Pagina 2
Vul hier de identificatiegegevens van de machine in. U vindt de identificatiegegevens op het typeplaatje.
Pagina 3
INHOUDSOPGAVE INHOUDSOPGAVE Persluchtturbine 1 Over deze bedieningshandleiding Korrelseparatie Gebruikte beschrijvingen 4.8.1 Opbouw en werking van de 1.1.1 Waarschuwingen en signalen korrelseparatie 1.1.2 Verdere aanwijzingen 4.8.2 Zaaischijven 1.1.3 Handelingsinstructies PreTeC-zaaischijf 1.1.4 Opsommingen 4.9.1 Zaaiaggregaat 1.1.5 Positienummers in afbeeldingen 4.9.2 Dieptegeleidingsrollen Tevens geldende documenten 4.9.3 Vorentrekker en vangrol Uw mening is belangrijk...
1 | Over deze bedieningshandleiding Over deze bedieningshandleiding CMS-T-00000081-D.1 1.1 Gebruikte beschrijvingen CMS-T-005676-C.1 1.1.1 Waarschuwingen en signalen CMS-T-00002415-A.1 Waarschuwingen zijn gemarkeerd met een verticale balk met een driehoekig veiligheidssymbool en een signaalwoord. De signaalwoorden "GEVAAR", "WAARSCHUWING" of "VOORZICHTIG" beschrijven de ernst van het dreigende risico en hebben de volgende betekenis: GEVAAR Verwijst naar een direct gevaar met...
1 | Over deze bedieningshandleiding Gebruikte beschrijvingen 1.1.2 Verdere aanwijzingen CMS-T-00002416-A.1 BELANGRIJK Wijst op een risico voor machineschade. INSTRUCTIE MILIEUBESCHERMING Wijst op een risico voor milieuschade. AANWIJZING Wijst op gebruikstips en informatie voor een optimaal gebruik. 1.1.3 Handelingsinstructies CMS-T-00000473-B.1 Genummerde handelingsinstructies CMS-T-005217-B.1 Handelingen die in een bepaalde volgorde moeten worden uitgevoerd zijn weergegeven als genummerde...
1 | Over deze bedieningshandleiding Gebruikte beschrijvingen 1.1.3.2 Alternatieve handelingsinstructies CMS-T-00000110-B.1 Alternatieve handelingsinstructies worden ingeleid met het woord "of". Voorbeeld: 1. Bedieningsinstructie 1 alternatieve handelingsinstructie 2. Bedieningsinstructie 2 Handelingsinstructies met slechts één handeling CMS-T-005211-C.1 Handelingsinstructies met slechts één handeling worden niet genummerd maar met een pijl weergegeven.
2 | Veiligheid en verantwoordelijkheid Veiligheid en verantwoordelijkheid CMS-T-00007640-A.1 2.1 Principiële veiligheidsinstructies CMS-T-00007641-A.1 2.1.1 Betekenis van de bedieningshandleiding CMS-T-00006180-A.1 Bedieningshandleiding in acht nemen: De bedieningshandleiding is een belangrijk document en vormt een onderdeel van de machine. Deze is bestemd voor de gebruiker en bevat veiligheidsrelevante gegevens.
2 | Veiligheid en verantwoordelijkheid Principiële veiligheidsinstructies 2.1.2 Veilige bedrijfsorganisatie CMS-T-00002302-C.1 2.1.2.1 Personeelkwalificatie CMS-T-00002306-A.1 2.1.2.1.1 Voorschriften voor alle personen die met de machine werken CMS-T-00002310-A.1 Als de machine op een ondeskundige manier wordt gebruikt, kunnen personen gewond of gedood worden. Om ongevallen door ondeskundig gebruik te vermijden, moet elke persoon die met de machine werkt voldoen aan de volgende minimumeisen:...
Pagina 13
2 | Veiligheid en verantwoordelijkheid Principiële veiligheidsinstructies Landbouwers zijn principieel vertrouwd met het werken met landbouwmachines en instrueren indien nodig landbouwassistenten in het gebruik van de landbouwmachines. Ze kunnen eenvoudige reparaties en onderhoudswerkzaamheden aan landbouwmachines zelf uitvoeren. Landbouwers kunnen bijvoorbeeld zijn: Landbouwers met een universitair diploma of een opleiding aan een technische hogeschool Landbouwers uit ervaring (bijv.
2 | Veiligheid en verantwoordelijkheid Principiële veiligheidsinstructies 2.1.2.2 Werkplekken en passagiers CMS-T-00002307-B.1 Passagiers Passagiers kunnen door bewegingen van de machine vallen, aangereden en ernstig verwond of gedood worden. Opgeworpen voorwerpen kunnen passagiers raken en verwonden. Laat nooit personen meerijden op de machine.
Pagina 15
2 | Veiligheid en verantwoordelijkheid Principiële veiligheidsinstructies Gevaar door schade aan de machine Schade aan de machine kan de bedrijfsveiligheid van de machine beïnvloeden en ongevallen veroorzaken. Daardoor kunnen ernstige of dodelijke letsels worden veroorzaakt. Wanneer u schade vermoedt of constateert, moet u tractor en machine beveiligen.
2 | Veiligheid en verantwoordelijkheid Principiële veiligheidsinstructies 2.1.2.4.2 Persoonlijke beschermingsuitrusting CMS-T-00002316-B.1 Persoonlijke veiligheidsuitrusting Het dragen van een persoonlijke veiligheidsuitrusting is een belangrijke bouwsteen voor de veiligheid. Ontbrekende of ongeschikte persoonlijke veiligheidsuitrusting verhoogt het risico op gezondheidsschade en letsels. Tot de persoonlijke veiligheidsuitrusting behoren bijvoorbeeld: werkhandschoenen, veiligheidsschoenen, beschermende kleding, adembescherming, gehoorbescherming,...
2 | Veiligheid en verantwoordelijkheid Principiële veiligheidsinstructies 2.1.2.4.3 Waarschuwingsborden CMS-T-00002317-B.1 Waarschuwingsborden leesbaar houden waarschuwingsborden op de machine wijzen op gevaarlijke punten en zijn een belangrijk bestanddeel van de veiligheidsuitrusting van de machine. Ontbrekende waarschuwingsborden verhogen het risico op zware en dodelijke letsels. Reinig verontreinigde waarschuwingsborden.
2 | Veiligheid en verantwoordelijkheid Principiële veiligheidsinstructies 2.1.3.2 Gevarenzones CMS-T-00007643-A.1 Gevarenzones aan de machine In de gevarenzones bestaan de volgende belangrijke risico's: De machine en de werktuigen bewegen afhankelijk van het werk. Hydraulisch opgetilde machinedelen kunnen ongemerkt en langzaam dalen. Tractor en machine kunnen onbedoeld wegrollen.
2 | Veiligheid en verantwoordelijkheid Principiële veiligheidsinstructies 2.1.4 Veilig werken en veilige omgang met de machine CMS-T-00002304-H.1 2.1.4.1 Machines aankoppelen CMS-T-00002320-D.1 Koppel de machine aan de tractor Als de machine niet correct op de tractor wordt gekoppeld, ontstaan er gevaren die tot ernstige ongelukken kunnen leiden.
2 | Veiligheid en verantwoordelijkheid Principiële veiligheidsinstructies 2.1.4.2 Rijveiligheid CMS-T-00002321-D.1 Risico's bij het rijden op straat en op het veld Aan een tractor aangebouwde of aangekoppelde machines en gewichten aan voor- of achterzijde beïnvloeden het rijgedrag, de stuureigenschappen en het remvermogen van de tractor.
Pagina 21
2 | Veiligheid en verantwoordelijkheid Principiële veiligheidsinstructies Gevaar voor ongevallen bij rijden op de openbare weg door ongecontroleerde zijwaartse bewegingen van de machine Borg de tractortrekstang voor het rijden op de openbare weg. Machine voorbereiden voor het rijden op straat Als de machine niet correct wordt voorbereid voor het rijden op de openbare weg, dan kunnen zware ongevallen het gevolg zijn.
Laat constructieve wijzigingen en uitbreidingen alleen uitvoeren door een gekwalificeerde vakwerkplaats. Opdat de goedkeuring volgens nationale en internationale voorschriften haar geldigheid behoudt, moet u waarborgen dat het vakbedrijf alleen de door AMAZONE vrijgegeven ombouwcomponenten, reserveonderdelen en accessoires gebruikt. MG6659-NL-II | E.1 | 28.09.2021...
2 | Veiligheid en verantwoordelijkheid Principiële veiligheidsinstructies 2.1.5.2 Werkzaamheden aan de machine CMS-T-00002323-C.1 Werkzaamheden alleen aan de uitgeschakelde machine Als de machine niet uitgeschakeld is, kunnen delen ervan onverwacht bewegen of kan de machine zich in beweging zetten. Daardoor kunnen ernstige of dodelijke letsels worden veroorzaakt.
Pagina 24
2 | Veiligheid en verantwoordelijkheid Principiële veiligheidsinstructies Reparatiewerkzaamheden Ondeskundige reparatiewerkzaamheden, met name aan veiligheidsrelevante onderdelen, brengen de bedrijfsveiligheid in gevaar. Dit kan ongelukken met ernstig of dodelijk letsel worden veroorzaakt. Tot de veiligheidsrelevante onderdelen behoren bijvoorbeeld hydraulische componenten, elektronische onderdelen, frame, veren, aanhangkoppeling, assen en asophangingen, leidingen en tanks die brandbare stoffen bevatten.
Pagina 25
2 | Veiligheid en verantwoordelijkheid Principiële veiligheidsinstructies Opgetilde machinedelen Opgetilde machinedelen kunnen onbedoeld dalen en personen verpletteren en doden. Blijf nooit onder opgetilde machinedelen staan. Als u aan of onder opgetilde machinecomponenten moet werken, laat u machinedelen neer of beveiligt u opgetilde machinedelen met een mechanische steuninrichting of hydraulische inrichting.
Principiële veiligheidsinstructies 2.1.5.3 Bedrijfsmiddelen CMS-T-00002324-C.1 Ongeschikte bedrijfsmiddelen Bedrijfsmiddelen die niet beantwoorden aan de eisen van AMAZONE kunnen schade aan de machine en ongevallen veroorzaken. Gebruik alleen bedrijfsmiddelen die voldoen aan de eisen in de technische gegevens. 2.1.5.4 Speciale uitrustingen en reserveonderdelen CMS-T-00002325-B.1...
