Samenvatting van Inhoud voor Amazone Centaya 3000 Super 1600
Pagina 1
Originele bedieningshandleiding Pneumatische opbouwzaaimachine Centaya 3000/3500/4000 Super 1600 Centaya 3000/3500/4000 Super 2000 Centaya 3000-C/3500-C/4000-C Super SmartLearning www.amazone.de...
Pagina 2
Vul hier de identificatiegegevens van de machine in. U vindt de identificatiegegevens op het typeplaatje.
INHOUDSOPGAVE INHOUDSOPGAVE 4.5.3 Beschrijving van de 1 Over deze bedieningshandleiding waarschuwingsborden Gebruikte beschrijvingen Typeplaat van de machine 1.1.1 Waarschuwingen en signalen SmartCenter 1.1.2 Verdere aanwijzingen Opbergkoker 1.1.3 Handelingsinstructies Handwastank 1.1.4 Opsommingen 4.10 Universeel bedieningswerktuig 1.1.5 Positienummers in afbeeldingen 4.11 Tank Tevens geldende documenten 4.12 Transportventilator...
Pagina 4
INHOUDSOPGAVE Optimale werksnelheid 6.3.17 Rijenafstand instellen Grondbewerkingswerktuigen 6.3.18 Snelheidssensor instellen Toegestane aanbouwcategorieën 6.3.19 Laadrand met trap bedienen Gegevens over 6.3.20 Doseerder voorbereiden voor het geluidsontwikkeling gebruik Berijdbare schuine helling Machine voorbereiden voor het rijden op straat Technische gegevens van de tractor 6.4.1 Rijpadenmarkeerapparaat aan het...
1 | Over deze bedieningshandleiding Over deze bedieningshandleiding CMS-T-00000081-D.1 1.1 Gebruikte beschrijvingen CMS-T-005676-C.1 1.1.1 Waarschuwingen en signalen CMS-T-00002415-A.1 Waarschuwingen zijn gemarkeerd met een verticale balk met een driehoekig veiligheidssymbool en een signaalwoord. De signaalwoorden "GEVAAR", "WAARSCHUWING" of "VOORZICHTIG" beschrijven de ernst van het dreigende risico en hebben de volgende betekenis: GEVAAR Verwijst naar een direct gevaar met een...
1 | Over deze bedieningshandleiding Gebruikte beschrijvingen 1.1.2 Verdere aanwijzingen CMS-T-00002416-A.1 BELANGRIJK Wijst op een risico voor machineschade. INSTRUCTIE MILIEUBESCHERMING Wijst op een risico voor milieuschade. AANWIJZING Wijst op gebruikstips en informatie voor een optimaal gebruik. 1.1.3 Handelingsinstructies CMS-T-00000473-B.1 Genummerde handelingsinstructies CMS-T-005217-B.1 Handelingen die in een bepaalde volgorde moeten worden uitgevoerd zijn weergegeven als genummerde...
1 | Over deze bedieningshandleiding Gebruikte beschrijvingen 1.1.3.2 Alternatieve handelingsinstructies CMS-T-00000110-B.1 Alternatieve handelingsinstructies worden ingeleid met het woord "of". Voorbeeld: 1. Bedieningsinstructie 1 alternatieve handelingsinstructie 2. Bedieningsinstructie 2 Handelingsinstructies met slechts één handeling CMS-T-005211-C.1 Handelingsinstructies met slechts één handeling worden niet genummerd maar met een pijl weergegeven.
2 | Veiligheid en verantwoordelijkheid Veiligheid en verantwoordelijkheid CMS-T-00004920-C.1 2.1 Principiële veiligheidsinstructies CMS-T-00004921-C.1 2.1.1 Betekenis van de bedieningshandleiding CMS-T-00006180-A.1 Bedieningshandleiding in acht nemen: De bedieningshandleiding is een belangrijk document en vormt een onderdeel van de machine. Deze is bestemd voor de gebruiker en bevat veiligheidsrelevante gegevens. Alleen de werkwijzen die in de bedieningshandleiding zijn opgegeven, zijn veilig.
2 | Veiligheid en verantwoordelijkheid Principiële veiligheidsinstructies persoon die met de machine werkt voldoen aan de volgende minimumeisen: De persoon is lichamelijk en mentaal in staat de machine te controleren. De persoon kan de werkzaamheden met de machine in het kader van deze bedieningshandleiding veilig uitvoeren.
2 | Veiligheid en verantwoordelijkheid Principiële veiligheidsinstructies Landbouwers kunnen bijvoorbeeld zijn: Landbouwers met een universitair diploma of een opleiding aan een technische hogeschool Landbouwers uit ervaring (bijv. geërfde boerderij, uitgebreide kennis door ervaring) Loonondernemers die werken in opdracht van landbouwers Voorbeeld: Veiligheidsinstructies voor de landbouwassistent 2.1.2.1.4 Landbouwassistent...
2 | Veiligheid en verantwoordelijkheid Principiële veiligheidsinstructies 2.1.2.3 Gevaar voor kinderen CMS-T-00002308-A.1 Kinderen in gevaar Kinderen kunnen risico's niet inschatten en gedragen zich onvoorspelbaar. Daardoor zijn kinderen bijzonder in gevaar. Houd kinderen uit de buurt. Als u wegrijdt of machinebewegingen activeert, moet u controleren of er geen kinderen in de gevarenzone aanwezig zijn.
2 | Veiligheid en verantwoordelijkheid Principiële veiligheidsinstructies 2.1.2.4.2 Persoonlijke beschermingsuitrusting CMS-T-00002316-B.1 Persoonlijke veiligheidsuitrusting Het dragen van een persoonlijke veiligheidsuitrusting is een belangrijke bouwsteen voor de veiligheid. Ontbrekende of ongeschikte persoonlijke veiligheidsuitrusting verhoogt het risico op gezondheidsschade en letsels. Tot de persoonlijke veiligheidsuitrusting behoren bijvoorbeeld: werkhandschoenen, veiligheidsschoenen, beschermende kleding, adembescherming, gehoorbescherming, gezichts- en oogbescherming Leg de persoonlijke veiligheidsuitrustingen voor de desbetreffende toepassing vast en stel deze...
2 | Veiligheid en verantwoordelijkheid Principiële veiligheidsinstructies 2.1.3 Gevaren kennen en vermijden CMS-T-00004922-A.1 2.1.3.1 Gevarenbronnen aan de machine CMS-T-00004924-A.1 Vloeistoffen onder druk Onder hoge druk ontsnappende hydraulische olie kan door de huid in het lichaam dringen en zware letsels veroorzaken. Zelfs een gat ter grootte van een speldenknop kan ernstig letsel veroorzaken bij mensen. Voor u hydraulische slangen afkoppelt of op schade onderzoekt, schakelt u het hydraulische systeem drukloos.
2 | Veiligheid en verantwoordelijkheid Principiële veiligheidsinstructies 2.1.3.2 Gevarenzones CMS-T-00004923-A.1 Gevarenzones aan de machine In de gevarenzones bestaan de volgende belangrijke risico's: De machine en de werktuigen bewegen afhankelijk van het werk. Hydraulisch opgetilde machinedelen kunnen ongemerkt en langzaam dalen. Tractor en machine kunnen onbedoeld wegrollen.
2 | Veiligheid en verantwoordelijkheid Principiële veiligheidsinstructies 2.1.4 Veilig werken en veilige omgang met de machine CMS-T-00002304-H.1 2.1.4.1 Machines aankoppelen CMS-T-00002320-D.1 Koppel de machine aan de tractor Als de machine niet correct op de tractor wordt gekoppeld, ontstaan er gevaren die tot ernstige ongelukken kunnen leiden.
2 | Veiligheid en verantwoordelijkheid Principiële veiligheidsinstructies 2.1.4.2 Rijveiligheid CMS-T-00002321-D.1 Risico's bij het rijden op straat en op het veld Aan een tractor aangebouwde of aangekoppelde machines en gewichten aan voor- of achterzijde beïnvloeden het rijgedrag, de stuureigenschappen en het remvermogen van de tractor. De rijeigenschappen zijn afhankelijk van de bedrijfstoestand, de vulling of lading en de ondergrond.
Laat constructieve wijzigingen en uitbreidingen alleen uitvoeren door een gekwalificeerde vakwerkplaats. Opdat de goedkeuring volgens nationale en internationale voorschriften haar geldigheid behoudt, moet u waarborgen dat het vakbedrijf alleen de door AMAZONE vrijgegeven ombouwcomponenten, reserveonderdelen en accessoires gebruikt. MG7327-NL-II | A.1 | 30.05.2022...
2 | Veiligheid en verantwoordelijkheid Principiële veiligheidsinstructies 2.1.5.2 Werkzaamheden aan de machine CMS-T-00002323-C.1 Werkzaamheden alleen aan de uitgeschakelde machine Als de machine niet uitgeschakeld is, kunnen delen ervan onverwacht bewegen of kan de machine zich in beweging zetten. Daardoor kunnen ernstige of dodelijke letsels worden veroorzaakt. Schakel de machine vóór de uitvoering van werkzaamheden aan de machine uit en beveilig ze.
