5.8
Verdeelkop
Het doseergoed wordt in de verdelerkop (Fig.
47/1) gelijkmatig over alle aangesloten
zaaigoedleidingen verdeeld en naar de
zaaischijven getransporteerd.
Bij het aanleggen van de rijpaden
verschijnt een symbool in de
bedieningsterminal
sluiten de kleppen in de kleppenkast (Fig.
47/2) de zaaigoedtoevoer naar de
zaadleidingen (Fig. 47/3) van de
rijpadzaaischijven. Een elektromotor (Fig.
47/4) bedient de kleppen.
deponeren de rijpadzaaischijven geen
zaaigoed op de bodem;
valt het zaaigoed van de rijpadzaaischijven
terug naar de tank.
Rijpadkleppen (Fig. 48/1) openen en sluiten de
zaaileidingen naar de rijpadzaaischijven.
Een sensor controleert, of de rijpadkleppen in de
kleppenkast correct werken. Bij een verkeerde
stand verschijnt een waarschuwingsmelding op
de bedieningsterminal.
AD-P 30/35/4000 SPECIAL BAH0081-2 02.17
Fig. 47
Fig. 48
Opbouw en werking
67