Opbouw en werking
5.6.3
Zaaihoeveelheid kalibreren
Bij het kalibreren van de zaaihoeveelheid wordt de latere veldrit gesimuleerd. Daarbij wordt het
benodigde toerental van de doseerrol voor het uitbrengen van de gewenste zaaihoeveelheid bepaald.
De zaaihoeveelheid altijd kalibreren
bij het eerste gebruik;
bij het wisselen van soorten;
als u hetzelfde soort gaat gebruiken, maar met een andere korrelgrootte, korrelvorm, specifiek
gewicht en andere ontsmetting;
na het vervangen van de doseerrol;
als de zaaigoedtank sneller/langzamer dan verwacht leeg raakt.
Het benodigde toerental van de doseerrol wordt
berekend uit het gesimuleerde oppervlak
(bijvoorbeeld 1/40 ha) en het gewicht van het
opgevangen zaaigoed.
Het doseergoed wordt in een bak (Fig. 39/1)
opgevangen en gewogen.
Tot de levering behoort een digitale weegschaal.
De communicatie met een geschikte
bedieningsterminal in de tractorcabine kan via de
Twin-terminal (Fig. 39/2, optie) verlopen.
De kalibratieprocedure wordt gestart door een
druk op de knop van de bedieningsterminal in de
tractorcabine of door het bedienen van de de
toets op de Twin-Terminal.
De toets op de Twin-Terminal moet tijdens de
gehele kalibratieprocedure worden ingedrukt. Bij
het beëindigen van de kalibratieprocedure klinkt
een signaal.
De bak (Fig. 40/1) steekt bij het transport in een
houder en is met een veerclip gezekerd.
Een klep (Fig. 40/2) beschermt de Twin-terminal
tegen weersinvloeden.
62
Fig. 39
Fig. 40
AD-P 30/35/4000 SPECIAL BAH0081-2 02.17