijs of de machine compleet is geleverd, inclusief de bestelde toebehoren.
Inhoudsopgave Aanwijzingen voor de gebruiker ............... 10 Doel van het document ......................10 Plaatsaanduidingen in de bedieningshandleiding ..............10 Gebruikte beschrijvingen ....................... 10 Algemene veiligheidsinstructies .............. 11 Verplichtingen en aansprakelijkheid ..................11 Beschrijving van veiligheidssymbolen ................... 13 Organisatorische maatregelen ....................14 Veiligheids- en beschermingsvoorzieningen .................
Pagina 6
Zijplaat, verend gelagerd ....................... 76 5.11 Aardgeleider (optie) ....................... 77 5.12 Egalisatiebalk (optie) ......................77 5.13 Bedieningswerktuig ....................... 78 5.14 Combinatiemogelijkheden met andere AMAZONE-machines ..........78 5.14.1 Hefframe ..........................78 5.14.2 QuickLink ..........................79 5.15 Werken met een AMAZONE-aanbouwzaaimachine ............. 80 5.15.1 Koppelingsdelen (optie) ......................
Pagina 7
Inhoudsopgave Tractor/machine beveiligen tegen onbedoeld starten en wegrollen ........92 Bevestiging van de sporenwissers ..................93 Lengte van de koppelingsas aan de tractor aanpassen (werkplaats) ........93 Montage van de koppelingsdelen (werkplaats) ..............95 Montage hefframe (vakwerkplaats) ..................96 6.6.1 Montage van het hefframe 2.2 (werkplaats) ................
Pagina 8
Inhoudsopgave 10.2.3 De markeur in werkstand zetten ..................135 10.2.4 Uitschuifbare zijplaat in de werkstand zetten ..............136 10.3 Tijdens het werk ........................137 10.3.1 Keren op wendakker ......................137 10.4 Na het gebruik ........................138 10.4.1 Sporenwisser in de transportstand zetten ................138 10.4.2 Markeur in transportstand zetten ..................
Aanwijzingen voor de gebruiker Aanwijzingen voor de gebruiker Het hoofdstuk Tips voor de gebruiker bevat informatie over het omgaan met de bedieningshandleiding. Doel van het document Deze bedieningshandleiding beschrijft de bediening en het onderhoud van de machine. voorziet u van belangrijke informatie om veilig en efficiënt met de machine te werken.
Algemene veiligheidsinstructies Algemene veiligheidsinstructies Dit hoofdstuk bevat belangrijke instructies om veilig met de machine te werken. Verplichtingen en aansprakelijkheid Instructies in de bedieningshandleiding opvolgen Kennis van de basisveiligheidsinstructies en veiligheidsvoorschriften is de eerste voorwaarde om veilig en zonder storingen met de machine te kunnen werken.
Pagina 12
Algemene veiligheidsinstructies Gevaren bij het werken met de machine De machine is gebouwd volgens de allernieuwste techniek en de erkende veiligheidstechnische regels. Toch kunnen er zich bij het gebruik van de machine gevaren en beschadigingen voordoen voor het leven van de chauffeur of derden, ...
Algemene veiligheidsinstructies Beschrijving van veiligheidssymbolen Veiligheidsinstructies worden aangegeven met een driehoekig veiligheidssymbool en een signaalwoord. Het signaalwoord (GEVAAR, WAARSCHUWING, VOORZICHTIG) geeft de ernst van het dreigende gevaar aan en heeft de volgende betekenis: GEVAAR verwijst naar een direct gevaar met een hoog risico dat de dood of zwaar lichamelijk letsel (verlies van lichaamsdelen of langdurig letsel) ten gevolge kan hebben als het gevaar niet wordt vermeden.
Algemene veiligheidsinstructies Organisatorische maatregelen De eigenaar moet aan de uitvoerende personen beschermende bekleding aanbieden, zoals: veiligheidsbril, veiligheidsschoenen, beschermende kleding, huidcrème, etc. De bedieningshandleiding altijd daar bewaren waar de machine wordt gebruikt! moet te allen tijde voor de chauffeurs en onderhoudsmonteurs ter beschikking zijn! Controleer regelmatig alle aanwezige veiligheidsinrichtingen! Veiligheids- en beschermingsvoorzieningen...
Algemene veiligheidsinstructies Scholing van de personen Alleen geschoolde en geïnstrueerde personen mogen met/aan de machine werken. De eigenaar dient de bevoegdheden voor het bedienen en onderhouden duidelijk vastleggen. Personen die nog moeten worden opgeleid, mogen alleen onder toezicht van een ervaren persoon met/aan de machine werken. Personen Voor de Geïnstrueerde...
Algemene veiligheidsinstructies Veiligheidsmaatregelen voor normaal gebruik Gebruik de machine alleen als alle veiligheids- en beschermingsvoorzieningen volledig functioneren. Controleer de machine tenminste één keer per dag op waarneembare schade en het correct functioneren van de veiligheids- en beschermingsvoorzieningen. Gevaren door resterende energie Houd rekening met mechanische, hydraulische, pneumatische en elektrische/elektronische resterende energie in de machine.
Onderdelen, slijtageonderdelen en hulpstoffen Onderdelen van de machine die niet meer in perfecte staat zijn, dienen direct te worden vervangen. Gebruik uitsluitend originele-AMAZONE-onderdelen en slijtdelen of onderdelen die door de AMAZONEN-WERKE zijn toegestaan, waardoor de functionaliteit volgens landelijke en internationale voorschriften gewaarborgd blijft.
Algemene veiligheidsinstructies 2.13 Waarschuwingsstickers en overige aanduidingen op de machine Houd alle waarschuwingsstickers op de machine altijd schoon en goed leesbaar! Vervang onleesbare waarschuwingsstickers. Bestel de waarschuwingsstickers aan de hand van het bestelnummer (bv. MD 075) bij uw dealer. Opbouw waarschuwingssticker Waarschuwingsstickers geven gevaarlijke plaatsen op de machine aan en waarschuwen voor restgevaren.
Pagina 19
Algemene veiligheidsinstructies Bestelnummer en toelichting Waarschuwingssticker MD 075 Gevaar voor snijwonden voor vingers en hand, veroorzaakt door toegankelijke, bewegende onderdelen die aan het arbeidsproces deelnemen! Dit gevaar kan zeer ernstig letsel met verlies van lichaamsdelen tot gevolg hebben. Reik nooit met uw handen of armen in de gevaarlijke plaats zolang de tractormotor met aangesloten cardanas/hydraulisch/elektronisch systeem...
Pagina 20
Algemene veiligheidsinstructies MD082 Gevaar voor vallen als gevolg van het meerijden op treeplanken of platforms! Veroorzaakt zwaar lichamelijk letsel aan het gehele lichaam met mogelijk dodelijke afloop. Het is verboden om personen mee te laten rijden op de machine of op rijdende machines te laten stappen.
Pagina 21
Algemene veiligheidsinstructies MD096 Gevaar door onder hoge druk staande hydraulische olie als gevolg van lekkende hydraulische slangen! Dit gevaar kan zeer ernstig lichamelijk letsel met de dood tot gevolg veroorzaken wanneer onder hoge druk naar buiten stromende hydraulische olie via de huid in het lichaam komt. ...
Pagina 22
Algemene veiligheidsinstructies MD 113 Lees de bedieningshandleiding en volg de aanwijzingen op voordat u met onderhouds- of reparatiewerkzaamheden begint. MD 119 Dit pictogram geeft het maximale aandrijftoerental (maximaal 1000 1/min) en de draairichting van de aandrijfas aan machinezijde aan. MD 199 De maximale werkdruk in het hydraulische systeem bedraagt 210 bar.
Algemene veiligheidsinstructies 2.13.1 Plaats van de waarschuwingsstickers en overige aanduidingen Afb. 1: KG 3001 KE/KX/KG (STARR) BAH0089-9 05.2022...