2 | Veiligheid en verantwoordelijkheid Veiligheidsroutines 2.2 Veiligheidsroutines CMS-T-00002300-C.1 Tractor en machine beveiligen Indien tractor en machine niet beveiligd zijn tegen ongewenst starten en wegrollen, kunnen de tractor en de machine zich ongecontroleerd in beweging zetten en personen aanrijden, verpletteren of doden. Laat de opgetilde machine of machinedelen zakken.
2 | Veiligheid en verantwoordelijkheid Veiligheidsroutines Veiligheidsinrichtingen in functionerende toestand houden Indien veiligheidsinrichtingen ontbreken, beschadigd, defect of gedemonteerd zijn, kunnen mensen door machinecomponenten ernstig verwond of gedood worden. Controleer de machine minstens eenmaal per dag op schade, correcte montage en goede werking van de veiligheidsinrichtingen.
Pagina 29
2 | Veiligheid en verantwoordelijkheid Veiligheidsroutines Opstappen en afstappen Door onvoorzichtig gedrag bij het opstappen en afstappen kunnen personen van de ladder vallen. Personen die niet via de normale klimhulp op de machine klimmen, kunnen uitglijden, vallen en zwaar gewond raken. Gebruik alleen de passende klimhulpen Vuil en bedrijfsmiddelen kunnen voor een gladde ondergrond zorgen en de stabiliteit...
3 | Correct gebruik Correct gebruik CMS-T-00002353-A.1 De machine is uitsluitend bedoeld voor professioneel gebruik conform de regels van de landbouwkundige praktijk voor een precieze afgifte van zaaigoed. De machine is geschikt en bedoeld voor de precieze afgifte van verschillende soorten zaaigoed.
Pagina 31
3 | Correct gebruik Meer informatie over het correcte gebruik voor bijzondere gevallen kan bij AMAZONE worden opgevraagd. Andere dan de vermelde toegestane toepassingen worden beschouwd als niet toegestaan. Voor schade die voortvloeit uit ondeskundig gebruik is de uitsluitend de gebruiker verantwoordelijk.
4 | Productbeschrijving Werking van de machine CMS-I-00002748 Zaaiaggregaat Snelkoppelsysteem QuickLink Kunstmestkouter Topstang Steunen Houder voor machinedocumentatie 4.2 Werking van de machine CMS-T-00005720-B.1 Voor het gebruik van de machine is een grondbewerkingsmachine met QuickLink-interface als draagmachine nodig. In de basisversie bestaat de machine uit een frame met snelkoppelsysteem QuickLink, een persluchtturbine en zaaiaggregaten.
4 | Productbeschrijving Speciale uitrusting Afhankelijk van de wensen kan de machine met speciale inrichtingen zijn uitgerust. Als alternatief kan de kunstmest ook in een frontaanbouwbak worden meegenomen. Een slangenpakket verbindt de frontaanbouwbak met de machine in achteraanbouw. 4.3 Speciale uitrusting CMS-T-00003750-C.1 Speciale uitrusting is uitrusting, die uw machine mogelijkerwijs niet bezit of die slechts in bepaalde...
4 | Productbeschrijving Waarschuwingsborden 4.5 Waarschuwingsborden CMS-T-00003751-B.1 4.5.1 Positie van de waarschuwingsborden CMS-T-00003752-A.1 CMS-I-00002926 4.5.2 Opbouw van de waarschuwingen CMS-T-000141-D.1 Waarschuwingsborden markeren gevaarlijke plaatsen op de machine en waarschuwen voor restgevaren. Op deze plaatsen doen zich permanent of onverwacht gevaarlijke situaties voor. Een waarschuwingsbord bestaat uit 2 vlakken: Veld 1 toont het volgende: Een illustratie van de gevarenzone omgeven...
4 | Productbeschrijving Typeplaat van de machine MD082 Passagiers kunnen van treeplanken en platforms vallen Laat nooit personen meerijden op de machine. Laat nooit personen op de rijdende machine stappen. 4.6 Typeplaat van de machine CMS-T-00004505-F.1 Machinenummer Voertuigidentificatienummer Product Toegestaan technisch machinegewicht Modeljaar Bouwjaar CMS-I-00004294...
4 | Productbeschrijving Korrelseparatie 4.8 Korrelseparatie CMS-T-00001990-D.1 4.8.1 Opbouw en werking van de korrelseparatie CMS-T-00001773-B.1 De korrelseparatie separeert met luchtoverdruk het zaaigoed. De afgifte bepaalt de benodigde korrelafstand. De afgifte wordt door de keuze van de zaaischijven en de instelling van het toerental daarvan ingesteld.
Pagina 39
4 | Productbeschrijving PreTeC-zaaischijf 4.8.2 Zaaischijven CMS-T-00001992-D.1 De zaaischijven 1 zijn verwisselbaar en kunnen worden aangepast aan de gebruiksomstandigheden en de zaaigoedeigenschappen. De schoepen 2 roeren het zaaigoed om. De markering van de zaaischijven geeft informatie over het aantal boringen 3 en de boringdiameter van de zaaischijf.
Pagina 40
4 | Productbeschrijving PreTeC-zaaischijf Zaaischrijfdrukinstelling, mechanisch of hydraulisch Korrelseparatie Snijschijven Dieptegeleidingsrollen Vangrol Aandrukrollen Instelling hoek aandrukrol CMS-I-00002089 Instelling druk aandrukrol Instelling zaaidiepte 10 Kalibratieknop 11 Zaaigoedtank 4.9.2 Dieptegeleidingsrollen CMS-T-00001975-D.1 De dieptegeleidingsrollen geleiden het zaaikouter over de bodem. Dieptegeleidingsrollen met gesloten velg 1 hebben voordelen bij een hoge massa organische restanten.
4 | Productbeschrijving Kunstmestbak 4.9.3 Vorentrekker en vangrol CMS-T-00001993-D.1 De vorentrekker 2 vormt met de vangrol een 1 centrale eenheid in de zaaischijf. De vorentrekker vormt de zaaivoor. Het kanaal brengt de zaaigoedkorrel in de zaaivoor. Voor een betere bodemsluiting drukt de vangrol de zaaigoedkorrel in de grond.
Pagina 42
4 | Productbeschrijving FerTeC Twin-kunstmestkouter Controlevenster Spatbescherming Restafname Leegmeldsensor Montageposities voor de leegmeldsensor CMS-I-00001966 4.11 FerTeC Twin-kunstmestkouter CMS-T-00005566-A.1 De FerTeC Twin-kunstmestkouters worden op geploegde bodem of voor het zaaien in stoppels gebruikt. De kunstmest-inlegdiepte is instelbaar. De afstand tot het zaaikouter wordt door de kouterhouder bepaald.
Pagina 43
4 | Productbeschrijving Vulvijzel Aansluiting vloeibare kunstmest Uitloop vloeibare kunstmest CMS-I-00002728 4.12 Vulvijzel CMS-T-00001986-B.1 Met de vulvijzel wordt de vulprocedure van de kunstmestbak vergemakkelijkt. De vulvijzel wordt aangedreven via het hydraulische systeem van de tractor. Vulvijzel Vultrechter CMS-I-00001964 4.13 Microgranulaatstrooier CMS-T-00003594-C.1 Met de microgranulaatstrooier wordt afhankelijk van de toepassing insecticide, slakkenkorrel of...
4 | Productbeschrijving Microgranulaatstrooier Microgranulaatstrooier Microgranulaatdoseerder Bodemklep Aandrijving Afsluitschuif Microgranulaatbak Tankdeksel CMS-I-00002590 PreTec-zaaischijf met egalisator Applicatie in de sluitende zaaivoor, voor slakkenkorreltoepassingen. Applicatie in de zaaivoor, voor insecticide- of microkunstmesttoepassingen. CMS-I-00003850 PreTec-zaaischijf zonder egalisator Applicatie op bodemoppervlak voor slakkenkorrel- of herbicidetoepassingen. Applicatie in de zaaivoor, voor insecticide- of microkunstmesttoepassingen.
4 | Productbeschrijving Verlichting 4.14 Verlichting CMS-T-00005894-B.1 4.14.1 Verlichting en markering voor het rijden op straat CMS-T-00005895-A.1 Verlichting naar achteren Waarschuwingsborden Richtingaanwijzers Achterlichten en remlichten Rode reflectoren Gele reflector Waarschuwingsborden zijkant CMS-I-00001977 AANWIJZING Afhankelijk van de nationale voorschriften. 4.14.2 Werkverlichting CMS-T-00001779-B.1 De werkverlichting is bedoeld voor het beter verlichten van het werkgebied.
4 | Productbeschrijving Elektronische bewaking 4.14.3 Bakbinnenverlichting CMS-T-00001987-B.1 De bakbinnenverlichting dient voor een beter zicht in de bak en vergemakkelijkt de controle van het vulpeil. De bakbinnenverlichting wordt via de verlichting voor het rijden op de openbare weg ingeschakeld. CMS-I-00002219 4.15 Elektronische bewaking CMS-T-00001777-C.1 4.15.1 Radarsensor...
4 | Productbeschrijving Elektronische bewaking 4.15.2 Leegmeldsensoren CMS-T-00001979-B.1 4.15.2.1 Zaaigoed CMS-T-00001981-B.1 De leegmeldsensor 1 geeft een alarm zodra de leegmeldsensor niet meer door het zaaigoed wordt bedekt. CMS-I-00001986 4.15.2.2 Kunstmest CMS-T-00001983-A.1 De leegmeldsensor 1 geeft een alarm zodra de leegmeldsensor niet meer door het kunstmest wordt bedekt.
Pagina 48
4 | Productbeschrijving Opbergkoker 4.16 Opbergkoker CMS-T-00001776-C.1 In de opbergkoker bevindt zich het volgende: Documenten Hulpmiddelen CMS-I-00002306 4.17 Kalibratieset CMS-T-00007520-A.1 De kalibratieset bestaat uit het volgende: Emmer Hangweegschaal CMS-I-00005274 4.18 TwinTerminal CMS-T-00004156-A.1 Met de TwinTerminal kunnen de volgende functies worden uitgevoerd: Afgifte kalibreren Machine leegmaken Communicatie met de bedieningsterminal...