Pagina 22
2 | Veiligheid en verantwoordelijkheid Principiële veiligheidsinstructies Reparatiewerkzaamheden Ondeskundige reparatiewerkzaamheden, met name aan veiligheidsrelevante onderdelen, brengen de bedrijfsveiligheid in gevaar. Dit kan ongelukken met ernstig of dodelijk letsel worden veroorzaakt. Tot de veiligheidsrelevante onderdelen behoren bijvoorbeeld hydraulische componenten, elektronische onderdelen, frame, veren, aanhangkoppeling, assen en asophangingen, leidingen en tanks die brandbare stoffen bevatten.
2.1.5.3 Bedrijfsmiddelen CMS-T-00002324-C.1 Ongeschikte bedrijfsmiddelen Bedrijfsmiddelen die niet beantwoorden aan de eisen van AMAZONE kunnen schade aan de machine en ongevallen veroorzaken. Gebruik alleen bedrijfsmiddelen die voldoen aan de eisen in de technische gegevens. 2.1.5.4 Speciale uitrustingen en reserveonderdelen CMS-T-00002325-B.1...
2 | Veiligheid en verantwoordelijkheid Veiligheidsroutines 2.2 Veiligheidsroutines CMS-T-00002300-C.1 Tractor en machine beveiligen Indien tractor en machine niet beveiligd zijn tegen ongewenst starten en wegrollen, kunnen de tractor en de machine zich ongecontroleerd in beweging zetten en personen aanrijden, verpletteren of doden. Laat de opgetilde machine of machinedelen zakken.
Pagina 25
2 | Veiligheid en verantwoordelijkheid Veiligheidsroutines Opstappen en afstappen Door onvoorzichtig gedrag bij het opstappen en afstappen kunnen personen van de ladder vallen. Personen die niet via de normale klimhulp op de machine klimmen, kunnen uitglijden, vallen en zwaar gewond raken. Gebruik alleen de passende klimhulpen Vuil en bedrijfsmiddelen kunnen voor een gladde ondergrond zorgen en de stabiliteit aantasten.
Meer informatie over het correcte gebruik voor bijzondere gevallen kan bij AMAZONE worden opgevraagd. Andere dan de vermelde toegestane toepassingen worden beschouwd als niet toegestaan.
4 | Productbeschrijving Productbeschrijving CMS-T-00007155-A.1 4.1 Overzicht van de machine CMS-T-00007156-A.1 CMS-I-00005008 Reservoir met rolzeil Dubbele zaaischijf TwinTec, naar keuze Control- schijf RoTeC Markeur op de grondbewerkingsmachine Rijpaden-markeerapparaat Turbine Radarsensor Typeplaat van de machine MG7327-NL-II | A.1 | 30.05.2022...
Pagina 28
4 | Productbeschrijving Overzicht van de machine CMS-I-00005009 Segmentverdelerkop Laadrand met trap Zaadtoevoerslangen Zaaigoeddoseerunit Exacteg, of rolleneg. CMS-I-00005015 SmartCenter Paneel voor de voedingsleidingen MG7327-NL-II | A.1 | 30.05.2022...
4 | Productbeschrijving Werking van de machine 4.2 Werking van de machine CMS-T-00007181-A.1 CMS-I-00005034 Het doseergoed wordt in de bak 1 meegenomen en via het transporttraject en de verdeelkoppen 4 naar de zaaikouters 3 getransporteerd. De zaaikouter vormt een zaaivoor en plaatst het doseergoed in het zaaibed.
4 | Productbeschrijving Beschermingsinrichtingen 4.4.2 Turbinebeschermrooster CMS-T-00007659-A.1 Het turbinebeschermrooster 1 beschermt tegen lichamelijk letsel door roterende delen en beschadiging door vreemde voorwerpen. CMS-I-00005368 4.4.3 Verkeersveiligheidsbalk CMS-T-00007937-A.1 De verkeersveiligheidsbalk 1 dekt de tanden van de exacteg af om tegen lichamelijk letsel en beschadigingen te beschermen.
4 | Productbeschrijving Waarschuwingsborden CMS-I-00005104 4.5.2 Opbouw van de waarschuwingen CMS-T-000141-D.1 Waarschuwingsborden markeren gevaarlijke plaatsen op de machine en waarschuwen voor restgevaren. Op deze plaatsen doen zich permanent of onverwacht gevaarlijke situaties voor. Een waarschuwingsbord bestaat uit 2 vlakken: Veld 1 toont het volgende: Een illustratie van de gevarenzone omgeven met een driehoekig veiligheidssymbool Het bestelnummer...
4 | Productbeschrijving Waarschuwingsborden 4.5.3 Beschrijving van de waarschuwingsborden CMS-T-00007191-A.1 MD 078 Beknellingsgevaar voor vingers of handen Zolang de motor van de tractor of de machine draait, blijft u op afstand van de gevaarlijke plekken. Als u gemarkeerde delen met de hand moet bewegen, let dan op de beknellingsposities.
Pagina 35
4 | Productbeschrijving Waarschuwingsborden MD 096 Infectiegevaar door hydraulische olie die onder hoge druk naar buiten stroomt Zoek nooit met de hand of de vingers naar lekken in hydraulische slangen. Dicht lekkende hydraulische slangen nooit af met de hand of de vingers. Als u gewond bent geraakt door hydraulische olie, moet u onmiddellijk een arts raadplegen.
Pagina 36
4 | Productbeschrijving Waarschuwingsborden MD 199 Gevaar voor ongevallen door te hoge druk in het hydraulische systeem Koppel de machine alleen met tractoren die een maximale hydraulische druk van 210 bar ter beschikking stellen. CMS-I-00000486 MD 154 Gevaar voor lichamelijk of dodelijk letsel door onbeschermde zaaiegtanden Voordat u op de openbare weg rijdt, brengt u de verkeersveiligheidsbalk aan, zoals in...
Pagina 37
4 | Productbeschrijving Waarschuwingsborden MD274 Gevaar voor beknelling door omvallende machine Maak de zaaigoedtank leeg. Voor u de lege opbouwmachine neerzet, monteert u de steunen. MD274 CMS-I-00004664 MD 224 Gevaar voor de gezondheid door water uit de handwastank Gebruik het water uit de handwastank nooit als drinkwater.
4 | Productbeschrijving Typeplaat van de machine MD256 Gevaar voor ongevallen door ondeskundig aangebrachte hijsmiddelen Als de hijsmiddelen op niet geschikte plaatsen worden bevestigd, kan de machine tijdens het heffen beschadigd worden en de veiligheid in het gedrang komen. Breng de hijsmiddelen voor het hijsen alleen aan MD256 op de geschikte bevestigingspunten.
4 | Productbeschrijving Opbergkoker Afhankelijk van de uitrusting kan de kalibratie op het SmartCenter via de TwinTerminal 1 of de kalibratietoets worden gestart. De weegcel 2 en de vouwemmer 4 zijn bedoeld voor het afwegen van het zaaigoed. De opklapbare beugel 3 dient voor het ophangen van de weegcel.
4 | Productbeschrijving Universeel bedieningswerktuig 4.10 Universeel bedieningswerktuig CMS-T-00001735-B.1 Met het universele bedieningswerktuig 1 worden instelwerkzaamheden aan de machine uitgevoerd. Het universele bedieningswerktuig wordt aan het machineframe in een houder bewaard. CMS-I-00001082 4.11 Tank CMS-T-00007283-A.1 Het rolzeil 1 beschermt de inhoud van de bak tegen water en stof.
4 | Productbeschrijving Transportventilator 4.12 Transportventilator CMS-T-00003152-D.1 De transportventilator zorgt voor een luchtstroom waarmee het zaaigoed naar de zaaimachine via het transporttraject wordt gevoerd. De transportventilator wordt door een hydromotor aangedreven. Het turbinebeschermrooster beschermt de bediener tegen lichamelijk letsel door roterende delen en de turbine tegen vreemde voorwerpen.
4 | Productbeschrijving Cycloonafscheider Single-Shoot via Y-stuk/Double-Shoot, 2-kamerbak Turbine Doseerunit Kalibratiekleppen Transporttrajecten CMS-I-00006462 Single-Shoot/secundaire verdeling voor FTender, 2-kamerbak Turbine Doseerunit Kalibratieklep Transporttraject FTender Transporttraject 2-kamerbak CMS-I-00006463 4.14 Cycloonafscheider CMS-T-00005099-B.1 De cycloonafscheider 1 beschermt de turbine en de machine onder zeer stoffige bedrijfsomstandigheden. De aangezogen lucht 3 wordt in de cycloonafscheider zo sterk in rotatie gebracht dat de verontreinigingen tegen de buitenwand worden...