Algemene veiligheidsinstructies 2.14 Gevaren bij het negeren van de veiligheidsinstructies Het negeren van de veiligheidsinstructies kan personen in gevaar brengen, schadelijk zijn voor het milieu en beschadigingen aan de machine veroorzaken. Kan leiden tot het verlies van alle aanspraken op schadevergoeding.
Algemene veiligheidsinstructies 2.16.1 Algemene veiligheidsinstructies en voorschriften ter voorkoming van ongevallen Neem behalve deze instructies ook de algemeen geldende nationale veiligheidsinstructies en voorschriften ter voorkoming van ongevallen in acht! De op de machine aangebrachte waarschuwingsstickers en andere aanduidingen geven belangrijke instructies om veilig met de machine te kunnen werken.
Pagina 26
Algemene veiligheidsinstructies kunt raken! Tijdens het bedienen van de 3-puntshydraulica mag zich niemand tussen tractor en machine bevinden! Aangesloten voedingsleidingen moeten lichtjes meegeven bij alle bewegingen, bij bochtige ritten zonder spanning, knikken of wrijving. mogen niet langs onderdelen schuren. ...
Pagina 27
Algemene veiligheidsinstructies Transporteren van de machine Bij het rijden op de openbare weg dient u zich aan de geldende verkeersregels te houden! Controleer voor transport of voedingsleidingen correct zijn aangebracht; of de verlichting werkt, schadevrij en schoon is; ...
Algemene veiligheidsinstructies Pas uw rijsnelheid aan de omstandigheden ter plaatse aan! Schakel bij bergaf rijden een lagere versnelling in! Schakel de onafhankelijke wielremmen tijdens transport altijd uit (pedalen vergrendelen)! 2.16.2 Aangekoppelde werktuigen Bij het aankoppelen moeten de aanbouwcategorieën van tractor en machine overeenstemmen of op elkaar worden aangepast.
Vervang beschadigde en verouderde hydraulische slangen! Gebruik alleen originele AMAZONE hydraulische slangen! Gebruik hydraulische slangen niet langer dan zes jaar. Ook bij correcte opslag en belasting zijn de slangen en slangkoppelingen onderhavig aan een natuurlijke veroudering, daarom is de opslagtijd en de gebruiksduur begrensd.
Algemene veiligheidsinstructies 2.16.4 Elektrisch systeem Bij werkzaamheden aan het elektrische systeem dient u altijd de accu (minpool) los te koppelen! Gebruik uitsluitend de voorgeschreven zekeringen. Het gebruik van te zware zekeringen veroorzaakt onherstelbare schade aan het elektrische systeem – brandgevaar ...
Pagina 31
Algemene veiligheidsinstructies van de cardanas in acht!) Let bij het rijden in bochten op de toegestane buiging en de schuifweg van de cardanas! Controleer vóór het inschakelen van de aftakas, of het gekozen toerental van de tractoraftakas overeenkomt met het toelaatbare aandrijftoerental van de machine.
Reserve-onderdelen moeten minimaal voldoen aan de vastgelegde technische eisen van de AMAZONEN-fabriek! Dit is een gegeven bij gebruik van originele AMAZONE-onderdelen! KE/KX/KG (STARR) BAH0089-9 05.2022...
Op- en afladen Op- en afladen Het pictogram markeert het bevestigingspunt van het aanslagmiddel op de machine. GEVAAR Het aanslagmiddel alleen op de gemarkeerde positie bevestigen. Nooit onder zwevende lasten gaan staan. Afb. 2 Verladen op een transportvoertuig 1. De zaaimachine en de diepwoeler van de grondbewerkingsmachine afkoppelen.
Productbeschrijving Productbeschrijving Dit hoofdstuk geeft een uitgebreid overzicht van de opbouw van de machine; geeft de benaming van de afzonderlijke bouwgroepen en stelelementen. Lees dit hoofdstuk indien mogelijk direct bij de machine. Zo kunt u zich optimaal vertrouwd maken met de machine. Overzicht –...
Productbeschrijving Veiligheids- en beschermingsvoorzieningen Afb. 5 (1) Bescherming koppelingsas Afb. 5 Afb. 6/… (1) Beschermplaat (2) Zijplaat Afb. 6 Afb. 7/… (3) Wals, nalopend (4) Werktuig-beschermbeugel (5) Beschermplaat De hiervoor genoemde componenten zijn bedoeld als bescherming, zonder welke gebruik van de machine niet is toegestaan. Afb.
Productbeschrijving Overzicht – verzorgingsleidingen tussen tractor en machine Voedingskabel Naam Werking Stekker (7-polig) Rijverlichting (optie) Stekker voor tractorcontactdoos Ventilator oliekoeler (optie) Hydraulische slangleidingen Alle hydraulische slangleidingen hebben grepen met kleurmarkeringen en een markeringsgetal of -letter, om de betreffende hydraulische functie van de persleiding aan een tractorregeleenheid toe te kennen! Afb.
het uitsluitend gebruiken van originele AMAZONE-onderdelen. Het op andere wijze gebruiken dan hierboven is vermeld, is verboden en geldt als gebruik in strijd met de voorschriften. Voor schade die voortvloeit uit gebruik in strijd met de voorschriften ...
Productbeschrijving Gevarenzone en gevaarlijke plaatsen De gevarenzone is de omgeving van de machine waarin personen binnen het bereik zijn van arbeidsbewegingen van de machine en zijn gereedschappen; door de machine naar buiten geslingerde materialen of voorwerpen; onbedoeld omlaag zakkende omhoog geheven machine- elementen;...
Productbeschrijving Typeplaatje en CE-markering Afb. 12/… Op het typeplaatje en de CE-markering staan de volgende zaken vermeld: (1) Machinenummer (2) Voertuigidentificatienummer (3) Product (4) Toegestaan technisch machinegewicht (5) Modeljaar Afb. 12 (6) Bouwjaar Gegevens over geluidsontwikkeling De emissiewaarde op de werkplek (geluidsniveau) bedraagt 72 dB(A), gemeten tijdens bedrijf met gesloten cabine en op oorhoogte van de tractorchauffeur.
Productbeschrijving Technische gegevens 4.9.1 Rotoreg KE Special/Super Rotoreg KE 2501 Special Werkbreedte 2,50 Transportbreedte 2,55 Aanbouwcategorieën zie hoofdstuk 5.2, pagina 53 Aantal rotors Tanden zie hoofdstuk 5.8, pagina 72 Werkdiepte, max. [cm] Basisgewicht [kg] Afstand d 0,89 Technische gegevens voor berekening van het tractorgewicht en de asbelasting van de tractor KE 2501 Special [kg] + wals (zie hoofdstuk 4.9.4, pagina 47)
Pagina 42
Productbeschrijving Rotoreg KE 3001 Super Werkbreedte Transportbreedte Aanbouwcategorieën zie hoofdstuk 5.2, pagina 53 Aantal rotors Tanden zie hoofdstuk 5.8, pagina 72 Werkdiepte, max. [cm] Basisgewicht [kg] 1120 Afstand d 0,89 Technische gegevens voor berekening van het tractorgewicht en de asbelasting van de tractor KE 3001 Super [kg] 1120...
Productbeschrijving Rotoreg KE 4001 Super Werkbreedte 4,03 Transportbreedte Aanbouwcategorieën zie hoofdstuk 5.2, pagina 53 Aantal rotors Tanden zie hoofdstuk 5.8, pagina 72 Werkdiepte, max. [cm] Basisgewicht [kg] 1330 Afstand d 0,89 Technische gegevens voor berekening van het tractorgewicht en de asbelasting van de tractor KE 3001 Special [kg] 1330...
Productbeschrijving 4.9.3 Rotorcultivator KG Special/Super Rotorcultivator KG 3001 Special Werkbreedte Transportbreedte Aanbouwcategorieën zie hoofdstuk 5.2, pagina 53 Aantal rotors Tanden zie hoofdstuk 5.8, pagina 72 Werkdiepte, max. [cm] Basisgewicht [kg] 1340 Afstand d 0,89 Technische gegevens voor berekening van het tractorgewicht en de asbelasting van de tractor KG 3001 Special [kg] 1340...