5 | Technische gegevens Toelaatbaar totaalgewicht 5.3 Toelaatbaar totaalgewicht CMS-T-00003762-B.1 Precea 3000-A /-ACC [kg] 2900 kg 5.4 Dosering CMS-T-00002360-D.1 5.4.1 Zaaigoeddosering CMS-T-00002361-D.1 AANWIJZING De gewenste afstand is afhankelijk van het soort zaaigoed. AANWIJZING De gewenste afstand kan bij een elektrische aandrijving via de rijsnelheid worden aangepast.
5 | Technische gegevens Zaaischijf Aandrijving Maximale afgifte [kilogram/ha] Elektrische aandrijving Mechanische aandrijving Kunstmestbak [liter] 950 / 1250 5.4.3 Microgranulaatdosering CMS-T-00005413-A.1 AANWIJZING De afgifte kan bij een elektrische aandrijving via de rijsnelheid worden aangepast. De maximale afgifte is afhankelijk van het doseergoed.
5 | Technische gegevens Rijenafstanden 5.5.2 FerTeC Twin CMS-T-00005569-B.1 AANWIJZING De maximale zaaidiepte dient als richtwaarde. De werkelijke waarde kan alleen tijdens het gebruik op het veld worden bepaald. Overbelastingsbev eiliging Zaaischijf Belasting Zaaischijfdruk [kg] Aflegdiepte [cm] activeringskracht [kg] FerTeC Twin Veer 3 - 12 Wordt via de PreTeC-zaaischijf...
Technische gegevens van de tractor Doseeraandrijvingen Geadviseerd snelheidsbereik Elektrisch 2-15 km/h 5.9 Technische gegevens van de tractor CMS-T-00003766-B.1 Motorvermogen Precea 3000-A /-ACC vanaf 81 kW / 160 pk Elektrische installatie Accuspanning 12 V Tractorbasisuitrusting voor ISOBUS 25 A Contactdoos voor verlichting...
6 | Machine voorbereiden Machine voorbereiden CMS-T-00003739-C.1 6.1 Vereiste tractoreigenschappen berekenen CMS-T-00003740-A.1 CMS-I-00000581 Berekende Benaming Eenheid Beschrijving waarden Leeggewicht tractor Voorasbelasting van de bedrijfsklare tractor zonder aanbouwmachine of ballastgewichten Achterasbelasting van de bedrijfsklare tractor zonder aanbouwmachine of ballastgewichten Totaalgewicht van frontaanbouwmachine of frontgewicht Toegestaan totaalgewicht van achteraanbouwmachine of achtergewicht Afstand tussen zwaartepunt frontaanbouwmachine of...
6 | Machine voorbereiden Vereiste tractoreigenschappen berekenen Berekende Benaming Eenheid Beschrijving waarden Afstand tussen midden van de vooras en midden van de trekstangaansluiting Zwaartepuntafstand: afstand tussen zwaartepunt voorste aanbouwmachine of voorste ballastgewicht en midden trekstangaansluiting Wielbasis Afstand tussen midden achteras en midden trekstangaansluiting Zwaartepuntafstand: afstand tussen midden van het trekstangkoppelpunt en het zwaartepunt van de...
6 | Machine voorbereiden Vereiste tractoreigenschappen berekenen 3. Werkelijk totaalgewicht van de combinatie van tractor en machine berekenen. CMS-I-00000515 4. Werkelijke achterasbelasting berekenen. Htat Vtat Htat Htat CMS-I-00000514 5. Draagvermogen voor twee tractorbanden zoeken in de gegevens van de fabrikant. 6.
6 | Machine voorbereiden Machine koppelen 6.2 Machine koppelen CMS-T-00003746-C.1 6.2.1 Toevoerleidingen aan het slangpakket koppelen CMS-T-00004439-B.1 Om de transportslang met het slangpakket te verbinden, het verbindingsstuk koppelen met de klem 2 . ME1212 2. Afhankelijk van de uitrusting van de machine de tweede transportslang verbinden met het slangpakket.
6 | Machine voorbereiden Machine koppelen CMS-I-00001699 Indien minder tractorregeleenheden ter beschikking staan dan nodig, dan kan met het comfort hydraulisch systeem een tractorregeleenheid worden bezet met meerdere machinefuncties 2 . De keuze van de functie wordt via de machinesoftware of via Comfort Click 1 uitgevoerd.
6 | Machine voorbereiden Machine koppelen BELANGRIJK Schade aan de machine door onvoldoende hydraulische olieretourleiding Gebruik voor de drukloze hydraulische olieretourleiding alleen DN16-leidingen. Kies korte retourtrajecten. Sluit de drukloze hydraulische olieretourleiding correct aan. Monteer de meegeleverde koppelmof op de drukloze hydraulische olieretourleiding. 1.
6 | Machine voorbereiden Machine koppelen 6.2.4 Voedingsspanning aankoppelen CMS-T-00001399-D.1 1. Stekker 1 voor voedingsspanning aansluiten. 2. Voedingsspanningskabel met voldoende bewegingsvrijheid en zonder schurende plekken of klempunten installeren. 3. Verlichting op de machine controleren op goede werking. CMS-I-00001048 6.2.5 3-puntsaanbouwframe aankoppelen CMS-T-00001400-E.1 1.
Pagina 62
6 | Machine voorbereiden Machine koppelen Wals KG 3001 Special / Super CombiDisc 3000 TRW 3000-500-125 TRW 3000-500-125 Trapeziumringwals TRW 3000-500-150 TRW 3000-500-150 TRW 3000-600-125 TRW 3000-600-125 met 2-buizenframe TRW 3000-600-150 TRW 3000-600-150 1. Tractor met het gekoppelde grondbewerkingsapparaat langzaam onder de machine rijden.
Pagina 63
6 | Machine voorbereiden Machine koppelen 5. Lengte van de topstang instellen. CMS-I-00004242 6. Topstang 2 monteren. 7. Topstangpen 3 op de machine monteren. 8. Topstangpen met de veerclip borgen. 9. Topstangpen 1 op de grondbewerkingsmachine monteren. 10. Topstangpen met de veerclip borgen. CMS-I-00002751 WAARSCHUWING De steunen hebben geen vergrendeling...
Pagina 64
6 | Machine voorbereiden Machine koppelen Om de machine horizontaal uit te lijnen, Lengte van de topstang instellen. CMS-I-00002763 Om de werkstandsensor en de markeurbediening met de machine te verbinden, Signaal voedingsleiding 1 met de rotorcultivator 2 verbinden. CMS-I-00004120 17. Aan beide zijden de achterwaartse verlichting 1 van de rotorcultivator loskoppelen.
6 | Machine voorbereiden Machine voorbereiden voor het gebruik 6.2.7 Werken zonder fronttank CMS-T-00008281-A.1 Als de machine zonder fronttank moet worden gebruikt, afsluitweerstand 1 op de signaalkabel 2 voor de fronttank monteren. CMS-I-00005657 6.3 Machine voorbereiden voor het gebruik CMS-T-00003741-C.1 6.3.1 Werkstandsensor aanpassen CMS-T-00003625-C.1 De werkstandsensor bewaakt de machinestand...
6 | Machine voorbereiden Machine voorbereiden voor het gebruik 6.3.2 Zaaigoedtank vullen CMS-T-00001914-B.1 VOORWAARDEN Machine is aan de tractor gekoppeld Tractor en machine zijn beveiligd Zaaigoed en zaaigoedtank vrij van vreemde objecten Zaaigoed is droog en kleeft niet BELANGRIJK Lekkende voorraadbakken veroorzaken een verkeerde afgifte Betreed het deksel van de voorraadbak niet.
6 | Machine voorbereiden Machine voorbereiden voor het gebruik 6. Dekselafdichting en afdichtoppervlak 2 schoonmaken. 7. Zaaigoedtank 1 sluiten. De sluiting 3 vergrendelt. 8. Borgingen vergrendelen. CMS-I-00001889 6.3.3 Kunstmestbak vullen CMS-T-00001910-D.1 6.3.3.1 Kunstmestbak vullen via het laadrand vullen CMS-T-00001911-D.1 AANWIJZING Beschermings- en functieroosters in de kunstmestbak zijn gesloten.
6 | Machine voorbereiden Machine voorbereiden voor het gebruik 6. Rubber spanbanden 1 openen. 7. Afdekzeil kunstmestbak 2 openen. 8. Resten of vreemde objecten uit de kunstmestbak verwijderen. 9. Kunstmestbak vullen. 10. Afdekzeil van de kunstmestbak met de kabel 3 sluiten.
Pagina 69
6 | Machine voorbereiden Machine voorbereiden voor het gebruik 4. Afdekzeil 1 van de vultrechter openen. 5. Vulgoot 2 uitzwenken. 6. Resten of vreemde objecten uit de vultrechter verwijderen. AANWIJZING De maximale vulcapaciteit wordt bereikt, wanneer een stortgoedkegel boven de vijzel wordt gevormd.
6 | Machine voorbereiden Machine voorbereiden voor het gebruik 6.3.4 Microgranulaatstrooier voorbereiden voor het gebruik CMS-T-00003596-C.1 6.3.4.1 Microgranulaatbak vullen CMS-T-00003595-A.1 VOORWAARDEN Microgranulaat vrij van vreemde objecten Microgranulaat is droog en kleeft niet BELANGRIJK Lekkende voorraadbakken veroorzaken een verkeerde afgifte Betreed het deksel van de voorraadbak niet.
Pagina 71
6 | Machine voorbereiden Machine voorbereiden voor het gebruik 5. Dekselafdichting en afdichtoppervlak 1 schoonmaken. 6. Microgranulaatbak 2 sluiten. De sluiting vergrendelt voelbaar. CMS-I-00002596 6.3.4.2 Doseerrol vervangen CMS-T-00003598-B.1 1. Sluitschuif 1 in de onderste positie zetten. CMS-I-00002586 2. Ontgrendelgereedschap 2 in de doseerderafdekking 1 steken.