4 | Productbeschrijving Aanbouwframe 4.15 Aanbouwframe CMS-T-00004881-B.1 De opbouwzaaimachine wordt met twee opnames 1 aan de grondbewerkingsmachine 2 bevestigd. CMS-I-00003592 Daarnaast wordt de opbouwzaaimachine met een topstang 2 met de grondbewerkingsmachine 2 verbonden. CMS-I-00004568 4.16 Verlichting CMS-T-00007661-A.1 4.16.1 Achterverlichting en markeringen voor het openbare wegverkeer CMS-T-00001498-E.1 Waarschuwingsborden Achterlicht, rood...
4 | Productbeschrijving Verlichting AANWIJZING De verlichting en markering voor het rijden op straat kan afhankelijk van de nationale voorschriften variëren. 4.16.2 Werkverlichting CMS-T-00007278-A.1 Dankzij de werkschijnwerpers 1 is het bewerkingsgebied ook in het donker goed zichtbaar. De werkschijnwerpers worden via de bedieningsterminal ingeschakeld en uitgeschakeld.
4 | Productbeschrijving Segmentverdelerkop Dankzij de schijfveldverlichting 1 zijn de zaaikouters in het donker beter te zien. De schijfveldverlichting wordt samen met de werkschijnwerpers via de bedieningsterminal ingeschakeld en uitgeschakeld. CMS-I-00005116 4.16.3 Bakbinnenverlichting CMS-T-00007662-A.1 De bakbinnenverlichting 1 dient voor een beter zicht in de bak en vergemakkelijkt de controle van het vulpeil.
4 | Productbeschrijving Halfzijdeschakeling Afhankelijk van de uitrusting is de segmentverdelerkop uitgerust met rijpadsegmenten. De rijpadsegmenten sluiten met een stelmotor 3 de verdelerkopuitgang. De zaadleidingen aan de rijpadsegmenten zijn gekenmerkt met een rode kabelbinder. De pijl 4 geeft aan of de klep geopend of gesloten is.
4 | Productbeschrijving TwinTeC-zaaischijf 4.19 TwinTeC-zaaischijf CMS-T-00004346-C.1 De TwinTeC-zaaischijf is een dubbele zaaischijf voor geploegde of gemulchde grond. De holle schijven 2 vormen de zaaivoor. Het doseergoed wordt tussen de holle schijven geleid en valt in de zaaivoor. De dieptegeleidingsrol 1 leidt de dubbele zaaischijf naar de ingestelde zaaidiepte en zorgt voor een goede plaatsing van het doseergoed.
4 | Productbeschrijving Exacteg De dieptegeleidingsschijf Control 10 1 heeft een 10 mm breed spoor en wordt op zwaardere grond toegepast. CMS-I-00005195 4.21 Exacteg CMS-T-00006330-A.1 De egtanden 2 van de exacteg liggen horizontaal op de grond en bedekken het neergelegde doseergoed gelijkmatig met losse aarde.
4 | Productbeschrijving Zaaischijfeg 4.22 Zaaischijfeg CMS-T-00006648-A.1 De egtanden 1 van de zaaischijfeg bedekken het neergelegde doseergoed gelijkmatig met losse aarde. De instelhoek en de hoogte van de egtanden zijn instelbaar. CMS-I-00004734 4.23 Rolleneg CMS-T-00007215-A.1 De egtanden 2 sluiten de zaaivoren. De aandrukrollen 1 drukken het zaad tegen de voorbodem.
4 | Productbeschrijving Rijpadenmarkeerapparaat 4.24 Rijpadenmarkeerapparaat CMS-T-00007275-A.1 Het rijpadenmarkeerapparaat laat de schijven 1 bij het aanleggen van rijpaden automatisch neer en vormt sporen. Aan de hand van deze sporen zijn de rijpaden al zichtbaar voor het gewas opgeschoten is. Indien geen rijpad aangelegd wordt, zijn de schijven opgetild.
4 | Productbeschrijving Camerasysteem 4.26 Camerasysteem CMS-T-00007276-A.1 CMS-I-00005107 De camera 1 aan de achterzijde van de opbouwzaaimachine maakt manoeuvreren veiliger. De monitor kan meerdere camerabeelden tegelijkertijd weergeven. 4.27 GreenDrill CMS-T-00005046-B.1 Met opbouwzaaimachine GreenDrill is het mogelijk fijne zaden en tussengewassen tijdens de grondbewerking te zaaien of het zaad van tussengewassen tijdens het zaaien.
4 | Productbeschrijving Microgranulaatstrooier 4.28 Microgranulaatstrooier CMS-T-00009442-A.1 De microgranulaatstrooier maakt het uitbrengen van microgranulaten mogelijk tijdens het zaaien. CMS-I-00006429 MG7327-NL-II | A.1 | 30.05.2022...
5 | Technische gegevens Snelkoppelsysteem QuickLink 5.3 Snelkoppelsysteem QuickLink CMS-T-00003190-C.1 Werkbreedte van de machine Afstand van de QuickLink-vangtassen 2,5 m 1529 ±3 mm 2029 ±3 mm 3,5 m 2529 ±3 mm 3029 ±3 mm 5.4 Optimale werksnelheid CMS-T-00007377-A.1 Werksnelheid (afhankelijk van de Zaaikouter grondbewerkingsmachine) TwinTeC-zaaischijf...
5 | Technische gegevens Gegevens over geluidsontwikkeling 5.7 Gegevens over geluidsontwikkeling CMS-T-00007361-A.1 De geluidsemissiewaarde op de werkplek bedraagt minder dan 73 dB(A), gemeten in bedrijfstoestand met gesloten cabine op oorhoogte van de tractorbestuurder. De hoogte van het geluidsdrukniveau is vooral afhankelijk van het gebruikte voertuig.
Pagina 57
5 | Technische gegevens Technische gegevens van de tractor Hydraulisch systeem Maximale bedrijfsdruk 210 bar Tractorpompcapaciteit Minimaal 80 l/min bij 150 bar HLP68 DIN51524 Hydraulische olie van de machine De hydraulische olie is geschikt voor de gecombineerde hydraulische systemen van alle gangbare tractorfabrikanten.
6 | Machine voorbereiden Machine voorbereiden CMS-T-00007364-A.1 6.1 Vereiste tractoreigenschappen berekenen CMS-T-00000063-D.1 CMS-I-00000581 Berekende Benaming Eenheid Beschrijving waarden Leeggewicht tractor Voorasbelasting van de bedrijfsklare tractor zonder aanbouwmachine of ballastgewichten Achterasbelasting van de bedrijfsklare tractor zonder aanbouwmachine of ballastgewichten Totaalgewicht van frontaanbouwmachine of frontgewicht Toegestaan totaalgewicht van achteraanbouwmachine of achtergewicht Afstand tussen zwaartepunt frontaanbouwmachine of...
6 | Machine voorbereiden Vereiste tractoreigenschappen berekenen Berekende Benaming Eenheid Beschrijving waarden Afstand tussen midden van de vooras en midden van de trekstangaansluiting Zwaartepuntafstand: afstand tussen zwaartepunt voorste aanbouwmachine of voorste ballastgewicht en midden trekstangaansluiting Wielbasis Afstand tussen midden achteras en midden trekstangaansluiting Zwaartepuntafstand: afstand tussen midden van het trekstangkoppelpunt en het zwaartepunt van de...
6 | Machine voorbereiden Vereiste tractoreigenschappen berekenen 3. Werkelijk totaalgewicht van de combinatie van tractor en machine berekenen. CMS-I-00000515 4. Werkelijke achterasbelasting berekenen. Htat Vtat Htat Htat CMS-I-00000514 5. Draagvermogen voor twee tractorbanden zoeken in de gegevens van de fabrikant. 6.
6 | Machine voorbereiden Machine aankoppelen 6.2 Machine aankoppelen CMS-T-00007366-A.1 6.2.1 Hydraulische slangen aansluiten CMS-T-00007365-A.1 Alle hydraulische slangen zijn uitgerust met handgrepen. De handgrepen hebben gekleurde markeringen met een getal of een letter als code. Aan de markeringen zijn de verschillende hydraulische functies van de drukleiding van een tractorregeleenheid toegewezen.
Pagina 62
6 | Machine voorbereiden Machine aankoppelen Aanduiding Functie Tractorregeleenheid Exactegophef Neerlaten fing Dubbelwerken Blauw Rollenegophe ffing Optillen Rollenegdruk Inschakelen Hydraulische Enkelwerkend turbinemotor Rood uitschakelen Drukontlasting via drukloze retour. WAARSCHUWING Gevaar voor lichamelijk of dodelijk letsel Indien hydraulische slangen fout aangesloten zijn, kunnen hydraulische functies gestoord zijn.
6 | Machine voorbereiden Machine aankoppelen 3. Hydraulische slangen 1 overeenkomstig de markering 2 verbinden met de hydraulische aansluitingen van de tractor. De hydraulische stekkers worden voelbaar vergrendeld. 4. Hydraulische slangen met voldoende bewegingsvrijheid en zonder schurende plekken installeren. CMS-I-00001045 6.2.2 ISOBUS-leiding aankoppelen CMS-T-00003611-D.1 1.