Pagina 45
Productbeschrijving Rotorcultivator KG 4001 Special Werkbreedte 4,00 Transportbreedte 4,03 Aanbouwcategorieën zie hoofdstuk 5.2, pagina 53 Aantal rotors Tanden zie hoofdstuk 5.8, pagina 72 Werkdiepte, max. [cm] Basisgewicht [kg] 1580 Afstand d 0,89 Technische gegevens voor berekening van het tractorgewicht en de asbelasting van de tractor KG 4001 Special [kg] 1580...
Pagina 46
Productbeschrijving Rotorcultivator KG 3501 Super Werkbreedte 3,50 Transportbreedte 3,50 Aanbouwcategorieën zie hoofdstuk 5.2, pagina 53 Aantal rotors Tanden zie hoofdstuk 5.8, pagina 72 Werkdiepte, max. [cm] Basisgewicht [kg] 1480 Afstand d 0,89 Technische gegevens voor berekening van het tractorgewicht en de asbelasting van de tractor KG 3501 Super [kg] 1480...
Productbeschrijving 4.9.4 Walsen Werkbreedte 2500 mm 3000 mm 3500 mm 4000 mm Wals Type Ø [mm] [kg] [kg] [kg] [kg] Staafwals Tandpackerwals V-ringwals Rijafstand 12,5 cm V-ringwals Rijafstand 12,5 cm V-ringwals Rijafstand 15,0 cm V-ringwals Rijafstand 15,4 cm Matrix-V-ringwals Rijafstand 12,5 cm Matrix-V-ringwals Rijafstand 15,0 cm Matrix-V-ringwals...
Productbeschrijving 4.10 Benodigde tractoruitrusting Om de machine in overeenstemming met de voorschriften te gebruiken, dient de tractor te voldoen aan de volgende voorwaarden. Motorvermogen van de tractor Machinetype maximaal toelaatbaar voor solobedrijf met wals voor gebruik met een zaaimachine KE 2501 Special vanaf 40 kW/55 pk tot 103 kW/140 pk KE 3001 Special...
Productbeschrijving Vulhoeveelheid tandwielkast Machinetype Vulhoeveelheid tandwielkast KE 2501 Special 21 liter KE 3001 Special/ Super 25 liter KE 3501 Super 30 liter KE 4001 Super 35 liter KX 3001 25 liter KG 3001 Special/Super 25 liter KG 3501 Special/Super 30 liter KG 4001 Special/Super 35 liter 4.13...
Opbouw en werking Opbouw en werking De machine wordt op landbouwgrond voor grondbewerking gebruikt. als solomachine met nalopende wals, als onderdeel van een combinatie met nalopende wals en aanbouwzaaimachine, opbouwzaaimachine. Rotoreggen KE Rotoreggen KE hebben versprongen opgestelde tanden. De rotoreg wordt toegepast voor het voorbereiden van de zaadbedden op velden met weinig organische massa.
Pagina 52
Opbouw en werking Rotorcultivator KX/KG Rotorcultivators KG hebben op "greep" staande tanden voor zaadbedbewerking zonder voorbewerking (zaaien in stoppels). Stro en ander organisch materiaal wordt aan de oppervlak gecomposteerd. na zware eg of diepwoeler na het ploegen ...
Opbouw en werking Op "greep" staande tanden hebben een ontmengingseffect. grove aardklonten worden verder getransporteerd dan kleine delen de fijne grond concentreert zich in het onderste bereik van de bewerkte zone, de grove gronddelen blijven een de oppervlakte en beschermen tegen dichtslaan.
Opbouw en werking 5.2.4 Driepuntsverlenging (optie) De driepuntsverlenging is bedoeld om de afstand tussen machine en tractor te vergroten. De driepuntsverlenging bestaat uit 3 afstandsstukken. Ieder afstandsstuk is met 2 bouten op de machine bevestigd en met lunspennen geborgd. 5.2.4.1 Driepuntsverlenging voor rotoreggen KE Afb.
Opbouw en werking Sporenwissers (optie) Bij gemonteerde sporenwissers kan de inbouwruimte tussen tractor en machine zeer klein zijn. Een oplossing zijn driepuntsverlengingen (zie hoofdstuk 5.2.4, pagina 55). Diepe bandensporen op het veld worden door de sporenwisser verwijderd. De sporenwissers zijn met een trekveer uitgerust.
Opbouw en werking Walsen De walsen zijn bedoeld voor ondersteuning van de grondbewerkingsmachine en aanhouden van de werkdiepte, voor versteviging van de bodem, ter bescherming voor het roterende gereedschap van de grondbewerkingsmachine. De grondbewerkingsmachine alleen toepassen in solobedrijf met de hierna genoemde walsen, ...
Pagina 60
Opbouw en werking Walsframe Walstype 1-buis-walsframe 2-buis-walsframe SW 3000-520 ─ Staafwals SW 3500-520 SW 4000-520 L PW 2500-500 L PW 3000-500 ─ L PW 3500-500 L PW 4000-500 Tandpackerwals PW 3000-600 ─ PW 3500-600 PW 3000-600 L KW 2500-520 ─ L KW 3000-520 V-ringwals KW 3000-580...
Opbouw en werking 5.4.1 Staafwals SW SW520 Toepassingsgebied De staafwalsen SW gebruiken op lichte grond. Voor een geringe versteviging van de bodem staat de kooiwals ter beschikking. Beschikt over een zeer goede eigenaandrijving. Afb. 26 5.4.2 Tandpackerwals PW ...
Opbouw en werking 5.4.4 V-ringwals met matrixbandenprofiel KWM KWM600 Toepassingsgebied De V-ringwals met matrixbandenprofiel toepassen op middelzware tot zware bodem. Werking Het matrixbandenprofiel zorgt bij een hoge eigenaandrijving van de dwarsprofielen vooral voor een strookgewijze versteviging. In combinatie met een zaaimachine wordt het zaaigoed in de verdichte grond ingebed.
Opbouw en werking Aandrijving De cardanas (Afb. 31/1) draagt de aandrijfkracht van de tractoraftakas via de machine- overbrenging over op de werktuigdrager. Bij het botsen op een starre hindernis kan de werktuigdrager stil komen te staan. Ter voorkoming van schade aan de overbrenging heeft de machine een overbelastingskoppeling.
Opbouw en werking 5.5.1 Transmissie/toerental tractoraftakas/tandentoerental Verschillende grondsoort vraagt voor het bereiken van het gewenste zaadbed aanpassing van het tandentoerental. De machineoverbrenging maakt deze instelling mogelijk. Kies het tandentoerental nooit hoger dan absoluut noodzakelijk. Wanneer het tandentoerental wordt verhoogt neemt het benodigde vermogen en de slijtage van de tanden onevenredig toe.
Opbouw en werking 5.5.2 Transmissie WHG/KE-Special/Super Het tandentoerental kan door omsteken van de tandwielen in de transmissie WHG/KE-Special en WHG/KE-Super (Afb. 33) worden ingesteld. De tabellen (Afb. 34/Afb. 35) tonen de toerentallen van de tractoraftakas, de tandwielparingen, de tandtoerentallen.
Opbouw en werking 5.5.3 Transmissie WHG/KX Het tandentoerental kan door omsteken of vervangen van de tandwielen in de transmissie WHG/KX (Afb. 36) worden ingesteld. Vervang de tandwielen alleen per paar. De tabel (Afb. 37) toont de toerentallen van de tractoraftakas, ...
Opbouw en werking 5.5.4 Transmissie WHG/KG Super/Special Het tandentoerental kan door omsteken of vervangen van de tandwielparen in de transmissie WHG/KG-Special (Afb. 38) en WHG/KG-Super worden ingesteld. De tabel (Afb. 39) toont de toerentallen van de tractoraftakas, de tandwielparingen, ...
Opbouw en werking Cardanassen De cardanas draagt de aandrijfkracht van de tractoraftakas via de machine-overbrenging over op de werktuigdrager. Het type cardanas is afhankelijk van het type machine en de tractoraftakas. Grondbewerkingsmachine Cardanas Bestelnummer Rotoreg Bondioli & Pavesi LR23 Cardanas met nokkenschakelkoppeling EJ628 KE 2501 Special 1 3/8", 6-delig, 760 mm...
