INHOUDSOPGAVE INHOUDSOPGAVE Universeel bedieningswerktuig 1 Over deze bedieningshandleiding Achterverlichting en markeringen Gebruikte beschrijvingen Segmentverdelerkop 1.1.1 Waarschuwingen en signalen 4.10 Halfzijdeschakeling 1.1.2 Verdere aanwijzingen 4.11 TwinTeC-zaaischijf 1.1.3 Handelingsinstructies 4.12 RoTeC-zaaischijf 1.1.4 Opsommingen 4.13 Zaaischijfeg 1.1.5 Positienummers in afbeeldingen 4.14 Exacteg Tevens geldende documenten 4.15 Rijpadenmarkeerapparaat Uw mening is belangrijk...
Pagina 4
INHOUDSOPGAVE 6.3.1 Werkstandsensor aanpassen Zaaieenheid Avant afzonderlijk parkeren 6.3.2 Zaaidiepte aan de TwinTeC- zaaischijf instellen 6.3.3 Zaaidiepte aan de RoTeC-zaaischijf 9 Machine in stand houden instellen Machine onderhouden 6.3.4 Zaaischijfdruk hydraulische instellen 9.1.1 Onderhoudsschema 6.3.5 Zaaischijfdruk mechanisch instellen 9.1.2 TwinTec-holle-schijven controleren 6.3.6 Extra zaaischijfdruk aan de TwinTeC-zaaischijf instellen...
1 | Over deze bedieningshandleiding Over deze bedieningshandleiding CMS-T-00000081-D.1 1.1 Gebruikte beschrijvingen CMS-T-005676-C.1 1.1.1 Waarschuwingen en signalen CMS-T-00002415-A.1 Waarschuwingen zijn gemarkeerd met een verticale balk met een driehoekig veiligheidssymbool en een signaalwoord. De signaalwoorden "GEVAAR", "WAARSCHUWING" of "VOORZICHTIG" beschrijven de ernst van het dreigende risico en hebben de volgende betekenis: GEVAAR Verwijst naar een direct gevaar met...
1 | Over deze bedieningshandleiding Gebruikte beschrijvingen 1.1.2 Verdere aanwijzingen CMS-T-00002416-A.1 BELANGRIJK Wijst op een risico voor machineschade. INSTRUCTIE MILIEUBESCHERMING Wijst op een risico voor milieuschade. AANWIJZING Wijst op gebruikstips en informatie voor een optimaal gebruik. 1.1.3 Handelingsinstructies CMS-T-00000473-B.1 Genummerde handelingsinstructies CMS-T-005217-B.1 Handelingen die in een bepaalde volgorde moeten worden uitgevoerd zijn weergegeven als genummerde...
1 | Over deze bedieningshandleiding Gebruikte beschrijvingen 1.1.3.2 Alternatieve handelingsinstructies CMS-T-00000110-B.1 Alternatieve handelingsinstructies worden ingeleid met het woord "of". Voorbeeld: 1. Bedieningsinstructie 1 alternatieve handelingsinstructie 2. Bedieningsinstructie 2 Handelingsinstructies met slechts één handeling CMS-T-005211-C.1 Handelingsinstructies met slechts één handeling worden niet genummerd maar met een pijl weergegeven.
2 | Veiligheid en verantwoordelijkheid Veiligheid en verantwoordelijkheid CMS-T-00004920-C.1 2.1 Principiële veiligheidsinstructies CMS-T-00004921-C.1 2.1.1 Betekenis van de bedieningshandleiding CMS-T-00006180-A.1 Bedieningshandleiding in acht nemen: De bedieningshandleiding is een belangrijk document en vormt een onderdeel van de machine. Deze is bestemd voor de gebruiker en bevat veiligheidsrelevante gegevens.
2 | Veiligheid en verantwoordelijkheid Principiële veiligheidsinstructies 2.1.2 Veilige bedrijfsorganisatie CMS-T-00002302-C.1 2.1.2.1 Personeelkwalificatie CMS-T-00002306-A.1 2.1.2.1.1 Voorschriften voor alle personen die met de machine werken CMS-T-00002310-A.1 Als de machine op een ondeskundige manier wordt gebruikt, kunnen personen gewond of gedood worden. Om ongevallen door ondeskundig gebruik te vermijden, moet elke persoon die met de machine werkt voldoen aan de volgende minimumeisen:...