Pagina 72
6 | Machine voorbereiden Machine voorbereiden voor het gebruik 5. Aandrijfeenheid 1 linksom draaien. 6. Aandrijfeenheid uit de doseerbehuizing trekken. CMS-I-00002585 7. Rolkooi 1 met doseerrol uit de doseerbehuizing nemen. CMS-I-00002584 8. Doseerrol 1 uit de rolkooi 2 nemen. Voor een gelijkmatige werking de draairichting van de gewenste doseerrol op de markering 3 uitlijnen.
6 | Machine voorbereiden Machine voorbereiden voor het gebruik 11. Rolkooi 1 met doseerrol in de doseerbehuizing plaatsen. CMS-I-00002584 12. Aandrijfeenheid 1 in de doseerrol plaatsen. 13. Aandrijfeenheid rechtsom draaien. 14. Doseerderafdekking sluiten. Vergrendeling vergrendelt. 15. Sluitschuif in de bovenste positie zetten. CMS-I-00002585 6.3.4.3 Afgifte voor microgranulaat veranderen CMS-T-00003632-C.1...
Pagina 74
6 | Machine voorbereiden Machine voorbereiden voor het gebruik 4. Emmer 2 onder de microgranulaatuitloop 1 plaatsen. CMS-I-00002620 5. Met de omschakelklep 1 de gewenste microgranulaatuitloop activeren. Om de afgifte voor het microgranulaat te kalibreren, zie handleiding ISOBUS-software "Afgifte voor kunstmest of microgranulaat kalibreren"...
Pagina 75
6 | Machine voorbereiden Machine voorbereiden voor het gebruik PreTec-zaaischijf zonder egalisator Inbrengen op de gesloten zaaivoor met de diffusor. Inbrengen in de zaaivoor, naar keuze met gerichte uitloop of diffusor. CMS-I-00002578 Om de voor de toepassing passende uitloop te activeren, de omschakelklep 1 in de gewenste positie zetten.
6 | Machine voorbereiden Machine voorbereiden voor het gebruik 6.3.5 Instelparameters bepalen CMS-T-00007715-A.1 < 4,5 g 1,0 mm Lichtgrijs B / C ±5 mb Oranje 16 mm 16 mm 12 mm 20 mm 4,5 tot Antraciet 1,3 mm B / C ±5 mb Oranje 16 mm 16 mm 12 mm...
Pagina 77
6 | Machine voorbereiden Machine voorbereiden voor het gebruik 70 tot E / F / 3,0 mm Oranje ±5 mb Groen 16 mm 16 mm 16 mm 16 mm 85 g 85 tot E / F / 3,5 mm Bruin ±5 mb Groen 16 mm 16 mm...
6 | Machine voorbereiden Machine voorbereiden voor het gebruik 1. Instelparameters zie de tabel. Om de korrelseparatie in te stellen, zie "Korrelseparatie instellen". Om de PreTeC-zaaischijf in te stellen, zie "PreTeC-zaaischijf instellen". 6.3.6 Turbinetoerental via hydraulisch systeem instellen CMS-T-00001948-E.1 VOORWAARDEN Zaaigoedtanks zijn gevuld Turbine is ingeschakeld Zaaischijven zijn met zaaigoedkorrels bezet...
6 | Machine voorbereiden Machine voorbereiden voor het gebruik AANWIJZING Wanneer de gewenste turbinedruk niet wordt bereikt, is een grotere hydromotor een oplossing. Neem voor meer informatie contact op met uw vakwerkplaats. 6.3.7 Snelheidssensor van de machine instellen CMS-T-00001908-B.1 Om de dosering of de elektronische bewaking te starten, is een snelheidssignaal nodig.
6 | Machine voorbereiden Machine voorbereiden voor het gebruik 6.3.8.2 Korrelafstand controleren CMS-T-00002354-B.1 De afgifte bepaalt de benodigde korrelafstand. Door de keuze van de precisiezaaischijven en de instelling van het toerental daarvan wordt de korrelafstand ingesteld. CMS-I-00002011 1. Circa 30 m op werksnelheid zaaien. 2.
6 | Machine voorbereiden Machine voorbereiden voor het gebruik 6. Zaaidiepte op de schaal 2 aflezen. Indien de gewenste zaaidiepte niet kan worden ingesteld, de zaaischijfdruk verhogen. Zie hoofdstuk "Zaaischijfdruk instellen". 6.3.9 Korrelseparatie instellen CMS-T-00005516-B.1 6.3.9.1 Precisiezaaischijf vervangen CMS-T-00005572-B.1 1. Tractor en machine beveiligen. 2.
Pagina 82
6 | Machine voorbereiden Machine voorbereiden voor het gebruik AANWIJZING De vulblokkeringen zijn alleen bij geklapt machineframe nodig. Voor het toepassen in koolzaad, bieten of sorghum is de oranje vulblokkering nodig. Bout 4 demonteren. 7. Oranje vulblokkering 3 in de houder 2 monteren.
Pagina 83
6 | Machine voorbereiden Machine voorbereiden voor het gebruik AANWIJZING Het zegellakpunt 1 geeft een fabrieksinstelling aan. 16. Zegellakpunt controleren. Wanneer het zegellakpunt is gebroken, Neem contact op met uw vakwerkplaats. CMS-I-00005636 18. Uitwerperhouder 3 samendrukken. 19. Uitwerperwiel 2 aftrekken. Het getal op het uitwerperwiel moet gelijk zijn aan het aantal boringen van de precisiezaaischijf 1 .
6 | Machine voorbereiden Machine voorbereiden voor het gebruik 25. Geleidingspen 1 uitlijnen. 26. Deksel 2 sluiten. 27. Sluitingen sluiten. CMS-I-00001913 6.3.9.2 Sluitschuif instellen CMS-T-00001901-D.1 AANWIJZING De instelling van de sluitschuif moet aangepast worden aan de gebruiksomstandigheden. De optimale instelling kan alleen tijdens het gebruik op het veld worden bepaald.
6 | Machine voorbereiden Machine voorbereiden voor het gebruik Om de positie voor de sluitschuif te bepalen, zie "Instelparameters bepalen". Indien het niveau tot boven het controlevenster stijgt, sluitschuiven stapsgewijs sluiten Als het niveau tot onder de rand van het controlevenster daalt, sluitschuif stapsgewijs openen CMS-I-00001916...
Pagina 86
6 | Machine voorbereiden Machine voorbereiden voor het gebruik 3. Kanaal 3 tegen de afdichting 2 in de trechter 1 drukken. 4. Kanaal van optische sensor zwenken en naar boven trekken. CMS-I-00003815 5. Bouten 1 demonteren. 6. Afstandsplaat 2 demonteren. CMS-I-00003816 7.
Pagina 87
6 | Machine voorbereiden Machine voorbereiden voor het gebruik 10. Optische sensor 1 demonteren. CMS-I-00002827 Om de optische sensor te kiezen, zie "Instelparameters bepalen". 12. Gewenste optische sensor 1 monteren. CMS-I-00002826 13. Optische sensor 1 naar boven bewegen. 14. Afdichting 2 monteren. 15.
6 | Machine voorbereiden Machine voorbereiden voor het gebruik 16. Afstandsplaat 2 monteren. 17. Bouten 1 monteren. CMS-I-00003818 Het kanaal 3 moet passend bij het zaaigoed worden vervangen. Om het kanaal te kiezen, zie "Instelparameters bepalen". 19. Kanaal tegen de afdichting 2 in de trechter 1 drukken.
6 | Machine voorbereiden Machine voorbereiden voor het gebruik Indien de bedieningsterminal dubbele bezettingen herkent, instelwaarde op de afstrijker 1 vergroten. Indien de bedieningsterminal lege posities herkent, instelwaarde op de afstrijker 1 verlagen. 3. Instelling van de afstrijker op het veld na een korte rijafstand controleren.
6 | Machine voorbereiden Machine voorbereiden voor het gebruik Zie bedieningshandleiding ISOBUS "Zaaigoedafgifte veranderen" 6.3.10.2.2 Werksnelheid bepalen CMS-T-00002251-E.1 AANWIJZING De opgegeven waarden zijn richtwaarden. Deze zijn gerelateerd aan een constante voedingsspanning van minimaal 12 Volt. Zaaischijf met 10 boringen Rijbreedte Afgifte [K/ha] 0,45 m...
Pagina 92
6 | Machine voorbereiden Machine voorbereiden voor het gebruik Zaaischijf met 42 boringen Rijbreedte Afgifte [K/ha] 0,45 m 0,50 m 0,60 m 0,75 m 0,80 m 15,0 km/h 15,0 km/h 15,0 km/h 15,0 km/h 15,0 km/h ≤100.000 110.000 15,0 km/h 15,0 km/h 15,0 km/h 15,0 km/h...
6 | Machine voorbereiden Machine voorbereiden voor het gebruik Zaaischijf met 80 boringen Rijbreedte Afgifte [K/ha] 0,45 m 0,50 m 0,60 m 0,75 m 0,80 m 560.000 9,4 km/h 8,5 km/h 7,1 km/h 5,7 km/h 5,3 km/h 600.000 8,8 km/h 7,9 km/h 6,6 km/h 5,3 km/h...
Pagina 94
6 | Machine voorbereiden Machine voorbereiden voor het gebruik alleen plantenresten opruimen. Door een volledige aardbeweging hebben de aandrukrollen te weinig fijne aarde om de zaaivoor te sluiten. AANWIJZING De instelling van de sterrenruimer moet aangepast worden aan de gebruiksomstandigheden. De optimale instelling kan alleen tijdens het gebruik op het veld worden bepaald.
Pagina 95
6 | Machine voorbereiden Machine voorbereiden voor het gebruik stenen opzij opruimen. De kluitenruimertop mag niet dieper werken dan de zaaischijf. Door een volledige aardbeweging door de kluitenruimer of de kluitenruimertoppen hebben de aandrukrollen te weinig fijne aarde om de zaaivoor te sluiten. AANWIJZING De instelling van de kluitenruimer moet aangepast worden aan de gebruiksomstandigheden.