6 | Machine voorbereiden Machine aankoppelen 6.2.4 Camerasysteem aansluiten CMS-T-00007677-A.1 1. De kabels van het camerasysteem met voldoende bewegingsvrijheid en zonder schurende plekken of klempunten installeren. 2. Stekker 1 van de monitor in de contactdoos 2 van het camerasysteem steken. 3.
Pagina 65
6 | Machine voorbereiden Machine aankoppelen 2. Veiligheidsbeugel 3 demonteren. 3. Grondbewerkingsmachine langzaam optillen. De opbouwzaaimachine 1 wordt in de vangopeningen 2 van de grondbewerkingsmachine geplaatst. CMS-I-00003590 4. Topstang 1 met de pen 3 monteren. 5. Pen met veerclip 2 borgen. 6.
Pagina 66
6 | Machine voorbereiden Machine aankoppelen 12. Op alle consoles 1 de veiligheidsbeugel 2 monteren. CMS-I-00003593 Als de zaaimachine over een rijpadenmarkeerapparaat beschikt, de toevoerleiding van de zaaimachine met de grondbewerkingsmachine 1 verbinden. CMS-I-00003485 14. De voedingskabel 2 van de verlichting en markering aan de achterkant voor het rijden op de openbare weg met de grondbewerkingsmachine 1 verbinden.
6 | Machine voorbereiden Machine voorbereiden voor het gebruik 15. De voedingskabel 1 voor de bewaking van de grondbewerkingsmachine 2 aansluiten. CMS-I-00004528 6.2.7 FTender-transportleiding aankoppelen CMS-T-00007678-A.1 1. Aansluitstuk 3 met de transportleiding 1 verbinden. 2. Klembeugel 2 sluiten. CMS-I-00005374 6.3 Machine voorbereiden voor het gebruik CMS-T-00007373-A.1 6.3.1 Werkstandsensor aanpassen CMS-T-00003625-D.1...
6 | Machine voorbereiden Machine voorbereiden voor het gebruik Om te waarborgen,d at de werkstandsensor op een vlak oppervlak aanligt, machine compleet opheffen en neerlaten. Om de werkstandsensor te configureren, zie bedieningshandleiding ISOBUS-software "Werkstandsensor configureren" zie bedieningshandleiding "Bedieningscomputer". 6.3.2 Dekzeil openen en sluiten CMS-T-00007507-A.1 1.
Pagina 69
6 | Machine voorbereiden Machine voorbereiden voor het gebruik 1. Rolzeil 1 openen. CMS-I-00005120 2. Veerclip 1 verwijderen. CMS-I-00005314 3. Bakzeef 1 openen. CMS-I-00005311 4. Vleugelmoer 5 losmaken. De niveausensor 2 kan verticaal worden ingesteld. Bij zaaigoed met hoge zaaicapaciteit kan de niveausensor dichter bij de voorwand worden CMS-I-00005301 MG7327-NL-II | A.1 | 30.05.2022...
6 | Machine voorbereiden Machine voorbereiden voor het gebruik gemonteerd om te voorkomen dat de niveausensor te vroeg aanspreekt. 5. Moeren 1 met steeksleutel 3 losmaken. De niveausensor 2 kan horizontaal worden ingesteld. Als de niveausensor is ingesteld, Vleugelmoer en moeren vastdraaien. AANWIJZING Zodra de niveausensor niet meer is bedekt, verschijnt een waarschuwingsmelding op de...
6 | Machine voorbereiden Machine voorbereiden voor het gebruik 3. Tank leegmaken. 4. Moeren aan beide sensorhouders 2 losmaken. 5. Niveausensor uit de houder 1 trekken. 6. Afdichtplug uit een andere niveausensorhouder trekken. 7. Niveausensor vlak in de gewenste niveausensorhouder steken. 8.
Pagina 72
6 | Machine voorbereiden Machine voorbereiden voor het gebruik 4. Scheidingswand aan de greep 1 vasthouden. 5. Kartelbout 2 losmaken en demonteren. CMS-I-00006436 6. Scheidingswand 1 aan de tegenoverliggende zijde plaatsen. CMS-I-00006441 7. Kartelbout 1 monteren en vastzetten. CMS-I-00006443 8. Zeefrooster 1 aanbrengen. 9.
6 | Machine voorbereiden Machine voorbereiden voor het gebruik 6.3.6 Zaaidiepte aan de TwinTeC-zaaischijf instellen CMS-T-00007375-A.1 AANWIJZING De instelling van de zaaidiepte moet aangepast worden aan de gebruiksomstandigheden. De optimale instelling kan alleen tijdens het gebruik op het veld worden bepaald. 1.
6 | Machine voorbereiden Machine voorbereiden voor het gebruik 1. De hendel 1 naar de dieptegeleidingsschijf of dieptegeleidingsrol toe trekken, omhoog of omlaag bewegen en in de gewenste positie laten vastklikken 2. Alle dieptegeleidingsschijven of dieptegeleidingsrollen op dezelfde hoogte instellen. Om de instelling van de zaaidiepte op het veld te controleren, 30 m op werksnelheid zaaien en het werkbeeld...
6 | Machine voorbereiden Machine voorbereiden voor het gebruik 6.3.8 Zaaischijfdruk instellen CMS-T-00007376-A.1 WAARSCHUWING Onverwachte beweging van zaaischijf en exacteg De hydraulische cilinders en de zaaischijfdrukverstelling en de exactegdrukverstelling worden tegelijk bediend. Voordat u de tractorregeleenheid bedient, moet u personen uit de gevarenzone begeleiden.
6 | Machine voorbereiden Machine voorbereiden voor het gebruik 6.3.9 Zaaischijven optillen CMS-T-00007379-A.1 Bij machines met comforthydraulica de functie activeren, zie bedieningshandleiding ISOBUS-software "Voorkeuze voor hydraulische functies" zie bedieningshandleiding "Bedieningscomputer". Om de zaaischijven op te tillen, de zaaischijfdruk tot onder de waarde 0 verlagen. CMS-I-00005586 Daarvoor tractorregeleenheid "groen 2"...
6 | Machine voorbereiden Machine voorbereiden voor het gebruik 1. Machine oplichten. Om de egtand op de vlakke werkstand te zetten, Pen 2 in weergegeven boring monteren. Egtand ligt tegen de plaat 3 . Om de instelling te controleren, 30 m op werksnelheid zaaien en het werkbeeld controleren.
6 | Machine voorbereiden Machine voorbereiden voor het gebruik 6.3.10.1.3 Zaaischijfeg in steile werkstand zetten CMS-T-00009571-A.1 Bij het achteruitrijden klapt de egtand 1 naar voren en ligt hij tegen de borgpen 2 . Daardoor hindert de tand de naburige zaaischijf niet. BELANGRIJK Beschadiging van de zaaischijven door omgeklapte egtanden...
Pagina 80
6 | Machine voorbereiden Machine voorbereiden voor het gebruik 3. eg 1 omhoog klappen. 4. Pen 2 en 3 in weergegeven boring monteren. CMS-I-00003183 6.3.10.3 Eghoogte instellen CMS-T-00006457-A.1 AANWIJZING De instelling van de eghoogte moet aangepast worden aan de gebruiksomstandigheden. De optimale instelling kan alleen tijdens het gebruik op het veld worden bepaald.
6 | Machine voorbereiden Machine voorbereiden voor het gebruik 6.3.11 Exacteg afstellen CMS-T-00007381-A.1 6.3.11.1 Exacteg in werkstand zetten CMS-T-00006334-A.1 De wals en de zaaischijven drukken de grond afhankelijk van de rijsnelheid en bodemgesteldheid met een bepaalde afstand naar buiten. De buitenste egelementen moeten zodanig worden ingesteld dat de grond wordt teruggevoerd en een sporenvrij zaadbed ontstaat.
6 | Machine voorbereiden Machine voorbereiden voor het gebruik 1. Universeel bedieningswerktuig op de instelspindel 1 steken. Om de exacteg lager in te stellen, universeel bedieningswerktuig linksom draaien om de exacteg hoger in te stellen, universeel bedieningswerktuig rechtsom draaien CMS-I-00004670 3.
6 | Machine voorbereiden Machine voorbereiden voor het gebruik 1. De hendel 1 uit de transportbeveiliging 2 draaien en omhoog trekken. CMS-I-00004673 Om de exactegdruk te vergroten, de veerclip 2 demonteren en in een hogere boring onder de aanslag 1 monteren om de exactegdruk te verkleinen, de veerclip 2 demonteren en in een lagere boring onder de aanslag 1 monteren.
Pagina 84
6 | Machine voorbereiden Machine voorbereiden voor het gebruik De exactegdruk wordt dan hydraulisch samen met de zaaischijfdruk ingesteld. Met grotere zaaischijfdruk wordt tegelijk een grotere exactegdruk ingesteld. 1. De hendel 1 uit de transportbeveiliging 2 verwijderen en omhoog trekken. CMS-I-00004673 Om de minimale druk van de exacteg vast te leggen,...