Pagina 69
Opbouw en werking Grondbewerkingsmachine Cardanas Bestelnummer Rotorcultivator Bondioli & Pavesi SFT-H7 Cardanas met nokkenschakelkoppeling EJ582 KG 3001 Special 1 3/8", 6-delig, 760 mm KG 3501 Special KG 4001 Special Bondioli & Pavesi SFT-H7 Cardanas met nokkenschakelkoppeling EJ583 1 3/8", 21-delig, 760 mm Bondioli &...
Opbouw en werking Elektronische transmissiebewaking (optie, alleen KG Super) Bij het botsen op een starre hindernis kan de werktuigdrager stil komen te staan. Een overbelastingskoppeling op de ingangsas van de machineoverbrenging voorkomt, dat de transmissie wordt beschadigd. De rotorcultivator KG Super kan met de elektronische transmissiebewaking zijn uitgerust.
Pagina 71
Opbouw en werking Afb. 43 KE/KX/KG (STARR) BAH0089-9 05.2022...
Opbouw en werking Tanden Lengte van de Grondbewerkingsmachine Tanden tanden KE 2501 Special KE 3001 Special / Super Rotoreg KE Getrokken Special 26 cm KE 3501 Super KE 4001 Super KG Getrokken 33 cm Rotorcultivator KX 3001 KG Greep Special 33 cm Aardappeltanden 40 cm...
Pagina 73
Opbouw en werking Tanden Tanden KE Getrokken Special (linksdraaiend) KG Getrokken Special (linksdraaiend) Afb. 44 Afb. 45 Tanden Tanden KG Greep Special (HD) (linksdraaiend) KG Greep Super (linksdraaiend) Afb. 46 Afb. 47 Tanden Tanden KG Greep Special (HD) (linksdraaiend) Aardappeltanden (linksdraaiend) Afb.
Opbouw en werking 5.8.1 Minimale lengte tanden De tanden zijn onderhavig aan slijtage. De tanden vervangen bij het bereiken van de minimale lengte L = 150 mm. voor het bereiken van de minimale lengte, bij werkzaamheden met grote werkdiepte, om schade resp.
Opbouw en werking Werkdiepte van de grondbewerkingsmachine De grondbewerkingsmachine steunt op de wals. Daardoor wordt de werkdiepte van de grondbewerkingsmachine exact aangehouden. 5.9.1 Mechanische instelling Het verstelsegment (Afb. 52/1) is bedoeld voor het instellen van de werkdiepte. Door het omsteken van de diepte-instelpen (Afb.
Opbouw en werking 5.10 Zijplaat Om de begrenzing van de grondstroom goed te laten verlopen, moet de werkdiepte van de zijplaat, de werkdiepte van de grondbewerkingsmachine aan de grondcondities worden aangepast. De zijplaat is met twee schroeven bevestigd en kan in hoogte worden versteld.
Opbouw en werking 5.11 Aardgeleider (optie) Goed stromende aarde kan ook bij correcte instelling tussen de zijplaat en de wals uittreden. Het uittreden van de aarde wordt voorkomen door de aardgeleider (Afb. 57/1). Afb. 57 5.12 Egalisatiebalk (optie) De egalisatiebalk (Afb. 58/1) ...
Afb. 60 5.14 Combinatiemogelijkheden met andere AMAZONE-machines 5.14.1 Hefframe De grondbewerkingsmachine kan met behulp van het hefframe met een aanbouwzaaimachine (Afb. 61) worden gecombineerd. Deze handleiding beschrijft het aankoppelen van de aanbouwzaaimachine (zie hoofdstuk 5.15,...
Opbouw en werking 5.14.2 QuickLink De grondbewerkingsmachine kan met behulp van de QuickLink-opname (Afb. 62/1) met een AMAZONE-opbouwzaaimachine worden gecombineerd. Afb. 62 De afstand tussen de binnenkanten van de opneempunten (Afb. 63/A) is afhankelijk van de werkbreedte van de zaaicombinatie.
Opbouw en werking 5.15 Werken met een AMAZONE-aanbouwzaaimachine De grondbewerkingsmachine voor het aankoppelen van de aanbouwzaaimachine naar keuze uitrusten met de koppelingsdelen, het hefframe. 5.15.1 Koppelingsdelen (optie) De koppelingsdelen zijn bedoeld om de aanbouwzaaimachine te bevestigen. De koppelingspunten hebben aansluitpunten cat.
Pagina 81
Opbouw en werking Het hefframe 3.2 (Afb. 68) is toegelaten voor zaaimachines tot een totaalgewicht van 2500 kg. De hefframes hebben aansluitpunten cat. II voor het bevestigen van aanbouwzaaimachines van dezelfde categorie. Het hefframe is bedoeld voor het verminderen van de tractorhefkracht. Voor de bediening van het hefframe is een eenvoudig werkende tractorregeleenheid nodig.
Opbouw en werking 5.15.3 Hefbegrenzing (optie) Wanneer de grondbewerkingsmachine met een aftakasaangedrven zaaimachine wordt gecombineerd, kan de hefhoogte van het hefframe worden begrensd, zodat de aftakas ook bij het wenden kan blijven draaien. De precisiezaaimachine blijft ook bij het keren met draaiende aftaksas werken.
Opbouw en werking 5.16 Opsteekoverbrenging (optie) Wanneer een aftakasaangedreven zaaimachine op de doorgaande aftakas moet worden aangesloten, dan kan het hogere walsframe het plaatsen van de cardanas op de aftakasaansluiting mogelijk hinderen. De aansluiting op de aftakas word dan met een opsteekoverbrenging over het walsframe geplaatst.
Opbouw en werking 5.17 Markeurs (optie) De hydraulisch bediende markeurs maken afwisselend rechts en links naast de machine een spoor in de grond. De actieve markeur (Afb. 75/1) maakt hierbij een markering. De bestuurder van de tractor kan deze markering gebruiken ter oriëntatie. De bestuurder moet de markering precies in het midden van de tractor houden.
Opbouw en werking 5.18 Tussengewas-zaaimachine GreenDril 200-E/200-H (optie) Met de tussengewas-zaaimachine GreenDrill kunnen fijne zaden en tussengewassen tijdens de grondbewerking worden gezaaid. Voor het gebruik van de machine met de tussengewaszaaiinrichting GreenDrill de bijbehorende handleidingen in acht nemen! (1) Turbine met elektrische aandrijving (2) Opklapbaar trapje (3) Automatische vergrendeling van de opklapbare ladder Klap de ladder voor het rijden in de transportstand.
Ingebruikname Ingebruikname Dit hoofdstuk voorziet u van informatie over het in bedrijf stellen van uw machine. de wijze waarop u kunt controleren of u de machine aan uw tractor kunt aansluiten. GEVAAR Gevaar voor bekneld raken, snijden, naar binnen trekken en stoten! Vóór elke inbedrijfstelling moeten de machine en de tractor op verkeers- en bedrijfsveiligheid worden gecontroleerd.
Ingebruikname Controleren of de tractor geschikt is WAARSCHUWING Het negeren van de gebruiksvoorschriften kan leiden tot gevaar voor breuk, onvoldoende stabiliteit en onvoldoende stuur- en remvermogen van de tractor! Controleer of uw tractor geschikt is voordat u de machine aan de tractor koppelt.
Ingebruikname 6.1.1 Berekenen van de daadwerkelijke waarden voor het totale gewicht van de tractor, de belastingen van de tractorassen, de draagvermogens van de banden en het minimaal benodigde ballastgewicht Het toelaatbare totaalgewicht van de tractor, aangegeven in het kentekenbewijs, dient hoger te zijn dan de som van ...