Pagina 96
6 | Machine voorbereiden Machine voorbereiden voor het gebruik 15. Borgpen met de veerclip borgen. 16. Instelling van de kluitenruimertop op het veld na een korte rijafstand controleren. 6.3.11.3 Starre snijschijf instellen CMS-T-00007646-A.1 De starre snijschijven maken het rustig lopen van de zaaiaggregaten mogelijk op bodems met een grove oppervlaktestructuur.
Pagina 97
6 | Machine voorbereiden Machine voorbereiden voor het gebruik 6.3.11.4 Zaaidiepte instellen CMS-T-00005825-B.1 AANWIJZING De instelling van de zaaidiepte moet aangepast worden aan de gebruiksomstandigheden. De optimale instelling kan alleen tijdens het gebruik op het veld worden bepaald. AANWIJZING De stand P is alleen nodig om de machine te parkeren.
Pagina 98
6 | Machine voorbereiden Machine voorbereiden voor het gebruik 6.3.11.5 Zaaischijfdruk hydraulische instellen CMS-T-00005524-B.1 De zaaischijfdruk wordt met een hydraulische cilinder 1 opgebouwd. CMS-I-00003953 Het hydraulische zaaischijfdruksysteem kan zijn uitgevoerd met een standkrachtregeling. De krachtsensoren 1 bepalen de kracht van de zaaischijven.
6 | Machine voorbereiden Machine voorbereiden voor het gebruik 6.3.11.6 Zaaischijfdruk mechanisch instellen CMS-T-00001905-D.1 AANWIJZING De instelling van de zaaischijfdruk moet aangepast worden aan de gebruiksomstandigheden. De optimale instelling kan alleen tijdens het gebruik op het veld worden bepaald. Gebruiksvoorwaarde Zaaischijfdruk Zaaischijfdruk vergroten: Zware grond...
6 | Machine voorbereiden Machine voorbereiden voor het gebruik 6.3.11.7 Schijfegalisator instellen CMS-T-00001932-D.1 Schijfegalisator Instelhendel schijfegalisator CMS-I-00001962 De schijfegalisators worden op geploegde grond of grond met stoppels gebruikt. Deze bedekken de zaaivoor met fijne aarde. De druk is instelbaar. AANWIJZING De instelling van de schijfegalisator moet aangepast worden aan de gebruiksomstandigheden.
6 | Machine voorbereiden Machine voorbereiden voor het gebruik 4. Arbeidsintensiteit van de schijfegalisator in de gewenste positie zetten. 5. Instelling op alle schijfegalisators overnemen. Schijfegalisator in de rijsporen in de gewenste positie plaatsen. 6. Instelhendel in raster vergrendelen. CMS-I-00001926 7.
6 | Machine voorbereiden Machine voorbereiden voor het gebruik AANWIJZING Om te zorgen dat het zaaigoed niet uit de grond 1 wordt gewerkt, mogen de getande aandrukrollen niet diepte werken dan de ingestelde zaaidiepte. Gebruiksvoorwaarde Druk aandrukrol Druk aandrukrol Zware grond verhogen: + Druk aandrukrol Lichte grond...
Pagina 103
6 | Machine voorbereiden Machine voorbereiden voor het gebruik 9. Instelhendel in de gewenste positie zetten. 10. Instelhendel in raster vergrendelen. 11. Instelling van de aandrukrollen op het veld na een korte rijafstand controleren. Wanneer de zaaivoor bij ingestelde aandrukrollenhoek niet wordt gesloten, bovendien de aandrukrollenafstand instellen.
6 | Machine voorbereiden Machine voorbereiden voor het gebruik AANWIJZING Voor een beter inzicht zijn de dieptegeleidingsrollen en de snijschijven slechts gedeeltelijk weergegeven. Voor het vervangen van de vorentrekker hoeven de dieptegeleidingsrollen en de snijschijven niet te worden gedemonteerd. 1. Machine oplichten. 25 Nm 2.
6 | Machine voorbereiden Machine voorbereiden voor het gebruik De afstrijkers maken het rustig lopen van de zaaischijven over een bodem met kleverige oppervlaktestructuur mogelijk. 1. Machine oplichten. 2. Tractor en machine beveiligen. 3. Moeren 1 losmaken. 4. Afstrijker 2 op een afstand van 2 mm instellen. CMS-I-00001930 Om de afstand te controleren, Dieptegeleidingsrol 3 roteren.
Pagina 106
6 | Machine voorbereiden Machine voorbereiden voor het gebruik 4. Passend hulpmiddel onder de zaaischijf plaatsen. 5. machine langzaam neerlaten. Vergrendeling 1 op trekstang 1 is zonder belasting. CMS-I-00002697 Om de vergrendeling in de parkeerpositie te brengen, Bedieningshendel 1 omklappen. 7.
Pagina 107
6 | Machine voorbereiden Machine voorbereiden voor het gebruik De afstrijkers maken het rustig lopen van de vangrol over een bodem met kleverige oppervlaktestructuur mogelijk. 1. Machine oplichten. 2. Tractor en machine beveiligen. 3. Moeren 3 losmaken. 4. Afstrijker 1 op een afstand van 1 mm instellen. Om de afstand te controleren, CMS-I-00002727 Vangrol 2 roteren.
6 | Machine voorbereiden Machine voorbereiden voor het gebruik 6.3.12 Rijpaden aanmaken CMS-T-00001881-A.1 6.3.12.1 Rijpadenschakeling configureren CMS-T-00001883-A.1 AANWIJZING Voor de automatische rijpadenschakeling is een elektrisch aangedreven korrelseparatie nodig. Zie bedieningshandleiding ISOBUS-software "Rijpadenschakeling configureren". 6.3.13 Elektrisch aangedreven kunstmestdosering kalibreren CMS-T-00003839-D.1 6.3.13.1 Kalibratie uitvoeren CMS-T-00001945-E.1 VOORWAARDEN Kunstmestbak minimaal...
Pagina 109
6 | Machine voorbereiden Machine voorbereiden voor het gebruik Om bij machines met hydraulische turbine- aandrijving de kalibratiecontainer in de kalibratiepositie te brengen, kalibratiecontainer 2 met de opening naar boven gericht onder de doseerunit schuiven. 5. kalibratiecontainer 1 met de opening naar boven gericht inhaken en onder de doseerunit schuiven.
6 | Machine voorbereiden Machine voorbereiden voor het gebruik 14. Kalibratiecontainer leegmaken. Om te zorgen dat de kalibratiecontainers niet vervuild raken, kalibratiecontainer 1 met de opening naar beneden gericht onder de doseerunit schuiven. 16. Borging 2 naar boven zwenken en sluiten. Om de kalibratieklephendel in de werkstand te brengen, borgknop ingedrukt houden en omhoog schuiven.
Pagina 111
6 | Machine voorbereiden Machine voorbereiden voor het gebruik KAS / DAP / NPK / fosfaat Hoeveelheid Rijbreedte [cm] kunstmest 45,0 50,0 60,0 75,0 80,0 [kg/ha] Ureum Hoeveelheid Rijbreedte [cm] kunstmest 45,0 50,0 60,0 75,0 80,0 [kg/ha] 15,0 15,0 15,0 15,0 15,0 15,0...
6 | Machine voorbereiden Machine voorbereiden voor het gebruik 6.3.14 Afgifte voor vloeibaar kunstmest veranderen CMS-T-00003722-A.1 De vloeibare kunstmestdosering 1 wordt via de voedingsslang 3 met de tank verbonden. De vloeibare kunstmest stroomt door de lang 2 in het kunstmestkouter en wordt in de bodem ingebracht. CMS-I-00002729 A = dosering in liter per hectare ´...
6 | Machine voorbereiden Machine voorbereiden voor het gebruik 6.3.16 Laadrand bedienen CMS-T-00003737-B.1 1. Borgpen 1 demonteren. CMS-I-00002744 2. Ladder 1 uittrekken en naar beneden zwenken. CMS-I-00002836 3. Laadrand 2 via de ladder betreden. 4. Ladder 1 na gebruik naar boven draaien en in de parkeerpositie zetten.
6 | Machine voorbereiden Machine voorbereiden voor het gebruik 6.3.17 Vulvijzel instellen CMS-T-00002217-C.1 VOORWAARDEN Machine is niet aan de tractor gekoppeld Machine correct geparkeerd VOORZICHTIG Struikelgevaar door moeilijke toegang tot vulvijzel Voor een veilige toegang tot de vulvijzel, gebruikt u een ladder. Kunstmestbak wordt in de rijrichting ongelijkmatig gevuld.
6 | Machine voorbereiden Machine voorbereiden voor het gebruik 6.3.18 Werkplaatswerkzaamheden CMS-T-00002216-D.1 6.3.18.1 Zaaidiepte op kunstmestkouter instellen CMS-T-00002061-C.1 AANWIJZING De bedrijfsomstandigheden beïnvloeden de juiste instelling. De instelling van het kunstmestkouter moet aangepast worden aan de gebruiksomstandigheden. De optimale instelling kan alleen tijdens het gebruik op het veld worden bepaald.
6 | Machine voorbereiden Machine voorbereiden voor het gebruik 6.3.18.2 Zaaischijfdruk in het tractorspoor CMS-T-00007947-A.1 Afhankelijk van de uitrusting van de machine kan de zaaischijfdruk in het rijspoor separaat worden ingesteld. 1. Turbine inschakelen. Om de zaaischijfdruk naast de tractorsporen op nul in te stellen, zie bedieningshandleiding ISOBUS "Zaaischijfdruk aanpassen".
Om de aandrijfketting in lengte aan te passen, zie "Tandwiel in voorlopende wielaandrijving vervangen". AANWIJZING Neem voor meer informatie contact op met uw AMAZONE-servicedienst. 6.3.18.4 PreTeC-zaaischijf monteren CMS-T-00005483-B.1 6.3.18.4.1 Zaaischijf monteren CMS-T-00005491-B.1 Om de gemonteerd zaaischijven in de gewenste positie in te stellen, Bouten 1 losdraaien.
Pagina 119
6 | Machine voorbereiden Machine voorbereiden voor het gebruik Hierna wordt de montage van een zaaischijf met behulp van een kraan beschreven. Om te zorgen dat de zaaischijf voor het monteren gemakkelijker naar voren kantelt, het voorste lastopnamemiddel langer kiezen dan het achterste lastopnamemiddel.
