Machine aan- en afkoppelen
7.1
Hydraulische slangleidingen
7.1.1
Hydraulische slangleidingen koppelen
1. Zet de tractorregeleenheden in de neutrale
stand.
2. Reinig de koppelingsdelen.
3. De hydraulische leidingen op de
tractorregeleenheden aansluiten
(markering van de hydraulische leidingen,
zie hoofdstuk 4.2).
106
WAARSCHUWING
Infectiegevaar door hydraulische olie die onder hoge druk naar
buiten stroomt!
Bij het aan- en afkoppelen van de hydraulische slangleidingen moet
het hydraulische systeem van zowel de tractor als van de machine
drukloos zijn.
Raadpleeg bij letsel door hydraulische olie direct een arts.
WAARSCHUWING
Gevaar voor bekneld raken, snijden, vastgrijpen, naar binnen
trekken en stoten door functiestoringen als gevolg van
verkeerd aangesloten hydraulische slangleidingen!
Let bij het aansluiten van de hydraulische slangen op de
kleurmarkeringen met de kengetallen/kenletters op de hydraulische
stekkers.
Controleer of de hydraulische oliën onderling compatibel zijn
voordat u de machine aansluit op het hydraulische systeem van
de tractor.
Meng geen minerale olie met biologische olie.
Houd de maximaal toelaatbare hydraulische oliedruk van
210 bar aan.
Sluit uitsluitend schone hydraulische stekers aan. Geringe
olieverontreiniging door vuildeeltjes kan storingen in het
hydraulische systeem veroorzaken.
Steek de hydraulische steker(s) zo ver in de hydraulische
mof(fen) dat de steker duidelijk vastklikt.
Controleer de koppelingspunten van de hydraulische slangen
op goede en dichte bevestiging.
Fig. 107
AD-P 30/35/4000 SPECIAL BAH0081-2 02.17