Ingebruikname 6.1.1.1 Benodigde gegevens voor de berekening (aangebouwde machine) Afb. 77 [kg] Eigen gewicht van tractor zie bedieningshandleiding van de [kg] Voorasbelasting van de lege tractor tractor/keuringsbrief [kg] Achterasbelasting van de lege tractor [kg] Totale gewicht van de aangehangen Zie hoofdstuk "technische gegevens" of machine of gewicht achter gewicht achter [kg]...
Ingebruikname 6.1.1.2 Berekening van het vereiste minimale ballastgewicht voor G om de V min bestuurbaarheid te waarborgen Noteer het getal voor het berekende minimale ballastgewicht G V min dat aan de voorzijde van de tractor nodig is, in de navolgende tabel. 6.1.1.3 Berekening van de werkelijke voorasbelasting T V tat...
Ingebruikname 6.1.1.7 Tabel Werkelijke waarde Toelaatbare waarde Dubbel toelaatbaar volgens berekening volgens draagvermogen bedieningshandleiding (twee banden) van tractor Minimaal ballastgewicht voor/achter Totaalgewicht Voorasbelasting Achterasbelasting Raadpleeg het kentekenbewijs van uw tractor voor de toelaatbare waarden voor het totaalgewicht van de tractor, de asbelastingen en het draagvermogen van de banden.
Ingebruikname Tractor/machine beveiligen tegen onbedoeld starten en wegrollen WAARSCHUWING Gevaar voor bekneld raken, scharen, snijden, afsnijden, vastgrijpen, opwikkelen, naar binnen trekken, vastgrijpen en stoten bij handelingen aan de machine door onbedoeld zakken van de door de 3-puntshydraulica van de tractor opgeheven, onbeveiligde machine;...
Ingebruikname Bevestiging van de sporenwissers De sporenwissers (optie) monteren. 1. De sporenwisserhouder (Afb. 78/1) met de klemplaat (Afb. 78/2) op het aanbouwframe schroeven. 2. De sporenwisser (Afb. 78/4) met de pen (Afb. 78/3) geheel boven vastzetten en met een lunspen borgen. De werkdiepte wordt op het veld ingesteld.
Pagina 94
Ingebruikname 1. De grondbewerkingsmachine aan de tractor koppelen. 2. De tractor en de machine beveiligen tegen onbedoeld straten en onbedoeld in beweging zetten. 3. De tractoraftakas en de ingaande as van de overbrenging van de machine reinigen en invetten. 4. Beide cardanashelften op de tractoraftakas en de ingangsas van de overbrenging bevestigen.
Ingebruikname Montage van de koppelingsdelen (werkplaats) Afb. 79 1. De koppelingsdraagarmen (Afb. 79/1) in een kraan hangen. 2. De koppelingsdraagarmen samen met twee afstandshulzen (Afb. 79/2) op de grondbewerkingsmachine met twee pennen (Afb. 79/3) vastzetten. 3. De pennen met schroeven (Afb. 79/4) en moeren vastzetten.
Ingebruikname Montage hefframe (vakwerkplaats) Controleer voor de inbedrijfstelling met geopend achterraam, of onderdelen van het hefframe het achterraam niet raken. Aansluiting van de hydraulische leiding van het hefframe op de hydrauliek van de tractortrekstang geeft voordelen. Bij het bedienen van de trekstang van de tractor wordt ...
Ingebruikname 6.6.1 Montage van het hefframe 2.2 (werkplaats) Afb. 81 1. Koppel de tractor op de machine. 2. Zet de machine op een stevige ondergrond. 3. Tractoraftakas uitschakelen, trek de handrem aan, zet de tractormotor af en trek de contactsleutel uit het slot. 4.
Ingebruikname 6.6.2 Montage van het hefframe 3.2 (werkplaats) Afb. 82 1. Koppel de tractor op de machine. 2. Zet de machine op een stevige ondergrond. 3. Tractoraftakas uitschakelen, trek de handrem aan, zet de tractormotor af en trek de contactsleutel uit het slot. 4.
Ingebruikname 6.6.3 Montage van de hefhoogtebegrenzing (werkplaats) VOORZICHTIG Het hydraulische systeem staat onder hoge druk! Maak de hydraulische installatie drukloos voor werkzaamheden aan het hefframe. 1. Koppel de tractor op de machine. 2. Laat het hefframe zakken. 3. Beveilig de tractor/machine tegen onbedoeld starten en wegrollen.
Machine aan- en afkoppelen Machine aan- en afkoppelen Raadpleeg bij het aan- en afkoppelen van machines het hoofdstuk "Veiligheidsinstructies voor de gebruiker". Gevaar Beveilig de tractor en de machine tegen onbedoeld starten en onbedoeld in beweging zetten, voordat u handelingen aan de machine uitvoert.
Pagina 101
Machine aan- en afkoppelen WAARSCHUWING Gevaar voor bekneld raken, snijden, vastgrijpen, naar binnen trekken en stoten als de machine onbedoeld loskomt van de tractor! Gebruik de daartoe bestemde inrichtingen om de tractor en machine in overeenstemming met de voorschriften aan elkaar te koppelen.
Machine aan- en afkoppelen Machine aankoppelen Pas de lengte van de cardanas aan op de tractor (zie hoofdstuk "cardanas op de tractor aanpassen") vóór de eerste keer gebruiken. na de montage/demontage van de driepuntsverlenging. bij gebruik van een ander type tractor. Topstangpennen van de categorie 2 zijn alleen toegestaan voor toepassing zonder opgebouwde zaaimachine.
Pagina 103
Machine aan- en afkoppelen 6. Stuur iedereen weg uit de gevarenzone tussen tractor en machine. 7. Rij met de tractor tot op een afstand van ca. 25 cm naar de machine. De trekstang moet in één lijn staan met de koppelingspunten van de machine.
Pagina 104
Machine aan- en afkoppelen De vereiste hefkracht voor het oplichten van de machine is het laagst, als de tractortopstang horizontaal loopt. 16. De grondbewerkingsmachine door instellen van de topstang horizontaal uitlijnen. 17. Borg de topstang tegen verdraaien. 18. Controleer of de haken van de top- en trekstang goed zijn vergrendeld.
Machine aan- en afkoppelen Machine afkoppelen WAARSCHUWING Gevaar voor bekneld raken, snijden, vastgrijpen, naar binnen trekken en stoten door onvoldoende stabiliteit en omkantelen van de afgekoppelde machine! Zet de machine op een vlakke en stevige ondergrond. VOORZICHTIG Niet de hete transmissie- en cardanasonderdelen aanraken. Beschermende handschoenen dragen.
Machine aan- en afkoppelen Aanbouwzaaimachine koppelen GEVAAR Gevaar voor lichamelijk letsel door de beweging van het hefframe. Houd een minimale afstand van 10,0 m aan tot de machinecombinatie. Bij het optillen van de zaaimachine controleren, off onderdelen van het hefframe het achterraam van de tractor raken. 7.3.1 Bevestiging van de zaaimachine met de koppelingsdelen 1.
Pagina 107
Machine aan- en afkoppelen 7. De borgstrips (Afb. 89/1) wegdraaien en ieder met een pen (Afb. 89/2) vastzetten. Borg de pennen met lunspennen. 8. De topstang (Afb. 90/1) op het bovenste bevestigingspunt (cat. II) van de zaaimachine bevestigen. 9. De pen met een lunspen borgen. 10.
Machine aan- en afkoppelen 7.3.2 Bevestiging van de zaaimachine op het hefframe Afb. 92 Alleen hefframe 2.2 1. De vanghaken (Afb. 93/1) met telkens twee bouten (Afb. 93/2) op het hefframe bevestigen. Het hefframe 2.2 heeft twee gatgroepen voor het vastschroeven van de vanghaken.
Pagina 109
Machine aan- en afkoppelen Alle typen: 2. De borgstrips (Afb. 94/1) ontgrendelen. 2.1 De pen (Afb. 94/2) uittrekken. 3. Stuur iedereen weg uit de gevarenzone tussen grondbewerkingsmachine en zaaimachine. 4. Rijdt achteruit met de grondbewerkingsmachine naar de zaaimachine. 5. De onderste koppelingspunten (Afb. 94/3) van de zaaimachine in de vanghaken Afb.
