Inhoudsopgave
Advertenties
Opbouw en werking
5.15
Rijpaden
Op het veld kunnen rijpaden worden aangelegd.
Rijpaden zijn sporen waarin niet wordt gezaaid
voor de machines die later worden ingezet ten
behoeve van bemesting en verzorging.
Het rijpad kan ook als intervalrijpad worden
aangelegd. Daarbij wordt het rijpad in
repeterende, vrij intstelbare afstanden gezaaid.
Bij het aanleggen van de rijpaden
verschijnt een symbool in de
bedieningsterminal
sluiten de rijpadenkleppen in de
kleppenkast (Fig. 71/1) de zaaigoedtoevoer
naar de zaadleidingen (Fig. 71/2) van de
rijpadzaaischijven. Een elektromotor (Fig.
71/3) bedient de rijpadenkleppen.
deponeren de rijpadzaaischijven geen
zaaigoed op de bodem;
valt het zaaigoed van de rijpadzaaischijven
terug naar de tank.
De actieve kleppen van de kleppenkast zijn
gemarkeerd. Rode bindbanden (Fig. 71/2) op de
zaadleidingen markeren de actieve
rijpadenkleppen.
Rijpadkleppen (Fig. 72/1) openen en sluiten de
zaaileidingen naar de rijpadzaaischijven.
Een sensor controleert, of de rijpadkleppen in de
kleppenkast correct werken. Bij een verkeerde
stand verschijnt een waarschuwingsmelding op
de bedieningsterminal.
78
Fig. 70
Fig. 71
Fig. 72
AD-P 30/35/4000 SPECIAL BAH0081-2 02.17
Advertenties
Inhoudsopgave
