5.14
Markeurs (optie)
De hydraulisch bediende markeurs maken
afwisselend rechts en links naast de machine
een spoor in de grond. De actieve markeur (Fig.
68/1) maakt hierbij een spoor op het veld.
Wanneer de markeurs correct zijn ingesteld,
wordt de rijaansluiting automatisch gerealiseerd,
wanneer de tractorbestuurder in het midden over
het gemaakte spoor rijdt.
De markeurs zijn naar keuze bevestigd
aan de zaaimachine of
aan van de grondbewerkingsmachine.
In te stellen zijn
de lengte van de markeurs;
de arbeidsintensiteit van de markeurs, afhankelijk van de grondsoort.
Een uitgebreide beschrijving vindt u ook in de handleiding "grondbewerkingsmachine".
Vóór het passeren van obstakels de actieve markeur op het veld oplichten. Komt de markeur tegen
een vast obstakel, dan breekt een bout af en wijkt de markeur voor het obstakel. We adviseren om
nieuwe breekbouten in de tractor paraat te hebben.
Bij het transport van de machine en bij het keren
op het veldeinde zijn beide markeurs (Fig. 69/1)
opgetild
Tijdens het transport moet elke markeur met
een grendel of veerclip zijn gezekerd.
Markeurs op de grondbewerkingsmachine
hebben twee grendels. Een uitgebreide
beschrijving vindt u in de handleiding
"grondbewerkingsmachine".
AD-P 30/35/4000 SPECIAL BAH0081-2 02.17
Fig. 68
Fig. 69
Opbouw en werking
77