Machine aan- en afkoppelen Voedingsleiding Greendrill Voor het gebruik van de machine met de tussengewaszaaiinrichting GreenDrill de bijbehorende handleidingen in acht nemen! Afb. 94/… (1) De afdraaiknop beschermd onder de turbine parkeren. (2) De voedingsleiding in de slanghouder plaatsen. Afb. 97 Hydraulische slangleidingen WAARSCHUWING Infectiegevaar door hydraulische olie die onder hoge druk naar...
Machine aan- en afkoppelen 7.5.1 Hydraulische slangleidingen aansluiten Controleer de compatibiliteit van de hydraulische olie. Meng geen minerale olie met biologische olie. De maximale werkdruk in het hydraulische systeem bedraagt 210 bar. Afb. 98 1. Reinig de hydraulische stekker en de hydraulische mof van het tractorregelventiel.
Machine aan- en afkoppelen 7.5.1.1 aan het hefframe Afb. 100/… 1. Voedingsleiding van de hydraulische slangleidingen koppelen Afb. 100 7.5.1.2 op grondbewerkingsmachine Afb. 101/… 1. Voedingsleiding van de rijpadenmarkering koppelen Afb. 101 7.5.2 Hydraulische slangleidingen loskoppelen 1. Het tractorstuurventiel in de zwevende stand (neutrale stand) zetten.
Instellingen Instellingen GEVAAR Instellingen alleen uitvoeren bij uitgeschakelde aftakas (wachten totdat de werktuigdragers tot stilstand gekomen zijn); neergelaten machine, aangetrokken handrem van de tractor; uitgeschakelde tractormotor; verwijderde contactsleutel. WAARSCHUWING Gevaar voor bekneld raken, schuren, snijden, afsnijden, vastgrijpen, opwikkelen, naar binnen trekken, vastgrijpen en stoten door ...
Instellingen Werkdiepte instellen De grondbewerkingsmachine steunt op de wals. Daardoor wordt de werkdiepte van de grondbewerkingsmachine exact aangehouden. 8.1.1 Mechanische instelling 1. Til de machine met de tractorhydrauliek zo ver op, dat de diepte-instelpen (Afb. 103/2) van de draagarm (Afb. 103/1) los komt. 2.
Instellingen De werkdiepte neemt toe des te hoger het getal (Afb. 105/2) is, dat op de draagarm (Afb. 105/3) ligt. 4. De diepte-instelpennen met lunspennen borgen. 5. Houd personen op minimaal 10,0 meter afstand van de machine. Afb. 105 6.
Instellingen Zijplaat instellen Stel de zijplaten zodanig in, dat deze circa 3 cm diep door de grond glijden. Wanneer het veld met veel stro is bedekt en/of grond wordt opgeschoven, de zijplaten hoger instellen. Controleer het arbeidsresultaat na elke instelling. OPMERKING Let erop bij het aantrekken van de schroeven, dat er geen aarde tussen de componenten aanwezig is.
Instellingen 8.2.2 Zijplaat KE special 8.2.2.1 Verticale instelling 1. Schroeven losmaken en verwijderen (Afb. 110/1) 2. Zijplaat in de gewenste positie (Afb. 110/2) zetten 3. Schroeven plaatsen en aantrekken 4. Controleer de schroefverbindingen na 5 uur gebruik op goede bevestiging. Afb.
Instellingen Sporenwissers instellen (optie) GEVAAR Schakel de aftakas van de tractor uit, trek de handrem van de tractor aan, zet de tractormotor af en verwijder de contactsleutel uit het contactslot. Om beschadiging te voorkomen mag de machine niet op de sporenwisser worden afgesteund.
Pagina 119
Instellingen Verticale instelling De greep (Afb. 114/1) is bedoeld voor het instellen van de werkdiepte. Afb. 114 De bovenste borgpen (Afb. 115/1) mag niet worden verwijderd. Afb. 115 Werkdiepte van de sporenwissers instellen: 1. Lunspen verwijderen (Afb. 116/1) 2. Sporenwisser aan de greep vasthouden (Afb.
Instellingen 8.4.1 Overschrijding van de maximale werkdiepte Als door een toenemende slijtage van de tanden aan de grondbewerkingsmachine de maximale werkdiepte van de sporenwissers wordt overschreden (Afb. 117/2), dan moet de houder van de sporenwissers (Afb. 117/1) op een hogere positie worden gemonteerd ...
Instellingen 5. Bevestigingsbouten van de sporenwisserhouder verwijderen (Afb. 120/1) 6. Sporenwisserhouder naar boven draaien (Afb. 120/2) 7. Bevestigingsbouten van de sporenwisserhouder monteren en vastdraaien (Afb. 120/1) Afb. 120 8. Sporenwisser aan de greep in de houder plaatsen (Afb. 121/1) Sporenwisser aan de greep in de gewenste positie plaatsen (Afb.
Instellingen 8.5.1 V-ringwals KW / KWM 1. De zaaimachine afkoppelen. 2. De grondbewerkingsmachine met de tractorhydrauliek zo ver optillen, dat de wals net van de grond vrijkomt. 3. De grondbewerkingsmachine tegen onbedoeld neerlaten ondersteunen. 4. De schroef losmaken. 5. De afstand tussen afstrijker (Afb. 123/1) en walsbuis is 10 mm.
Instellingen Egalisatiebalk instellen Ga als volgt te werk om de egalisatiebalk op de gewenste hoogte te brengen: 1. Het bedieningswerktuig uit de parkeerpositie nemen (Afb. 60/1, zie pagina 78) en op de instelinrichting plaatsen (Afb. 126/1). VOORZICHTIG Gevaar door uitslaan van het bedieningswerktuig! Het bedieningswerktuig (Afb.
Instellingen 8.6.1 Instelling met decentrale egalisatiebalkverstelling Stel alle verstelsegmenten op dezelfde wijze af. Ga als volgt te werk om de egalisatiebalk op de gewenste hoogte te brengen: 1. Het bedieningswerktuig uit de parkeerpositie nemen (Afb. 60/1, zie pagina 78) en op de instelinrichting plaatsen (Afb.
Instellingen Transportvergrendeling hefframe (alle types) 8.7.1 Hefframe vergrendelen 1. Houd personen op minimaal 10,0 meter afstand van de machine. 2. Trek aan de kabel (Afb. 131/1). De vergrendelingshaak (Afb. 131/2) opent. 3. De tractorregeleenheid ( bedienen. groen) Het hefframe wordt opgetild. De tractorregeleenheid ( ) zolang bedienen groen...
Instellingen Instellen van de hefhoogtebegrenzing VOORZICHTIG Gevaar door breuk van de cardanas bij niet-toegestane schuine stand van de aangedreven cardanas! Neem de toegestane schuine stand van de aangedreven cardanas in acht als u de machine optilt. Niet-toegestane schuine stand van de aangedreven cardanas leidt tot verhoogde, vroegtijdige slijtage of tot een indirecte vernietiging van de cardanas.
Instellingen 8.10 Markeurs instellen In te stellen zijn de lengte van de markeurs (Afb. 135/3) de arbeidsintensiteit van de markeurs, afhankelijk van de grondsoort (Afb. 135/4). 1. Trek de handrem aan, zet de tractormotor af en trek de contactsleutel uit het slot. 2.
Transportritten Transportritten Bij het transport op openbare wegen moeten tractor en machine voldoen aan de nationale verkeersvoorschriften (in Duitsland volgens StVZO en StVO) en de ongevallenpreventie voorschriften (in Duitsland de voorschriften van de wettelijke ongevallenverzekering). In Duitsland en vele andere landen is de maximale transportbreedte 3,0 m, voor een aan een tractor aangebouwde machinecombinatie.
Pagina 129
Transportritten GEVAAR Controleer vóór transport door middel van een visuele controle of de pennen van de topstang en trekstang met de originele lunspennen zijn geborgd. Zet voor transport de vergrendeling van de trekstangen van de tractor aan de zijkant vast, zodat de aangebouwde of aangekoppelde machine niet kan gaan slingeren.