Pagina 120
6 | Machine voorbereiden Machine voorbereiden voor het gebruik 11. Machine oplichten. Dieptegeleidingsrollen 3 liggen op de transportwagen 2 aan. 12. Band 1 van zaaischijf losmaken. 13. Machine verder oplichten. CMS-I-00005134 14. Zaaischijfklemming monteren. Bij uitschuifbare zaaischijven Bouten 1 op 160 Nm -180° vastdraaien, bij niet uitschuifbare zaaischijven Bouten op 200 Nm vastdraaien.
6 | Machine voorbereiden Machine voorbereiden voor het gebruik 6.3.18.4.2 Energievoorziening aansluiten CMS-T-00005490-B.1 1. ISOBUS van tractor losmaken. Om de zaaischijf te activeren, de zaaischijfkabelboom 1 van de brugstekker 3 losmaken. 3. Machinekabelboom 2 met de zaaischijfkabelboom 1 verbinden. 4. Brugstekker met een stofkap afsluiten. CMS-I-00003830 6.3.18.4.3 Hydraulische voeding aansluiten CMS-T-00005484-B.1...
6 | Machine voorbereiden Machine voorbereiden voor het gebruik 4. De spanband 2 van de topstang 1 en de trekstang 3 losmaken en demonteren. CMS-I-00005312 Wanneer het hydraulische zaaischijfdruksysteem weer is gesloten, de hydraulische stekker 1 op beide machine- elementen met een ontluchtingsslang verbinden. Om de zaaischijfdruk op nul te zetten, zie bedieningshandleiding ISOBUS "Zaaischijfdruk aanpassen".
6 | Machine voorbereiden Machine voorbereiden voor het gebruik 2. Kunstmestslang 1 op de kunstmestdoseerder monteren. 3. Klem 2 monteren. 4. Luchtvoorziening 3 op de luchtverdeler monteren. 5. Klem 4 monteren. CMS-I-00003916 6.3.18.4.5 Lucht- en kunstmesttoevoer op de verdeelkop aansluiten CMS-T-00005489-B.1 Om de kunstmeststroom te herstellen, de hendel 1 bedienen.
6 | Machine voorbereiden Machine voorbereiden voor het gebruik 4. Luchtvoorziening 2 op de luchtverdeler monteren. 5. Klem 1 monteren. CMS-I-00003919 6.3.18.5 PreTeC-zaaischijf demonteren CMS-T-00005471-B.1 6.3.18.5.1 Zaaischijf demonteren CMS-T-00005475-B.1 AANWIJZING Banden met standkrachtsensor 1 mogen niet worden gedemonteerd. De standkrachtsensor is herkenbaar aan de signaalverwerking 2 .
Pagina 125
6 | Machine voorbereiden Machine voorbereiden voor het gebruik 4. Bouten 1 demonteren. 5. Zaaischijfklemming 2 demonteren. CMS-I-00004135 Hierna wordt de demontage van een zaaischijf met behulp van een kraan beschreven. Om te zorgen dat de zaaischijf voor het demonteren gemakkelijker naar voren kantelt, het voorste lastopnamemiddel langer kiezen dan het achterste lastopnamemiddel.
Pagina 126
6 | Machine voorbereiden Machine voorbereiden voor het gebruik Hierna wordt de demontage van een zaaischijf met de PreTec-transportwagen beschreven. Om de kunstmestkouters in de bovenste positie te zetten, zie "Kunstmest-inlegdiepte instellen". Om de zaaischijfdruk op de hoogste waarde te zetten, zie "Zaaischijfdruk mechanisch instellen".
Pagina 127
6 | Machine voorbereiden Machine voorbereiden voor het gebruik 21. Machine verder neerlaten. De zaaischijf 1 kantelt naar voren. 22. Gekantelde zaaischijf van frame 2 losmaken. CMS-I-00005133 Om de resterende zaaischijven in de gewenste positie in te stellen, Bouten 1 losdraaien. 24.
6 | Machine voorbereiden Machine voorbereiden voor het gebruik 6.3.18.5.2 Energievoorziening loskoppelen CMS-T-00005474-B.1 1. ISOBUS van tractor losmaken. Om de zaaischijf te deactiveren, de zaaischijfkabelboom 1 van de machinekabelboom 2 losmaken. 3. Machinekabelboom met de brugstekker 3 verbinden. 4. Zaaischijfkabelboom 1 met een stofkap afsluiten.
Pagina 129
6 | Machine voorbereiden Machine voorbereiden voor het gebruik Om de zaaischijfdrukcilinder te fixeren, de topstang 1 en de trekstang 3 met een spanband 2 vastsjorren. CMS-I-00005312 INSTRUCTIE MILIEUBESCHERMING Gevaar door ontsnappende olie Vang ontsnappende olie op. Verwijder oliebindingsmiddelen op een milieuvriendelijke manier.
6 | Machine voorbereiden Machine voorbereiden voor het gebruik 6.3.18.5.4 Lucht- en kunstmesttoevoer op de achtertank met centrale aandrijving loskoppelen CMS-T-00005480-B.1 1. Sluitschuif 1 op kunstmestdoseerder sluiten. CMS-I-00003915 2. Kunstmestslang van kunstmestdoseerder demonteren. 3. Open aansluiting met kap 1 afsluiten. 4.
6 | Machine voorbereiden Machine voorbereiden voor het rijden op straat 2. Klem 2 demonteren. 3. Transportslang 1 van de kunstmestschijf 3 demonteren. Om de transportlucht dicht bij de bodem af te voeren, transportslang met de opening naar beneden gericht op de machine fixeren. CMS-I-00003920 5.
6 | Machine voorbereiden Toegestane nuttige last berekenen 6.4.2 Tractorregeleenheden blokkeren CMS-T-00006337-A.1 Tractorregeleenheden afhankelijk van de uitrusting mechanisch of elektrisch blokkeren. 6.5 Toegestane nuttige last berekenen CMS-T-00002254-C.1 WAARSCHUWING Gevaar voor ongevallen door overschreden nuttige last Als de nuttige last wordt overschreden, kan de machine beschadigd raken of/en een ongecontroleerd rijgedrag van de tractor optreden.
7 | Machine gebruiken Machine gebruiken CMS-T-00003773-C.1 7.1 Machine inzetten CMS-T-00001921-A.1 1. Machine parallel aan de bodem uitlijnen. 2. Machine op het veld laten zakken. 3. Hydraulica van de 3-puntslift op de zweefstand zetten. 4. Tractoraftakas inschakelen. De tractoraftakas alleen in stationair bedrijf of bij laag tractormotortoerental langzaam inkoppelen.
7 | Machine gebruiken Op de wendakker keren 7.2 Op de wendakker keren CMS-T-00001922-A.1 Om de bezetting van de zaaischijven te waarborgen, overdruk van minimaal 20 mbar in de korrelseparatie waarborgen. Om dwarsbelastingen bij het keren op de wendakker te vermijden, grondbewerkingswerktuigen optillen.
Pagina 135
7 | Machine gebruiken Verschuifrijpad gebruiken Om de rijpadbreedte op de machine in te stellen, zie "Verschuifrijpad instellen". Om het verschuifrijpad te configureren, Zie "bedieningshandleiding ISOBUS-software" > "Rijpadenschakeling configureren". Om te zorgen van de zaaischijven verschoven worden, met opgetilde machine in het komende rijpad rijden.
8 | Machine parkeren Zaaigoedtank via de zaaischijf leegmaken 2. Goot 1 in de separatie hangen. AANWIJZING Als de opvangbak aan de goot wordt gehangen, de goot maximaal met 12 kg belasten. 3. Opvangbak 2 onder de goot plaatsen Opvangbak 2 aan de goot hangen. CMS-I-00001995 4.
Pagina 138
8 | Machine parkeren Zaaigoedtank via de zaaischijf leegmaken 2. Sluitingen 1 openen. 3. Deksel 2 afnemen. CMS-I-00001909 4. Goot 1 in de separatie hangen. AANWIJZING Als de opvangbak aan de goot wordt gehangen, de goot maximaal met 12 kg belasten. 5.
Pagina 139
8 | Machine parkeren Zaaigoedtank via de zaaischijf leegmaken Om de resthoeveelheid op te vangen, Zaaischijf 1 van de aandrijfnaaf nemen. AANWIJZING Als de opvangbak aan de goot wordt gehangen, de goot maximaal met 12 kg belasten. Zodra de resthoeveelheid is opgevangen, de goot weer in het voorraadbakdeksel opbergen.
8 | Machine parkeren Kunstmestdoseerder leegmaken 8.4 Kunstmestdoseerder leegmaken CMS-T-00003599-B.1 1. Turbine uitschakelen. 2. Borging 2 losmaken en omlaag zwenken. Om bij machines met hydraulische turbine- aandrijving de kalibratiecontainer uit de parkeerpositie te nemen, de in elkaar gehaakte kalibratiecontainer 1 opzij uittrekken.
8 | Machine parkeren Microgranulaatbak leegmaken 9. Kalibratiecontainer leegmaken. Om te zorgen dat de kalibratiecontainers niet vervuild raken, kalibratiecontainer 1 met de opening naar beneden gericht onder de doseerunit schuiven. 11. Borging 2 naar boven zwenken en sluiten. Om de kalibratieklephendel in de werkstand te brengen, borgknop ingedrukt houden en omhoog schuiven.
Pagina 142
8 | Machine parkeren Microgranulaatbak leegmaken 3. Emmer 2 onder de geactiveerde microgranulaatuitloop 1 plaatsen. CMS-I-00002621 4. Bodemklephendel 1 ontlasten. 5. Sluitschuif 1 langzaam openen. Het microgranulaat wordt in de emmer opgevangen. CMS-I-00002576 Wanneer de resthoeveelheid volledig is opgevangen, de bodemklephendel 1 terug in de werkstand zetten.
8 | Machine parkeren Gatbedekkingsrollen ontlasten 8.6 Gatbedekkingsrollen ontlasten CMS-T-00002211-A.1 Om het rondlopen van de gatbedekkingsrollen 1 te waarborgen, moeten de gatbedekkingsrollen worden ontlast indien deze gedurende langere tijd niet worden gebruikt. Daar voor moeten de zaaischijven 2 uit alle korrelseparaties worden genomen. CMS-I-00002023 VOORWAARDEN Machine is aan de tractor gekoppeld...