6 | Machine voorbereiden Machine voorbereiden voor het gebruik Om de hogere exactegdruk in te stellen, de tractorregeleenheid "groen 1" bedienen om de lagere exactegdruk in te stellen, de tractorregeleenheid "groen 2" bedienen. Om de instelling te controleren, 30 m op werksnelheid zaaien en het werkbeeld controleren.
6 | Machine voorbereiden Machine voorbereiden voor het gebruik 6.3.12 Rolleneg instellen CMS-T-00007386-A.1 6.3.12.1 Instelhoek van de egtanden instellen CMS-T-00007387-A.1 1. Til de machine zo ver op, tot de egtanden de grond niet meer raken. Om de instelhoek van de egtanden te veranderen, buisveerclip 2 onder het stuur 1 losmaken.
Pagina 87
6 | Machine voorbereiden Machine voorbereiden voor het gebruik 6.3.12.3 Rollendruk instellen CMS-T-00007389-A.1 1. Machine in werkstand zetten. Bij machines met comforthydraulica de functie activeren, zie bedieningshandleiding ISOBUS-software "Voorkeuze voor hydraulische functies" zie bedieningshandleiding "Bedieningscomputer". Om de roldruk bij machines met comfort- hydraulica te vergroten, CMS-I-00005163 Tractorregeleenheid "groen 1"...
6 | Machine voorbereiden Machine voorbereiden voor het gebruik 6.3.12.4 Rolleneg oplichten CMS-T-00007390-A.1 Bij machines met comforthydraulica de functie activeren, zie bedieningshandleiding ISOBUS-software "Voorkeuze voor hydraulische functies" zie bedieningshandleiding "Bedieningscomputer." Om de rolleneg bij machines met comforthydraulica op te tillen, tractorregeleenheid "groen 2"...
Pagina 89
6 | Machine voorbereiden Machine voorbereiden voor het gebruik 6.3.13.1.2 Spoorbreedte instellen CMS-T-00004375-C.1 1. Tractorspoorbreedte a van het verzorgingsapparaat bepalen. CMS-I-00003195 2. Verstelsegment 4 in de middelste boring borgen Om een dubbel rijpad met 2,20 m spoorbreedte aan te leggen, de spoorschijven instellen op 2,0 m en op het verstelsegment de buitenste boringen kiezen.
6 | Machine voorbereiden Machine voorbereiden voor het gebruik Om de spoorbreedte van het rijpadenmarkeerapparaat met 20 cm te reduceren, borgpen in de positie - steken. Om de spoorbreedte van het rijpadenmarkeerapparaat met 20 cm te vergroten, borgpen in de positie + steken. Om de pen in het verstelsegment te borgen, pen omlaag draaien.
Pagina 91
6 | Machine voorbereiden Machine voorbereiden voor het gebruik 6.3.13.2.2 Spoorbreedte instellen CMS-T-00007403-A.1 1. Tractorspoorbreedte a van het verzorgingsapparaat bepalen. CMS-I-00003195 2. Bouten 2 losdraaien. Om het rijpadenmarkeerapparaat in te stellen op de spoorbreedte van het verzorgingsapparaat, houder 3 op de machineframe 1 verschuiven. 4.
6 | Machine voorbereiden Machine voorbereiden voor het gebruik 4. Moer vastdraaien. Om de instelling te controleren, 30 m op werksnelheid zaaien en het werkbeeld controleren. 6.3.13.4 Rijpadwielbreedte instellen CMS-T-00004379-C.1 6.3.13.4.1 Rijpadsegmenten monteren CMS-T-00004376-C.1 1. De tractorspoorbreedte door c van het verzorgingsapparaat bepalen.
Pagina 93
6 | Machine voorbereiden Machine voorbereiden voor het gebruik 5. Bouten 1 demonteren. 6. Bouten 2 losdraaien. Tussensegmenten 3 zijn gemakkelijk beweegbaar. 7. Zaaigoedleiding 4 uit de tussensegmenten verwijderen. 8. Slangklem 5 losmaken. CMS-I-00003132 9. Transportslang 6 demonteren. Afhankelijk van de vastgestelde tractorspoorbreedte en rijafstand, extra rijpadsegment in de tussensegmenten monteren.
6 | Machine voorbereiden Machine voorbereiden voor het gebruik 6.3.13.4.2 Overige rijpadsegmenten aansluiten CMS-T-00004380-C.1 1. Stekkerverbinding tussen 1 en 5 losmaken. 2. stekkerverbinding tussen 1 en 3 aansluiten. 3. stekkerverbinding tussen 4 en 5 aansluiten. Nieuw rijpadsegment 2 wordt geschakeld. Om ervoor te zorgen dat alle rijpaden dezelfde wielbreedte hebben, alle extra rijpadsegmenten aansluiten.
6 | Machine voorbereiden Machine voorbereiden voor het gebruik 6.3.14 Halfzijdeschakeling bedienen CMS-T-00004888-C.1 De in de rijrichting gezien linker bedieningshendel 1 bedient de linker sluitschuif, hier geopend. De in de rijrichting gezien rechter bedieningshendel 2 bedient de rechter sluitschuif, hier gesloten. CMS-I-00003596 Om de gewenste sluitschuif handmatig te bedienen,...
6 | Machine voorbereiden Machine voorbereiden voor het gebruik 6.3.15 Turbinetoerental hydraulisch instellen CMS-T-00007513-A.1 VOORWAARDEN Tank is gevuld Tank is gesloten WAARSCHUWING Gevaar voor lichamelijk letsel door wegslingerende turbinedelen Als de turbine met te hoog toerental wordt gebruikt, kunnen onderdelen afbreken en weggeslingerd worden.
6 | Machine voorbereiden Machine voorbereiden voor het gebruik 6.3.16 Turbinetoerental handmatig instellen CMS-T-00007514-A.1 VOORWAARDEN Tank is gevuld Tank is gesloten WAARSCHUWING Gevaar voor lichamelijk letsel door wegslingerende turbinedelen Als de turbine met te hoog toerental wordt gebruikt, kunnen onderdelen afbreken en weggeslingerd worden.
6 | Machine voorbereiden Machine voorbereiden voor het gebruik Om het toerental naar de fabrieksinstellingen terug te zetten, schroef zodanig instellen dat de maat A 21 mm CMS-I-00005388 6.3.17 Rijenafstand instellen CMS-T-00004489-C.1 Voor grotere rijafstanden, bijv. voor het zaaien van maïs, kunnen enkele zaairijen worden stilgelegd.
6 | Machine voorbereiden Machine voorbereiden voor het gebruik AANWIJZING De afsluitdoppen passen uitsluitend in de zaaigoeduitlopen, omdat de rijpadsegementen elektronisch openen en sluiten. Om de rijpadsegmenten continu gesloten te houden, de gesloten rijpadsegmenten loskoppelen, zie "Rijpadsegmenten scheiden". Om de rijpadenschakeling te activeren, zie bedieningshandleiding "ISOBUS-software"...
6 | Machine voorbereiden Machine voorbereiden voor het gebruik 6.3.19 Laadrand met trap bedienen CMS-T-00007020-B.1 VOORWAARDEN Zaaimachine is aan de grondbewerkingsmachine gekoppeld 1. Trap 2 in positie houden. Om de trap uit te klappen, de transportbeveiliging 1 losmaken. 3. Trap naar beneden zwenken. 4.
Pagina 101
6 | Machine voorbereiden Machine voorbereiden voor het gebruik Doseervolume in cm Product 3.75 Lupine Luzerne Maïs Papaver Olievlas (nat gebeitst Radijsz Phaceli Koolzaa Rogge Rode klaver Mosterd Soja Zonnebl oemen Stoppel knollen Triticale Tarwe Wikke Kunstm estkorrel AANWIJZING Voor gegranuleerde meststof altijd een flexibele wals gebruiken.
6 | Machine voorbereiden Machine voorbereiden voor het gebruik Om de gewenste doseerrol te monteren, zie hoofdstuk "Doseerrol vervangen". Om de kalibratie uit te voeren, zie "Doseerunit kalibreren". 6.3.20.2 Doseerkamers vergroten CMS-T-00003564-D.1 Als bijzonder grote zaaigoederen moeten worden gedoseerd, de kamers van de modulaire doseerrol vergroten.
Pagina 103
6 | Machine voorbereiden Machine voorbereiden voor het gebruik 1. Borgring 4 verwijderen. 2. Afsluitplaat 3 verwijderen. 3. Doseerwielen 2 en tussenplaten 1 verwijderen. CMS-I-00002550 Voor een gelijkmatige werking, de doseerwielen zonder kamers 1 symmetrisch in het midden 2 positioneren. 5.
Pagina 104
6 | Machine voorbereiden Machine voorbereiden voor het gebruik 3. Kalibratiecontainer 1 draaien en in de geleidingsrails plaatsen. CMS-I-00006373 Als de machine over twee injectoren en twee doseerunits beschikt, het transporttraject 3 met de hendel 2 uitschakelen. Het zaaigoed van beide doseerunits kan nu in de kalibratiecontainer worden opgevangen.