Het transport van een machinecombinatie die breder is dan 3,0 m is alleen toegestaan op een transportvoertuig. Let bij het transport van machinecombinaties (zie hoofdstuk "Combinatiemogelijkheden met andere AMAZONE-machines", op pagina 78) op de breedte van het beladen transportvoertuig. De eigenaar van het voertuig en de chauffeur zijn er verantwoordelijk voor, dat deze wettelijke bepalingen worden opgevolgd.
Werken met de machine Werken met de machine Houd u bij het werken met de machine aan de aanwijzingen van hoofdstukken Waarschuwingsstickers en overige aanduidingen op de machine Veiligheidsinstructies voor de gebruiker GEVAAR Gevaar voor bekneld raken, naar binnen trekken en vastgrijpen door aandrijfelementen bij gebruik van de machine zonder daartoe bestemde veiligheidsvoorzieningen.
Pagina 132
Werken met de machine GEVAAR Controleer vóór transport door middel van een visuele controle of de pennen van de topstang en trekstang met de originele lunspennen zijn geborgd. Zet voor transport de vergrendeling van de trekstangen van de tractor aan de zijkant vast, zodat de aangebouwde of aangekoppelde machine niet kan gaan slingeren.
Werken met de machine 10.1 Vullen van de voorraadbak (optie) Voor het gebruik van de machine met de tussengewaszaaiinrichting GreenDrill de bijbehorende handleidingen in acht nemen! 1. De bedieningsterminal uitschakelen. 2. De opstap ontgrendelen (Afb. 139/1) en naar beneden zwenken (Afb. 139/2). Gebruik de traptrede als greep.
Werken met de machine 10.2 Op het veld GEVAAR Houd personen op minimaal 20,0 meter afstand van de machine. 10.2.1 Aanvang van de werkzaamheden 1. De grondbewerkingsmachine zo ver neerlaten, tot de tanden net boven de grond staan en deze net niet raken. 2.
Werken met de machine 10.2.3 De markeur in werkstand zetten In de transportstand is elke markeur met een grendel (Afb. 142/1) gezekerd. Afb. 142 1. Zet de machine op het veld. 2. Ontgrendel beide markeurs. 2.1 Schakel de aftakas van de tractor uit, trek de handrem van de tractor aan, zet de tractormotor af en trek de contactsleutel uit het contactslot.
Werken met de machine 10.2.4 Uitschuifbare zijplaat in de werkstand zetten Specificaties van de draairichting hebben betrekking op de weergegeven linker machinezijde. Bij de werkzaamheden aan de rechter machinezijde is de draairichting tegengesteld. 1. Veerclip (Afb. 144/4) demonteren 2. Bedieningsgereedschap (Afb. 144/2) op de instelas (Afb.
Werken met de machine 10.3 Tijdens het werk Corrigeer bij tandslijtage de instelling van de werkdiepte van de grondbewerkingsmachine van de zijplaten de sporenwissers. Bij grotere werkdiepten moeten de tanden al voor het bereiken van de minimale lengte worden vervangen door nieuwe tande, om schade resp.
Werken met de machine 10.4 Na het gebruik Let erop bij het neerzetten van de machine, dat de grondbewerkingsmachine op een vaste ondergrond staat. 10.4.1 Sporenwisser in de transportstand zetten Let erop bij het neerzetten van de machine, dat de grondbewerkingsmachine op een vaste ondergrond staat.
Werken met de machine 10.4.2 Markeur in transportstand zetten GEVAAR De markeurs moeten direct na het werk op het veld worden geborgd (transportstand). Onbeveiligde markeurs kunnen onbedoeld in de werkstand zwenken en ernstig letsel veroorzaken. De markeurs moeten pas vlak voor het werk op het veld worden losgemaakt.
Werken met de machine 10.4.3 Verschuifbare zijplaat in de transportstand zetten Specificaties van de draairichting hebben betrekking op de linker machinezijde. Bij de werkzaamheden aan de rechter machinezijde is de draairichting tegengesteld. 1. Veerclip (Afb. 151/4) demonteren 2. Bedieningsgereedschap (Afb. 151/3) op de instelas (Afb.
Storingen Storingen WAARSCHUWING Gevaar voor bekneld raken, schuren, snijden, afsnijden, vastgrijpen, opwikkelen, naar binnen trekken, vastgrijpen en stoten door onbedoeld zakken van de door de 3-puntshydraulica van de tractor opgeheven machine. onbedoeld zakken van opgeheven, onbeveiligde onderdelen van de machine. ...
Storingen 11.3 Hall-sensor op aandrijving De Hall-sensor is magnetisch. In geval van storing de Hall-sensor er uit schroeven, spanen van contactvlakken verwijderen en reinigen. Afb. 153/1 Hall-sensor op aandrijving WHG/KG-Super Afb. 153 11.4 Breken van de markeurbeveiliging Komt de markeur tegen een vast obstakel, dan breekt een bout (Afb.
Reiniging, onderhoud en reparatie Reiniging, onderhoud en reparatie 12.1 Veiligheid WAARSCHUWING Gevaar voor bekneld raken, schuren, snijden, afsnijden, vastgrijpen, opwikkelen, naar binnen trekken, vastgrijpen en stoten door onbedoeld zakken van de door de 3-puntshydraulica van de tractor opgeheven machine. ...
Reiniging, onderhoud en reparatie 12.2 Machine reinigen Controleer rem-, lucht- en hydraulische slangleidingen zeer zorgvuldig! Behandel rem-, lucht- en hydraulische slangleidingen nooit met benzine, benzeen, petroleum of minerale oliën. Na het schoonmaken de machine doorsmeren, vooral na het reinigen met een hogedrukspuit of stoomcleaner of vet oplossende middelen.
Reiniging, onderhoud en reparatie 12.3 Instelwerkzaamheden 12.3.1 Omsteken van de tandwielen in WHG/KE-Special/Super (werkplaats) 1. Tractoraftakas uitschakelen, trek de handrem aan, zet de tractormotor af en trek de contactsleutel uit het slot. 2. Demonteer de cardanassen met de bijbehorende bescherming. 3.
Reiniging, onderhoud en reparatie 12.3.2 Omsteken/vervangen van de tandwielen WHG/KX / WHG/KG-Special/Super (werkplaats) Bij het openen van de transmissiedeksel ontsnapt transmissieolie. Ter voorkoming van vervuiling door ontsnappende olie, de aangebouwde machine via de 3-puntshydrauliek van de tractor optillen, tot de machine onder een hoek van ca. 30° naar voren helt.
Reiniging, onderhoud en reparatie 12.3.2.2 Omsteken/vervangen van de tandwielen WHG/KG-Special/Super (werkplaats) 1. De grondbewerkingsmachine aan de tractor koppelen. 2. De zaaimachine afkoppelen. 3. De machine via de 3-puntshydrauliek van de tractor ca. 30° naar voren laten hellen. 4. Tractoraftakas uitschakelen, trek de handrem aan, zet de tractormotor af en trek de contactsleutel uit het slot.
Reiniging, onderhoud en reparatie 12.3.3 Tanden vervangen (werkplaats) GEVAAR De solomachine met een kraan optillen en goed ondersteunen. 1. De solomachine in een werkplaats met een kraan optillen en goed ondersteunen. 2. Verwijder de lunspen (Afb. 162/1). 3. De pen (Afb. 162/2) naar boven toe uit de werktuigdrager slaan.
Reiniging, onderhoud en reparatie 12.4 Sporenwissers controleren De tractorsporenwissers zijn onderhevig aan natuurlijke slijtage. Om schade resp. slijtage een de werktuigdragers te voorkomen, mogen de werktuigen, gemeten aan de punt, maximaal 50 mm slijten (Afb. 183/1). Afb. 165 Schijven tijdig vervangen: 1.
Reiniging, onderhoud en reparatie 1. Bevestigingsmoeren losmaken (Afb. 167/1). 2. Versleten zaaischijven vervangen of zaaischijven aanpassen op de omstandigheden. 3. Bevestigingsmoeren vastdraaien (Afb. 167/1). Let op het volgende bij het vervangen van de zaaischijven: Monteer de zaaischijven zonder spleet parallel met de gereedschapsdrager.