8 | Machine parkeren PreTeC-zaaischijf parkeren 4. Zaaischijf 1 van de aandrijfnaaf nemen. 5. Zaaischijf in zaaigoedtank bewaren. CMS-I-00001912 6. Deksel 2 sluiten. AANWIJZING Let op geleidingspen 1 . 7. Sluitingen sluiten. CMS-I-00001913 8.7 PreTeC-zaaischijf parkeren CMS-T-00001920-D.1 In de positie P beschermen de naar beneden ingestelde dieptegeleidingsrollen de vorentrekker 1 en de vangrol 2 .
8 | Machine parkeren Toevoerleidingen van het slangpakket scheiden VOORWAARDEN Machine is opgetild Turbine is uitgeschakeld 1. Instelhendel 1 in de bovenste positie P zetten. 2. Instelhendel in raster vergrendelen. CMS-I-00001998 8.8 Toevoerleidingen van het slangpakket scheiden CMS-T-00004440-A.1 Om de transportslang van het slangpakket te scheiden, de klem 2 aan het verbindingsstuk demonteren.
8 | Machine parkeren ISOBUS-leiding afkoppelen 8.9 ISOBUS-leiding afkoppelen CMS-T-00006174-B.1 1. Stekker 1 van de ISOBUS-leiding uittrekken. CMS-I-00004333 2. Stekker 1 op de slanghouder inhangen. CMS-I-00004414 8.10 Hydraulische slangen loskoppelen CMS-T-00000277-D.1 1. Tractor en machine beveiligen. 2. Bedieningshefboom op de tractorregeleenheid op de neutrale stand zetten.
8 | Machine parkeren QuickLink afkoppelen 8.12 QuickLink afkoppelen CMS-T-00003778-B.1 VOORWAARDEN Alle tanks zijn geleegd 1. Grondbewerkingsapparaat met de gekoppelde machine optillen. 2. De steunen 2 aan beide kanten van de machine 1 monteren. 3. Grondbewerkingsapparaat met de gekoppelde machine langzaam neerlaten. Machine met de steunen op een vlakke ondergrond plaatsen.
Pagina 149
8 | Machine parkeren QuickLink afkoppelen 10. Aan beide zijden de koppelingsstukken 1 demonteren. CMS-I-00002754 11. Grondbewerkingsapparaat langzaam neerlaten. De vangmuilen 1 komen los van het frame 2 . CMS-I-00002761 12. Tractor met het gekoppelde grondbewerkingsapparaat langzaam naar voren rijden. 13.
8 | Machine parkeren Zaaicombinatie parkeren Om de werkstandsensor en de markeurbediening van de machine los te koppelen, signaal voedingsleiding 1 van de rotorcultivator 2 losmaken. CMS-I-00004120 16. Aan beide zijden de achterwaartse verlichting van de Precea van de rotorcultivator 2 loskoppelen. 17.
Pagina 151
8 | Machine parkeren Zaaicombinatie parkeren 1. Topstang 1 ontlasten. 2. Topstang 1 afkoppelen van de machine vanaf de bestuurdersstoel. 3. Trekstang 2 ontlasten. Om de zaaicombinatie te beveiligen tegen wegrollen, 2 houtstukken van minstens 80 mm x 80 mm voor en achter de grondbewerkingswals leggen.
9 | Machine in stand houden Machine in stand houden CMS-T-00003757-C.1 9.1 Machine onderhouden CMS-T-00003758-C.1 9.1.1 Onderhoudsschema na het eerste gebruik Aandraaimoment radarsensorbouten zie pagina 154 Aandraaimoment zaaischijfverbinding controleren zie pagina 154 Hydraulische slangen controleren zie pagina 155 als afsluiting van het seizoen Verdeelkop reinigen zie pagina 171 dagelijks...
9 | Machine in stand houden Machine onderhouden elke 50 bedrijfsuren / indien nodig Turbineschoepen reinigen zie pagina 156 Optische sensor reinigen zie pagina 166 elke 50 bedrijfsuren / elke 3 maanden Snijschijfaandrijving op PreTeC-zaaischijf instellen zie pagina 150 elke 100 bedrijfsuren / indien nodig Snijschijfafstand op PreTeC-zaaischijf instellen zie pagina 149 Snijschijfafstand op FerTeC Twin-zaaischijf instellen...
9 | Machine in stand houden Machine onderhouden 9.1.2 Snijschijven op PreTeC-zaaischijf controleren en vervangen CMS-T-00002375-D.1 INTERVAL elke 100 bedrijfsuren elke 3 maanden 1. Snijschijfdiameter bepalen. Wanneer de diameter van de snijschijven kleiner is dan 360 mm: Snijschijven vervangen. 3. Dieptegeleidingsrol met houder 1 demonteren. 4.
9 | Machine in stand houden Machine onderhouden 13. Centrale bout aanbrengen en vastdraaien. 14. Stofkappen monteren. 15. Dieptegeleidingsrol met houder monteren. 16. Bout plaatsen en vastdraaien. 9.1.3 Snijschijfafstand op PreTeC-zaaischijf instellen CMS-T-00002376-D.1 INTERVAL elke 100 bedrijfsuren indien nodig 1. Dieptegeleidingsrol met houder 1 demonteren. 2.
9 | Machine in stand houden Machine onderhouden 9.1.4 Snijschijfaandrijving op PreTeC-zaaischijf instellen CMS-T-00002377-E.1 INTERVAL elke 50 bedrijfsuren elke 3 maanden 1. Bout 2 demonteren. 2. Dieptegeleidingsrol 1 demonteren. De dieptegeleidingsrol drijft door rotatie de snijschijf aan. Om te zorgen dat de dieptegeleidingsrol snijschijf licht raakt, de afstand van de dieptegeleidingsrol met de...
9 | Machine in stand houden Machine onderhouden 9.1.6 Starre snijschijf op PreTeC-zaaischijf controleren en vervangen CMS-T-00007650-A.1 INTERVAL 1. Snijschijfdiameter bepalen. Wanneer de diameter van de snijschijven kleiner is dan 320 mm: Versleten snijschijven 1 vervangen. 3. Bouten 2 demonteren. 4.
9 | Machine in stand houden Machine onderhouden 6. Schroefverbindingen op de lagerzitting 1 losmaken en verwijderen. 7. Versleten snijschijf door nieuwe snijschijf vervangen. 8. Schroefverbindingen op lagerzitting plaatsen en vastdraaien. 9. Nieuwe snijschijf monteren. Om te zorgen dat de snijschijven elkaar licht raken, de afstand van de snijschijven met de afstandsringen 5 instellen.
9 | Machine in stand houden Machine onderhouden Om te zorgen dat de snijschijven elkaar licht raken, afstandsringen 4 indien nodig vervangen of toevoegen. 4. Niet benodigde afstandsringen aan de tegenoverliggende zijde van het snijschijflager monteren met de centrale bout. 5.
9 | Machine in stand houden Machine onderhouden 7. Centrale bout aanbrengen en vastdraaien. 8. Stofkappen monteren. 9.1.10 Aandraaimoment radarsensorbouten CMS-T-00002383-D.1 INTERVAL na het eerste gebruik elke 12 maanden AANWIJZING Door te groot aandraaimomenten wordt de geveerde sensorhouder onder spanning gezet en gaat de radarsensor verkeerd functioneren.
9 | Machine in stand houden Machine onderhouden 9.1.12 Topstangpen en trekstangpen controleren CMS-T-00002330-E.1 INTERVAL dagelijks 1. Topstangpen en trekstangpen controleren op scheuren of ingelopen plekken. Toegestane slijtage 2 mm 2. Pennen bij duidelijk zichtbare slijtage vervangen. 9.1.13 Hydraulische slangen controleren CMS-T-00002331-B.1 INTERVAL na het eerste gebruik...
9 | Machine in stand houden Machine onderhouden 9.1.14 Turbineschoepen reinigen CMS-T-00002390-B.1 INTERVAL elke 50 bedrijfsuren indien nodig De door de ventilator aangezogen lucht kan kunstmeststof of zand bevatten. Deze verontreinigingen kunnen op de turbineschoepen worden afgezet en onbalans van de turbine veroorzaken.
9 | Machine in stand houden Machine onderhouden 9.1.15 Cycloonafscheider reinigen CMS-T-00003779-B.1 INTERVAL elke 10 bedrijfsuren dagelijks Om te zorgen dat de cycloonafscheider goed werkt, moet de afvoeropening 3 vrij zijn van verontreinigingen. 1. De afvoeropening 3 controleren. Indien de afvoeropening verstopt is Klemmen 2 openen.
9 | Machine in stand houden Machine onderhouden 9.1.17 Vulvijzel reinigen CMS-T-00002391-A.1 INTERVAL elke 100 bedrijfsuren elke 12 maanden VOORWAARDEN Machine is aan de tractor gekoppeld Turbine is uitgeschakeld Vulvijzel is uitgeschakeld Tractor en machine zijn beveiligd 1. Een opvangbak 1 onder de transportbuis plaatsen.
9 | Machine in stand houden Machine onderhouden 9.1.18 Kunstmestbak reinigen CMS-T-00002392-B.1 INTERVAL elke 100 bedrijfsuren elke 12 maanden VOORWAARDEN Machine is aan de tractor gekoppeld Tractor en machine zijn beveiligd 1. Vulvijzel uitschakelen 2. Turbine uitschakelen. 3. Stap alleen op het laadplatform via de trap. Om de ladder uit te klappen, zie "Laadplatform met ladder bedienen".
Pagina 166
9 | Machine in stand houden Machine onderhouden 12. Borging 1 losmaken en omlaag zwenken. Om bij een machine met hydraulische turbine- aandrijving de kalibratiecontainer in de kalibratiepositie te brengen, de in elkaar gehaakte kalibratiecontainer 2 10 cm opzij uittrekken. Om bij een machine met mechanische turbine- aandrijving de kalibratiecontainer in de kalibratiepositie te brengen,...