Pagina 105
6 | Machine voorbereiden Machine voorbereiden voor het gebruik 6. Bouten 3 met de steeksleutel 1 losdraaien. 7. Schroeven opzij zwenken. 8. Sluitschuif 2 uit de parkeerpositie trekken. CMS-I-00005255 9. Sluitschuif 2 in de doseerbehuizing schuiven. 10. Steeksleutel in de houder 1 opbergen. Om de doseerunit en de doseerrol leeg te maken, zie bedieningshandleiding ISOBUS-software "leegmaken".
Pagina 106
6 | Machine voorbereiden Machine voorbereiden voor het gebruik 18. Meenemer 4 op het lagerdeksel 1 uitlijnen t.o.v. de aandrijfas. 19. Lagerdeksel monteren. 20. Bouten met de steeksleutel 3 aantrekken. 21. Steeksleutel in de houder 2 opbergen. CMS-I-00005254 22. Sluitschuif 1 op de doseerbehuizing plaatsen. 23.
6 | Machine voorbereiden Machine voorbereiden voor het gebruik 27. Kalibratiecontainer 1 uit de geleidingsrails nemen. 28. Kalibratiecontainer leegmaken. 29. Kalibratiecontainer draaien. 30. Kalibratiecontainer in de geleidingsrails plaatsen en in de parkeerpositie zetten. CMS-I-00006377 6.3.20.5 Doseerunit zonder kalibratie in gebruik nemen CMS-T-00007510-A.1 Als de werkzaamheden zonder kalibratie worden gestart,...
Pagina 108
6 | Machine voorbereiden Machine voorbereiden voor het gebruik 2. Kalibratiecontainer 1 draaien en in de geleidingsrails plaatsen. CMS-I-00006373 3. kalibratieklep met hendel 1 openen. CMS-I-00006375 Als de machine over twee injectoren en twee doseerunits beschikt, het transporttraject 3 met de hendel 2 uitschakelen.
Pagina 109
6 | Machine voorbereiden Machine voorbereiden voor het gebruik AANWIJZING Als bij een 2-kamerbak met slechts één zaaigoed gelijkmatig legen van de bakkamers is gewenst, moeten de doelhoeveelheden naar het procentuele bakvolume worden omgerekend. Om de kalibratie op het SmartCenter via de TwinTerminal of de kalibratietoets te starten,...
Pagina 110
6 | Machine voorbereiden Machine voorbereiden voor het gebruik 9. Kalibratiecontainer 1 uit de geleidingsrails nemen. CMS-I-00006377 10. Zaaigoed uit de kalibratiecontainer in de vouwemmer 1 doen. 11. Beugel 3 uitklappen. 12. Weegcel 2 aan de beugel hangen. 13. Vouwemmer aan de weegcel hangen en gewicht van het opgevangen zaaigoed aflezen.
6 | Machine voorbereiden Machine voorbereiden voor het rijden op straat 6.4 Machine voorbereiden voor het rijden op straat CMS-T-00007429-A.1 6.4.1 Rijpadenmarkeerapparaat aan het machineframe inklappen CMS-T-00004422-B.1 Om ervoor te zorgen dat de spoorschijf van de bodem loskomt, machine licht optillen. 2.
6 | Machine voorbereiden Machine voorbereiden voor het rijden op straat 6.4.3 Exacteg in transportstand zetten CMS-T-00006417-A.1 De buitenste egelementen kunnen bij het transport de toegestane transportbreedte overschrijden. Om ervoor te zorgen dat de toegestane transportbreedte niet wordt overschreden, moet de exacteg voor het rijden op de openbare weg in transportstand worden gebracht.
6 | Machine voorbereiden Toegestane nuttige last berekenen 6.5 Toegestane nuttige last berekenen CMS-T-00007536-A.1 WAARSCHUWING Gevaar voor ongevallen door overschreden nuttige last Als de nuttige last wordt overschreden, kan de machine beschadigd raken of/en een ongecontroleerd rijgedrag van de tractor optreden.
7 | Machine gebruiken Machine gebruiken CMS-T-00007454-A.1 7.1 Machine inzetten CMS-T-00004492-C.1 1. Machine parallel aan de bodem uitlijnen. 2. Machine op het veld laten zakken. 3. Hydraulica van de 3-puntslift op de zweefstand zetten. 4. Tractoraftakas inschakelen. De tractoraftakas alleen in stationair bedrijf of bij laag tractormotortoerental langzaam inkoppelen.
7 | Machine gebruiken Zaaidiepte controleren 7.2 Zaaidiepte controleren CMS-T-00004517-C.1 1. Fijne aarde 1 boven het zaaigoed 2 verwijderen. 2. Zaaidiepte 3 bepalen. 3. Zaaigoed weer bedekken met fijne aarde. 4. Zaaidiepte op meerdere plaatsen in langs- en dwarsrichting van de machine controleren. CMS-I-00003257 7.3 Op de wendakker keren CMS-T-00004491-B.1...
8 | Storingen oplossen Storingen oplossen CMS-T-00007560-A.1 Storing Oorzaak Oplossing TwinTeC-zaaischijf fixeert zaaigoed Als de zaaigoedfixeerder versleten zie pagina 112 niet voldoende in de voor is, wordt het zaaigoed niet in de voor gefixeerd. TwinTeC-zaaischijf leidt zaaigoed Als de geleidingsverlenging zie pagina 112 niet zuiver in de voor versleten is, dan wordt het...
Pagina 117
8 | Storingen oplossen Storing Oorzaak Oplossing Zaaischijfeg bedekt zaaigoed niet De hoek van de zaaischijfeg is zie "TwinTeC-zaaischijf voldoende met fijne aarde verkeerd ingesteld. instellen" > "Eghoek instellen" De hoogte van de zaaischijfeg is zie "TwinTeC-zaaifschijfeg verkeerd ingesteld. instellen" > "Eghoogte instellen"...
Pagina 118
8 | Storingen oplossen TwinTeC-zaaischijf fixeert zaaigoed niet voldoende in de voor CMS-T-00006593-D.1 1. Slang 6 demonteren 6 Nm Y-stuk demonteren. 2. Bout 5 demonteren. 3. TwinTeC-zaaigoedleiding 1 demonteren. 4. Bout 2 demonteren. CMS-I-00003260 5. Zaaigoedfixeerder 3 vervangen. 6. Bout monteren. Om de TwinTeC-zaaigoedleiding te monteren, geleidingen 3 in het schijflichaam 4 plaatsen.
Pagina 119
8 | Storingen oplossen 8. Bout monteren. 9. Slang monteren. TwinTeC-zaaischijf verspreidt geen zaaigoed CMS-T-00006601-B.1 Als de blokkering van onderen niet kan worden verwijderd, Slang 4 demonteren 6 Nm Y-stuk demonteren. 2. Bout 5 demonteren. 3. Zaaigoedleiding 1 demonteren. 4. Zaaigoedleiding reinigen. CMS-I-00003246 Om de zaaigoedleiding te monteren, geleidingen 2 in het schijflichaam 3 plaatsen.
Pagina 120
8 | Storingen oplossen 7. Bout monteren. 8. Slang monteren. RoTeC-zaaischijf verspreidt geen zaaigoed CMS-T-00007580-A.1 Als de blokkering van onderen niet kan worden verwijderd, Transportslang 2 demonteren. 2. Zaaigoedleiding 1 van boven reinigen. 3. Transportslang monteren. CMS-I-00004767 De bedieningsterminal of bedieningscomputer geeft een te hoog turbinetoerental aan CMS-T-00007763-A.1 Om het turbinetoerental in te stellen, zie "Turbinetoerental hydraulisch instellen"...
Pagina 121
8 | Storingen oplossen 7. Moer monteren en vasttrekken. Om de instelling te controleren, 30 m op werksnelheid zaaien en het werkbeeld controleren. Exacteg bedekt zaaigoed niet voldoende met fijne aarde CMS-T-00007581-A.1 De volgende handelingen moeten worden uitgevoerd om versleten breekbouten 1 te vervangen. Om de exacteg juist te positioneren, Machine oplichten.
Pagina 122
8 | Storingen oplossen Rolleneg bedekt zaaigoed niet voldoende met fijne aarde CMS-T-00007582-A.1 De volgende bedieningsinstructie moeten worden uitgevoerd wanneer een egtand is versleten. 1. Moer 3 demonteren. 2. Plaat 2 demonteren. 3. Egtanden 1 vervangen. 4. Plaat monteren. 5. Moer monteren en vasttrekken. CMS-I-00005330 De volgende bedieningsinstructie moeten worden uitgevoerd wanneer een rol is beschadigd.