Reiniging, onderhoud en reparatie Dit pictogram geeft een smeerpunt aan. Fig. 169 12.5.1 Smeermiddelen Alleen in de tabel genoemde smeermiddelen of Bedrijf Naam smeermiddel een ander lithiumzeep-multifunctioneel vet met EP-additieven gebruiken. ARAL Aralub HL2 FINA Marson L2 ESSO Beacon 2 SHELL Retinax A KE/KX/KG (STARR) BAH0089-9 05.2022...
Reiniging, onderhoud en reparatie 12.5.2 Overzicht smeerpunten Smeerpunten Aantal Smeerinterval Aanwijzing (zie figuur) smeernippels De cardanas aan de hand van het Afb. 170/1 50 uur onderhoudsschema van de leverancier smeren. De beschermbuizen en profielbuizen invetten. Afb. 170/2 50 u Door invetten van de beschermbuizen wordt vastvriezen voorkomen.
Reiniging, onderhoud en reparatie Onderhouds- en verzorgingsschema – overzicht 12.6 De onderhoudsbeurten uitvoeren zodra de eerste termijn is bereikt. Tijdsintervallen, draai-uren van de motor en onderhoudsintervallen van de eventueel bijgeleverde documenten van derden hebben voorrang op het onderhoudsschema. Vóór het eerste gebruik Werk- Hydraulische slangleidingen hfdst.
Pagina 155
Reiniging, onderhoud en reparatie Vóór aanvang van de Pennen van de trekstangen en topstang hfdst. 12.13 werkzaamheden controleren (dagelijks) Controle: lengte van de tanden Na het werk Machine reinigen (indien nodig) hfdst. 12.2 (dagelijks) Elke week Werk- Hydraulische slangleidingen controleren. hfdst.
Reiniging, onderhoud en reparatie 12.7 Transmissie WHG/KE-Special/Super 12.7.1 Ontluchting De transmissie heeft een ontluchtingsleiding (Afb. 177/1). De ontluchting moet zijn gewaarborgd, zodat geen lekkage optreedt. 12.7.2 Oliepeil controleren 1. Zet de machine op een horizontale ondergrond. 2. Lees het oliepeil via de peilstok af. Bij een correcte hoeveelheid bevindt het oliepeil zich tussen de markeringen op de peilstok.
Reiniging, onderhoud en reparatie 12.8 Transmissie WHG/KX 12.8.1 Ontluchting De oliepeilstok heeft een ontluchtingsventiel. De ontluchting moet zijn gewaarborgd, zodat geen lekkage optreedt. 12.8.2 Oliepeil controleren 1. Zet de machine op een horizontale ondergrond. 2. Lees het oliepeil via de peilstok af. Bij een correcte hoeveelheid bevindt het oliepeil zich tussen de markeringen op de peilstok.
Reiniging, onderhoud en reparatie 12.9 Transmissie WHG/KG Super/Special 12.9.1 Ontluchting De oliepeilstok heeft een ontluchtingsventiel. De ontluchting moet zijn gewaarborgd, zodat geen lekkage optreedt. 12.9.2 Oliepeil controleren 1. Zet de machine op een horizontale ondergrond. 2. Lees het oliepeil via de peilstok af. Bij een correcte hoeveelheid bevindt het oliepeil zich tussen de markeringen op de peilstok.
Reiniging, onderhoud en reparatie 12.10 Tandwielkast Er mag geen vuil in het tandwielhuis terecht komen. De olie hoeft niet ververst te worden. 12.10.1 Ontluchting De tandwielkast heeft een ontluchtingsleiding (Afb. 180/1). De ontluchting moet zijn gewaarborgd, zodat geen lekkage optreedt. 12.10.2 Oliepeil controleren (alleen rotorcultivator KG en KX) 1.
Reiniging, onderhoud en reparatie 12.11 Vervangen oliefilter in koelkit (werkplaats) 1. De oliefilterhouder demonteren: 2. De schroeven (Afb. 182/1) losdraaien. 3. Verwijder de oliefilterhouder (Afb. 182/2) voorzichtig, vang ontsnappende olie op. 4. Vervang het oliefilter in de oliefilterhouder. Afb. 182 12.12 Sporenwissers controleren De sporenwissers zijn onderhevig aan natuurlijke...
Reiniging, onderhoud en reparatie 12.12.1 Vervangen van zaaischijven (vakwerkplaats) VOORZICHTIG De zaaischijven bestaan uit gehard materiaal. Wanneer bij het demonteren of monteren een hamer wordt gebruikt, kunnen vooral de punten afbreken waardoor ernstig letsel kan ontstaan! VOORZICHTIG Bij het vervangen van zaaischijven zeer voorzichtig te werk gaan! De bouten in het vierkant mogen niet meedraaien.
Reiniging, onderhoud en reparatie 12.12.2 Trekveer van de overbelastingsbeveiliging vervangen (in de werkplaats) VOORZICHTIG Als overbelastingsbeveiliging van de tanden worden trekveren gebruikt die onder hoge voorspanning staan. Voor het monteren en demonteren van de trekveren moeten passende inrichtingen worden gebruikt. Anders bestaat er gevaar voor verwondingen! Meer informatie over klantenservice / dealers.
Vervang beschadigde en verouderde hydraulische slangen! Gebruik alleen originele AMAZONE hydraulische slangen! Gebruik hydraulische slangen niet langer dan zes jaar. Ook bij correcte opslag en belasting zijn de slangen en slangkoppelingen onderhavig aan een natuurlijke veroudering, daarom is de opslagtijd en de gebruiksduur begrensd.
Reiniging, onderhoud en reparatie 12.15.1 Markering van hydraulische slangleidingen De aanduidingen op de slangen hebben de volgende betekenis: Afb. 186/... (1) Type-aanduiding van de fabrikant van de hydraulische slangleiding (A1HF) (2) Productiedatum van de hydraulische slangleiding (15/02 = jaar / maand = februari 2015) (3) Maximaal toelaatbare bedrijfsdruk (210 bar).
Reiniging, onderhoud en reparatie 12.15.3 Inspectiecriteria voor hydraulische slangleidingen Hanteer de volgende inspectiecriteria voor uw eigen veiligheid en voor de beperking van de belasting van het milieu! Vervang hydraulische slangleidingen wanneer deze aan ten minste één criterium uit de volgende lijst voldoen: ...
12.15.4 Montage en demontage van hydraulische slangleidingen Houd bij de montage en demontage van hydraulische slangleidingen altijd de volgende instructies aan: Gebruik alleen originele AMAZONE hydraulische slangen! Zorg voor een schone werkplek. U moet de hydraulische slangleidingen altijd zodanig monteren, dat onder alle bedrijfsomstandigheden ...
Reiniging, onderhoud en reparatie 12.17 Aanhaalmomenten bouten Houd rekening met de speciale instructies voor aanhaalmomenten in het hoofdstuk onderhoud. De tabel toont toegestane maximale waarden voor koppelingen met een wrijvingswaarde van µ=0,12 en bevat geen andere veiligheidsfactoren. Genoemde waarden zijn bedoeld als richtwaarden! 10.9 12.9...
Pagina 170
Reiniging, onderhoud en reparatie De opgegeven waarden zijn richtwaarden! 19,3 KE/KX/KG (STARR) BAH0089-9 05.2022...
Pagina 171
Reiniging, onderhoud en reparatie KE/KX/KG (STARR) BAH0089-9 05.2022...
Pagina 172
Notities Notities Plaats voor uw notities: KE/KX/KG (STARR) BAH0089-9 05.2022...
Pagina 173
Notities KE/KX/KG (STARR) BAH0089-9 05.2022...
Pagina 174
H. DREYER SE & Co. KG Postfach 51 Tel.: + 49 (0) 5405 501-0 D-49202 Hasbergen-Gaste E-mail: amazone@amazone.de Germany http:// www.amazone.de...