9 | Machine in stand houden Machine onderhouden 24. Afdekzeil kunstmestbak sluiten. 25. Zeil van de kunstmestbak met rubber spanbanden vastzetten. 9.1.19 Kunstmestdoseerder reinigen CMS-T-00002473-C.1 INTERVAL elke 10 bedrijfsuren dagelijks VOORWAARDEN Machine is aan de tractor gekoppeld Turbine is uitgeschakeld Vulvijzel is uitgeschakeld Om de kunstmestbak op de doseerbehuizing te sluiten,...
9 | Machine in stand houden Machine onderhouden 9.1.20 Microgranulaatdoseerder reinigen CMS-T-00003601-B.1 INTERVAL elke 10 bedrijfsuren dagelijks 1. Omschakelklep 1 in de positie A zetten. CMS-I-00002580 2. Sluitschuif 2 op microgranulaatbak sluiten. 3. Bodemklephendel 1 ontlasten. CMS-I-00002576 4. Ontgrendelgereedschap 2 in de doseerderafdekking 1 steken.
Pagina 169
9 | Machine in stand houden Machine onderhouden 7. Aandrijfeenheid 1 linksom draaien. 8. Aandrijfeenheid uit de doseerbehuizing trekken. CMS-I-00002585 9. Rolkooi 1 met doseerrol uit de doseerbehuizing nemen. CMS-I-00002584 10. Doseerbehuizing reinigen 11. Omschakelklep 4 meerdere keren bedienen. 12. Bodemklephendel 1 meerdere keren bedienen. 13.
9 | Machine in stand houden Machine onderhouden 14. Rolkooi 1 met doseerrol in de doseerbehuizing plaatsen. CMS-I-00002584 15. Aandrijfeenheid 1 in de doseerrol plaatsen. 16. Aandrijfeenheid rechtsom draaien. 17. Doseerderafdekking sluiten. Vergrendeling vergrendelt. 18. Sluitschuif in de bovenste positie zetten. 19.
9 | Machine in stand houden Machine onderhouden 9.1.22 Separatie reinigen CMS-T-00003718-A.1 INTERVAL elke 10 bedrijfsuren dagelijks De separatie vrij houden van stof, afzettingen en vreemde objecten. AANWIJZING Onder zeer stoffige toepassingsomstandigheden moet het testinterval worden bekort. 1. Sluitingen 1 openen. 2.
9 | Machine in stand houden Machine onderhouden 8. Sluiting draaien via de vergrendeling 2 . Punten 1 en 3 zijn niet meer identiek. CMS-I-00001911 9. Deksel 2 sluiten. AANWIJZING Let op geleidingspen 1 . 10. Sluitingen sluiten. CMS-I-00001913 9.1.23 Optische sensor reinigen CMS-T-00002393-C.1 INTERVAL elke 50 bedrijfsuren...
Pagina 173
9 | Machine in stand houden Machine onderhouden 4. Sluiting 1 losmaken tot de punten 2 boven elkaar liggen. CMS-I-00001910 5. Zaaischijf 1 van de aandrijfnaaf nemen. CMS-I-00001912 Om de optische sensor te reinigen, leidingwater met afwasmiddel gebruiken. Verontreinigingen met de meegeleverde borstel gedurende 1 minuut inweken 7.
Pagina 174
9 | Machine in stand houden Machine onderhouden 11. Kanaal 3 tegen de afdichting 2 in de trechter 1 drukken. 12. Kanaal van optische sensor zwenken en naar boven trekken. CMS-I-00003815 13. Bouten 1 demonteren. 14. Afstandsplaat 2 demonteren. CMS-I-00003816 15.
9 | Machine in stand houden Machine onderhouden BELANGRIJK Beschadiging van de optische sensor door de reiniging Om beschadiging van de sensoren te voorkomen, reinigt u de optische sensoren alleen met de meegeleverde borstel. Om beschadiging van de elektronica te voorkomen, dompelt u de connector in gedemonteerde toestand niet onder in...
Pagina 176
9 | Machine in stand houden Machine onderhouden 23. Optische sensor 1 naar boven bewegen. 24. Afdichting 2 monteren. 25. Stekkerverbinding 3 weer verbinden. CMS-I-00003817 26. Afstandsplaat 2 monteren. 27. Bouten 1 monteren. CMS-I-00003818 28. Kanaal 3 tegen de afdichting 2 in de trechter 1 drukken.
9 | Machine in stand houden Machine onderhouden 30. Kanaal met de veerclip 1 monteren. 31. Isobusverbinding met tractor maken. 32. Machine opnieuw starten. CMS-I-00003814 9.1.24 Verdeelkop reinigen CMS-T-00005594-B.1 INTERVAL als afsluiting van het seizoen 1. Passend hulpmiddel gebruiken om de verdeelkop veilig te bereiken.
9 | Machine in stand houden Rollenketting smeren 9.2 Rollenketting smeren CMS-T-00007655-A.1 BELANGRIJK Machineschade door ondeskundige smering Smeer de machine in overeenstemming met het smeerschema op de gemarkeerde smeerpunten. Reinig de ketting voor het smeren alleen met kruipolie en een borstel. Smeer de machine alleen met de in de technische gegevens vermelde smeermiddelen.
9 | Machine in stand houden Rollenketting smeren 3. Rollenketting 1 van binnen naar buiten smeren. 4. Goede gangbaarheid van de kettingspanner 2 controleren. 5. Afdekking monteren. 6. Bouten monteren. CMS-I-00004156 9.2.2 Rollenketting op elektrische roerasaandrijving smeren CMS-T-00007652-A.1 INTERVAL na de eerste 10 bedrijfsuren elke 50 bedrijfsuren als afsluiting van het seizoen 1.
Pagina 180
9 | Machine in stand houden Rollenketting smeren 3. Rollenketting 1 van binnen naar buiten smeren. 4. Goede gangbaarheid van de kettingspanner 2 controleren. 5. Afdekking monteren. 6. Bouten monteren. CMS-I-00005365 MG6659-NL-II | E.1 | 28.09.2021...
9 | Machine in stand houden Storingen oplossen 9.3 Storingen oplossen CMS-T-00003759-B.1 Storing Oorzaak Oplossing Door te weinig zaaigoed in Brugvorming stoort de zie pagina 176 de korrelseparatie ontstaan lege zaaigoedstroom in de posities. korrelseparatie. De optische sensor moet vaker Talk in het zaaigoed verkort het Optische sensor reinigen.
Pagina 182
9 | Machine in stand houden Storingen oplossen 9.3.1 Door te weinig zaaigoed in de korrelseparatie ontstaan lege posities. CMS-T-00002346-A.1 Brugvorming stoort de zaaigoedstroom in de korrelseparatie. AANWIJZING Talk in het zaaigoed verkort het reinigingsinterval van de optische sensor. Geen grafiet gebruiken. Grafiet stoort de werking van de optische sensor.
Pagina 183
9 | Machine in stand houden Storingen oplossen 9.3.3 Bedieningsterminal meldt een afgiftefout. CMS-T-00002348-B.1 Kanaal is verstopt. 1. Veerclip 1 verwijderen. 2. Kanaal 2 tegen het veerelement 3 in omlaag drukken. 3. Kanaal naar boven toe uitnemen. 4. Kanaal reinigen. 5.
Pagina 184
9 | Machine in stand houden Storingen oplossen 9.3.5 Dieptegeleidingsrollen blokkeren. CMS-T-00007530-A.1 Tussen de snijschijven en de dieptegeleidingsrollen met gesloten velg blijft aarde hangen. Dieptegeleidingsrollen 1 demonteren en reinigen wanneer de heersende werkomstandigheden een permanent gebruik van de machine niet mogelijk maken, dieptegeleidingsrollen met gesloten velgen vervangen door dieptegeleidingsrollen met open...
Pagina 185
9 | Machine in stand houden Storingen oplossen 9.3.6 Stilstand bij meerdere zaaischijven. CMS-T-00003760-B.1 Zekering voor de elektrische aandrijving is defect. CMS-I-00002695 Zekering 10 A Gezekerde rijen Rij 1 tot 4 Rij 5 tot 8 Rij 8 tot 12 Defecte zekering vervangen. 9.3.7 Niveau in de doseerbehuizingen te hoog.
9 | Machine in stand houden Machine reinigen 9.4 Machine reinigen CMS-T-00000593-D.1 BELANGRIJK Gevaar voor machineschade door de reinigingsstraal van de hogedrukreiniger Richt de reinigingsstraal van de hogedrukreiniger of de stoomreiniger nooit op gemarkeerde componenten. Richt de reinigingsstraal van de hogedrukreiniger of de stoomreiniger nooit op elektrische of elektronische componenten.
10 | Machine transporteren Machine transporteren CMS-T-00003769-C.1 10.1 Machine met een kraan verladen CMS-T-00003771-C.1 De machine heeft bevestigingspunten voor hijsriemen. 2 hijspunten bevinden zich in de kunstmestbak. CMS-I-00002927 Bij machines met vulvijzel bevinden de hijspunten zich aan de vulvijzel 1 . CMS-I-00003112 MG6659-NL-II | E.1 | 28.09.2021...
10 | Machine transporteren Machine met een kraan verladen Bij machines zonder vulvijzel bevinden de hijspunten zich aan de middelste zaaischijven 1 . WAARSCHUWING Gevaar voor ongevallen door ondeskundig aangebrachte bevestigingsmiddelen Als de hefwerktuigen op ongeschikte plaatsen worden bevestigd, kan de machine tijdens het laden beschadigd worden en de veiligheid in het gedrang komen.
Pagina 189
10 | Machine transporteren Machine met een kraan verladen Wanneer de machine is afgeladen, hijspunten op de middelste zaaischijven 1 losmaken. Gedemonteerde onderdelen voor later gebruik in de verpakking bewaren. CMS-I-00003110 MG6659-NL-II | E.1 | 28.09.2021...
12 | Indexen Indexen 12.1 Verklarende woordenlijst CMS-T-00000513-B.1 Bedrijfsmiddel Bedrijfsmiddelen dragen bij tot de bedrijfsklare toestand. Tot de bedrijfsmiddelen behoren bijvoorbeeld reinigingsmiddelen en smeermiddelen zoals smeerolie, smeervetten of poetsmiddelen. Machine Aangebouwde machines zijn accessoires van de tractor. Aangebouwde machines worden in deze bedieningshandleiding echter consequent machine genoemd.