9 | Machine parkeren Machine parkeren CMS-T-00007461-A.1 9.1 Tank leegmaken CMS-T-00007540-A.1 9.1.1 Tank via de snelle leging leegmaken CMS-T-00007541-A.1 1. Turbine uitschakelen. Om de snelle leging te starten, hendel 1 bedienen. Klep 2 wordt geopend. 3. Resthoeveelheid in een opvangbak opvangen. Als de zaaigoedbak geleegd is, Snelleging sluiten.
9 | Machine parkeren Tank leegmaken 9.1.2 Bak via de doseerunit leegmaken CMS-T-00007543-A.1 1. Kalibratiecontainer 1 uit de geleidingsrails nemen. CMS-I-00006368 2. Kalibratiecontainer 1 draaien en in de geleidingsrails plaatsen. CMS-I-00006373 Als de machine over twee injectoren en twee doseerunits beschikt, het transporttraject 3 met de hendel 2 uitschakelen.
Pagina 125
9 | Machine parkeren Tank leegmaken 4. kalibratieklep met hendel 1 openen. CMS-I-00006375 5. Bouten 3 met de steeksleutel 1 losdraaien. 6. Schroeven opzij zwenken. 7. Sluitschuif 2 uit de parkeerpositie trekken. CMS-I-00005255 8. Sluitschuif 2 in de doseerbehuizing schuiven. 9.
Pagina 126
9 | Machine parkeren Tank leegmaken 11. Bouten met de steeksleutel 3 losdraaien. 12. Steeksleutel in de houder 2 opbergen. 13. lagerdeksel 1 draaien. CMS-I-00005253 14. lagerdeksel 2 verwijderen. Als de tank met de sluitschuif afgesloten is, de doseerrol 1 uit de doseerunit trekken. 16.
Pagina 127
9 | Machine parkeren Tank leegmaken 27. Kalibratieklep met hendel 1 sluiten. CMS-I-00006381 28. Transporttraject 2 met de hendel 1 activeren. CMS-I-00006490 29. Kalibratiecontainer 1 uit de geleidingsrails nemen. 30. Kalibratiecontainer leegmaken. 31. Kalibratiecontainer draaien. 32. Kalibratiecontainer in de geleidingsrails plaatsen en in de parkeerpositie zetten.
9 | Machine parkeren Dosering leegmaken 9.2 Dosering leegmaken CMS-T-00007539-A.1 BELANGRIJK Gevaar voor schade aan de doseeraandrijving door opzwellende kunstmest of ontkiemend zaaigoed. Maak de doseerunit na het werken leeg. Reinig de doseerunit na het werken. 1. Turbine uitschakelen. CMS-I-00006368 2.
Pagina 129
9 | Machine parkeren Dosering leegmaken Om de behuizing van de doseerunit te ontdoen van zaaigoedresten, kalibratieklep met hendel 1 openen. CMS-I-00006375 6. Bouten 3 met de steeksleutel 1 losdraaien. 7. Schroeven opzij zwenken. 8. Sluitschuif 2 uit de parkeerpositie trekken. CMS-I-00005255 9.
Pagina 130
9 | Machine parkeren Dosering leegmaken Voordat de werkzaamheden weer worden gestart, Sluitschuif 2 op de doseerbehuizing plaatsen. 13. Schroeven 3 voor de sluitschuif draaien. 14. Bouten met de steeksleutel 1 aantrekken. Als de machine over twee doseerunits beschikt, de tweede doseerunit 1 ook leegmaken. CMS-I-00005255 16.
9 | Machine parkeren Hydraulische slangen loskoppelen 18. Kalibratiecontainer 1 uit de geleidingsrails nemen. 19. Kalibratiecontainer leegmaken. 20. Kalibratiecontainer draaien. 21. Kalibratiecontainer in de geleidingsrails plaatsen en in de parkeerpositie zetten. CMS-I-00006377 9.3 Hydraulische slangen loskoppelen CMS-T-00000277-E.1 1. Tractor en machine beveiligen. 2.
9 | Machine parkeren FTender-transportleiding loskoppelen 2. Stekker 1 op de slanghouder inhangen. CMS-I-00001248 9.6 FTender-transportleiding loskoppelen CMS-T-00007864-A.1 1. Klembeugel 2 openen. 2. Aansluitstuk 3 van de transportleiding 1 nemen. CMS-I-00005374 9.7 Zaaicombinatie loskoppelen CMS-T-00007462-A.1 WAARSCHUWING Gevaar voor lichamelijk en dodelijk letsel door kantelen van de machine Plaats de machine op een vlakke ondergrond met voldoende draagkracht.
9 | Machine parkeren Opbouwzaaimachine Centaya parkeren 1. Topstang 1 ontlasten. 2. Topstang 1 vanaf de tractorstoel afkoppelen van de machine. 3. Trekstang 2 ontlasten. Om de zaaicombinatie Centaya te beveiligen tegen wegrollen, 2 houtstukken van minstens 80 mm x 80 mm voor en achter de grondbewerkingswals leggen.
Pagina 135
9 | Machine parkeren Opbouwzaaimachine Centaya parkeren 3. De toevoerleiding 1 van de grondbewerkingsmachine 2 losmaken. CMS-I-00004528 4. De toevoerleiding 2 van de verlichting en markering aan de achterkant van de grondbewerkingsmachine 1 losmaken. CMS-I-00004527 Als de opbouwzaaimachine over een rijpadenmarkeerapparaat beschikt, de toevoerleiding van de opbouwzaaimachine van de grondbewerkingsmachine 1 losmaken.
Pagina 136
9 | Machine parkeren Opbouwzaaimachine Centaya parkeren 6. Aan alle consoles 1 de veiligheidsbeugel 2 demonteren. CMS-I-00003593 WAARSCHUWING De steunen hebben geen vergrendeling. De steunen kunnen tijdens het rijden uit de opname vallen. Steunen demonteren. 7. Aan beide zijden de steunen 1 aan de machine 2 monteren.
Pagina 137
9 | Machine parkeren Opbouwzaaimachine Centaya parkeren Om de machine op een vlakke en stevige ondergrond te parkeren, Grondbewerkingsmachine langzaam neerlaten. De vangtassen 2 van de grondbewerkingsmachine komen omlaag. De opbouwzaaimachine 1 staat op de steunen. 17. Veiligheidsbeugel 3 aan de grondbewerkingsmachine monteren.
10 | Machine in stand houden Machine in stand houden CMS-T-00007477-A.1 10.1 Machine onderhouden CMS-T-00007478-A.1 10.1.1 Onderhoudsschema na het eerste gebruik Aandraaimoment radarsensorbouten zie pagina 145 Hydraulische slangen controleren zie pagina 150 na de eerste 50 bedrijfsuren 1-kamerbak reinigen zie pagina 139 2-kamerbak reinigen zie pagina 140 Handwastank reinigen...
10 | Machine in stand houden Machine onderhouden elke 10 bedrijfsuren / dagelijks Segmentverdelerkop reinigen zie pagina 144 Cycloonafscheider reinigen zie pagina 149 elke 50 bedrijfsuren / wekelijks TwinTec-holle-schijven controleren zie pagina 133 TwinTeC-holle-schijf-afstand controleren zie pagina 134 TwinTeC-dieptegeleidingsrol controleren zie pagina 135 TwinTeC-dieptegeleidingsrollen-afstrijker controleren zie pagina 136...
10 | Machine in stand houden Machine onderhouden 10.1.3 TwinTeC-holle-schijf-afstand controleren CMS-T-00004447-C.1 INTERVAL elke 50 bedrijfsuren wekelijks 1. TwinTeC-holle schijf 1 draaien. De tegenoverliggende schijf draait mee. De afstand is correct ingesteld. Als de tegenoverliggende schijf niet meedraait, holle-schijf-afstand instellen. CMS-I-00003244 3.
10 | Machine in stand houden Machine onderhouden 10.1.5 TwinTeC-dieptegeleidingsrollen-afstrijker controleren CMS-T-00004989-C.1 INTERVAL elke 50 bedrijfsuren wekelijks BELANGRIJK Beschadiging van de rol door aanliggende afstrijker Om de afstand te controleren, Rol draaien 1. Machine oplichten. Om de afstand van de TwinTeC- dieptegeleidingsrollen-afstrijkers controleren, rol 2 draaien.
10 | Machine in stand houden Machine onderhouden 10.1.6 RoTeC-dieptegeleidingsschijven en RoTeC-dieptegeleidingsrollen controleren CMS-T-00006349-B.1 INTERVAL als afsluiting van het seizoen 1. RoTeC-dieptegeleidingsschijven of RoTeC- dieptegeleidingsrollen op beschadigingen zoals scheuren of breuken controleren. Als een RoTeC-dieptegeleidingsschijf of een RoTeC-dieptegeleidingsrol beschadigd is, RoTeC-dieptegeleidingsschijf of RoTeC- dieptegeleidingsrol vervangen.
10 | Machine in stand houden Machine onderhouden Om de nieuwe RoTeC-dieptegeleidingsschijf of RoTeC-dieptegeleidingsrol op de zaaischijf te monteren, de uitsparing van de hendel 4 op de lagerzitting 1 van de snijschijf plaatsen, stevig tegen de RoTeC-dieptegeleidingsschijf of RoTeC-dieptegeleidingsrol drukken en de hendel in het slobgat 3 naar voren trekken tot de RoTeC-dieptegeleidingsschijf of RoTeC- dieptegeleidingsrol volledig vastklikt.
10 | Machine in stand houden Machine onderhouden 6. Beschermzeef doseerunit 1 reinigen. 7. Rolzeil sluiten. CMS-I-00005315 10.1.9 2-kamerbak reinigen CMS-T-00009345-A.1 INTERVAL na de eerste 50 bedrijfsuren indien nodig 1. Rolzeil openen. 2. Zeefrooster 1 reinigen. CMS-I-00006402 Om de zorgen dat de zeefrooster naast de scheidingswanden kunnen worden uitgenomen,...
Pagina 147
10 | Machine in stand houden Machine onderhouden Om te zorgen dat het zeefrooster van de bakkamer voor de volumeaanpassing kan worden uitgenomen, borging omhoog klappen. 7. Zeefrooster uitnemen. 8. Scheidingswand uitnemen. 9. Bakkamer reinigen. CMS-I-00006420 10. Beschermzeef doseerunit 1 van de rechter bakkamer reinigen.
10 | Machine in stand houden Machine onderhouden 10.1.10 Handwastank reinigen CMS-T-00007691-A.1 INTERVAL na de eerste 50 bedrijfsuren indien nodig Om de handwastank leeg te maken, waterkraan 1 openen. 2. Draaisluiting 2 openen. Om vervuilingen te verwijderen, een waterstraal in de handwastank richten. CMS-I-00005401 10.1.11 Transporttraject reinigen CMS-T-00007651-A.1...
Pagina 149
10 | Machine in stand houden Machine onderhouden 2. Zuigkorf 1 reinigen. Om de afzettingen van de turbineschoepen te wassen, een waterstraal in de aanzuigopening richten. CMS-I-00005364 4. 4 kartelschroeven 4 losmaken. 5. Deksel 1 afnemen. Om de afzettingen te verwijderen, een waterstraal in de zaaigoedleidingen 3 en de ribbelbuis 2 leiden.
10 | Machine in stand houden Machine onderhouden 10.1.12 Segmentverdelerkop reinigen CMS-T-00004448-E.1 INTERVAL elke 10 bedrijfsuren dagelijks AANWIJZING De segmentverdelerkop moet vrij van stof, afzettingen en vreemde objecten zijn. In zeer stofrijke gebruiksomstandigheden het inspectie-interval verkorten. 1. 4 kartelschroeven 1 losmaken. 2.
10 | Machine in stand houden Machine onderhouden 10.1.13 Aandraaimoment radarsensorbouten CMS-T-00002383-D.1 INTERVAL na het eerste gebruik elke 12 maanden AANWIJZING Door te groot aandraaimomenten wordt de geveerde sensorhouder onder spanning gezet en gaat de radarsensor verkeerd functioneren. Aandraaimoment op radarsensor controleren. CMS-I-00002600 10.1.14 Doseerunit reinigen CMS-T-00007501-A.1...
Pagina 152
10 | Machine in stand houden Machine onderhouden 3. Kalibratiecontainer 1 in de geleidingsrails plaatsen. CMS-I-00006373 Als de machine over twee injectoren en twee doseerunits beschikt, het transporttraject 3 met de hendel 2 uitschakelen. Het zaaigoed van beide doseerunits kan nu in de kalibratiecontainer worden opgevangen.
Pagina 153
10 | Machine in stand houden Machine onderhouden 6. Bouten 3 met de steeksleutel 1 losdraaien. 7. Schroeven opzij zwenken. 8. Sluitschuif 2 uit de parkeerpositie trekken. CMS-I-00005255 9. Sluitschuif 2 in de doseerbehuizing schuiven. 10. Steeksleutel in de houder 1 opbergen. Om de doseerunit en de doseerrol leeg te maken, zie bedieningshandleiding ISOBUS-software "leegmaken"...
Pagina 154
10 | Machine in stand houden Machine onderhouden 19. Meenemer 4 op het lagerdeksel 1 uitlijnen t.o.v. de aandrijfas. 20. Lagerdeksel monteren. 21. Bouten met de steeksleutel 3 aantrekken. 22. Steeksleutel in de houder 2 opbergen. CMS-I-00005254 23. Sluitschuif 1 op de doseerbehuizing plaatsen. 24.
10 | Machine in stand houden Machine onderhouden 29. Kalibratiecontainer 1 uit de geleidingsrails nemen. 30. Kalibratiecontainer leegmaken. 31. Kalibratiecontainer draaien. 32. Kalibratiecontainer in de geleidingsrails plaatsen en in de parkeerpositie zetten. CMS-I-00006377 10.1.15 Cycloonafscheider reinigen CMS-T-00003779-C.1 INTERVAL elke 10 bedrijfsuren dagelijks Om te zorgen dat de cycloonafscheider goed werkt, moet de afvoeropening 3 vrij zijn van...
10 | Machine in stand houden Machine onderhouden 10.1.17 Hydraulische slangen controleren CMS-T-00002331-C.1 INTERVAL na het eerste gebruik elke 50 bedrijfsuren wekelijks 1. Hydraulische slangen controleren op beschadigingen zoals schuurplekken, sneden, scheuren en vervormingen. 2. Hydraulische slangen controleren op lekkages. Hydraulische slangen mogen maximaal 6 jaar oud zijn.
10 | Machine in stand houden Machine onderhouden 10.1.18 RoTeC-vorentrekker controleren CMS-T-00007482-A.1 INTERVAL elke 50 bedrijfsuren wekelijks 1. Dieptegeleidingsschijven of dieptegeleidingsrollen verwijderen. Als de hardmetalen plaat is versleten, dan de vorentrekker vervangen. Om de vorentrekker te vervangen, bouten 1 demonteren en afvoeren. 4.
10 | Machine in stand houden Machine smeren 10.2 Machine smeren CMS-T-00007575-A.1 BELANGRIJK Machineschade door ondeskundige smering Smeer de machine in overeenstemming met het smeerschema op de gemarkeerde smeerpunten. Om te vermijden dat er vuil in de smeerpunten wordt geperst, moet u de smeernippels en de vetspuit zorgvuldig reinigen.
10 | Machine in stand houden Machine reinigen 10.3 Machine reinigen CMS-T-00000593-E.1 BELANGRIJK Gevaar voor machineschade door de reinigingsstraal van de hogedrukreiniger Richt de reinigingsstraal van de hogedrukreiniger of de stoomreiniger nooit op gemarkeerde componenten. Richt de reinigingsstraal van de hogedrukreiniger of de stoomreiniger nooit op elektrische of elektronische componenten.
11 | Machine laden Machine heffen 11.2 Machine heffen CMS-T-00007584-A.1 De machine heeft 3 aanslagpunten voor hijsmiddelen. WAARSCHUWING Gevaar voor ongevallen door ondeskundig aangebrachte hijsmiddelen Als de hijsmiddelen op niet gemarkeerde plaatsen worden bevestigd, kan de machine tijdens het heffen beschadigd worden en de veiligheid in het gedrang komen.
Pagina 164
11 | Machine laden Machine vastsjorren WAARSCHUWING Gevaar voor ongevallen door ondeskundig aangebrachte sjormiddelen Als de sjormiddelen op niet gemarkeerde sjorpunten worden bevestigd, kan de machine tijdens het sjorren beschadigd worden en de veiligheid in het gedrang komen. Breng de sjormiddelen alleen aan op de gemarkeerde sjorpunten.
13 | Indexen Indexen 13.1 Verklarende woordenlijst CMS-T-00000513-B.1 Bedrijfsmiddel Bedrijfsmiddelen dragen bij tot de bedrijfsklare toestand. Tot de bedrijfsmiddelen behoren bijvoorbeeld reinigingsmiddelen en smeermiddelen zoals smeerolie, smeervetten of poetsmiddelen. Machine Aangebouwde machines zijn accessoires van de tractor. Aangebouwde machines worden in deze bedieningshandleiding echter consequent machine genoemd.
Pagina 172
13 | Indexen Index Voedingsspanning aankoppelen afkoppelen Voorasbelasting berekenen vullen Tank Vulniveausensor in 1-kamerbak instellen Vulniveausensor in 2-kamerbak instellen Waarschuwingsborden Beschrijving Opbouw Positie Werkdiepte van de egtanden op de rolleneg instellen Werking van de machine Beschrijving Werkstandsensor aanpassen Werkverlichting Beschrijving Zaadtoevoerslangen Positie Zaaicombinatie Centaya...
Pagina 174
AMAZONEN-WERKE H. DREYER SE & Co. KG Postfach 51 49202 Hasbergen-Gaste Germany +49 (0) 5405 501-0 amazone@amazone.de www.amazone.de MG7327-NL-II | A.1 | 30.05.2022...