Pagina 11
2 | Veiligheid en verantwoordelijkheid Principiële veiligheidsinstructies Landbouwers zijn principieel vertrouwd met het werken met landbouwmachines en instrueren indien nodig landbouwassistenten in het gebruik van de landbouwmachines. Ze kunnen eenvoudige reparaties en onderhoudswerkzaamheden aan landbouwmachines zelf uitvoeren. Landbouwers kunnen bijvoorbeeld zijn: Landbouwers met een universitair diploma of een opleiding aan een technische hogeschool Landbouwers uit ervaring (bijv.
2 | Veiligheid en verantwoordelijkheid Principiële veiligheidsinstructies 2.1.2.2 Werkplekken en passagiers CMS-T-00002307-B.1 Passagiers Passagiers kunnen door bewegingen van de machine vallen, aangereden en ernstig verwond of gedood worden. Opgeworpen voorwerpen kunnen passagiers raken en verwonden. Laat nooit personen meerijden op de machine.
Pagina 13
2 | Veiligheid en verantwoordelijkheid Principiële veiligheidsinstructies Gevaar door schade aan de machine Schade aan de machine kan de bedrijfsveiligheid van de machine beïnvloeden en ongevallen veroorzaken. Daardoor kunnen ernstige of dodelijke letsels worden veroorzaakt. Wanneer u schade vermoedt of constateert, moet u tractor en machine beveiligen.
2 | Veiligheid en verantwoordelijkheid Principiële veiligheidsinstructies 2.1.2.4.2 Persoonlijke beschermingsuitrusting CMS-T-00002316-B.1 Persoonlijke veiligheidsuitrusting Het dragen van een persoonlijke veiligheidsuitrusting is een belangrijke bouwsteen voor de veiligheid. Ontbrekende of ongeschikte persoonlijke veiligheidsuitrusting verhoogt het risico op gezondheidsschade en letsels. Tot de persoonlijke veiligheidsuitrusting behoren bijvoorbeeld: werkhandschoenen, veiligheidsschoenen, beschermende kleding, adembescherming, gehoorbescherming,...
2 | Veiligheid en verantwoordelijkheid Principiële veiligheidsinstructies 2.1.2.4.3 Waarschuwingsborden CMS-T-00002317-B.1 Waarschuwingsborden leesbaar houden waarschuwingsborden op de machine wijzen op gevaarlijke punten en zijn een belangrijk bestanddeel van de veiligheidsuitrusting van de machine. Ontbrekende waarschuwingsborden verhogen het risico op zware en dodelijke letsels. Reinig verontreinigde waarschuwingsborden.
2 | Veiligheid en verantwoordelijkheid Principiële veiligheidsinstructies 2.1.3.2 Gevarenzones CMS-T-00004923-A.1 Gevarenzones aan de machine In de gevarenzones bestaan de volgende belangrijke risico's: De machine en de werktuigen bewegen afhankelijk van het werk. Hydraulisch opgetilde machinedelen kunnen ongemerkt en langzaam dalen. Tractor en machine kunnen onbedoeld wegrollen.
2 | Veiligheid en verantwoordelijkheid Principiële veiligheidsinstructies 2.1.4 Veilig werken en veilige omgang met de machine CMS-T-00002304-H.1 2.1.4.1 Machines aankoppelen CMS-T-00002320-D.1 Koppel de machine aan de tractor Als de machine niet correct op de tractor wordt gekoppeld, ontstaan er gevaren die tot ernstige ongelukken kunnen leiden.
2 | Veiligheid en verantwoordelijkheid Principiële veiligheidsinstructies 2.1.4.2 Rijveiligheid CMS-T-00002321-D.1 Risico's bij het rijden op straat en op het veld Aan een tractor aangebouwde of aangekoppelde machines en gewichten aan voor- of achterzijde beïnvloeden het rijgedrag, de stuureigenschappen en het remvermogen van de tractor.
Pagina 19
2 | Veiligheid en verantwoordelijkheid Principiële veiligheidsinstructies Gevaar voor ongevallen bij rijden op de openbare weg door ongecontroleerde zijwaartse bewegingen van de machine Borg de tractortrekstang voor het rijden op de openbare weg. Machine voorbereiden voor het rijden op straat Als de machine niet correct wordt voorbereid voor het rijden op de openbare weg, dan kunnen zware ongevallen het gevolg zijn.
Laat constructieve wijzigingen en uitbreidingen alleen uitvoeren door een gekwalificeerde vakwerkplaats. Opdat de goedkeuring volgens nationale en internationale voorschriften haar geldigheid behoudt, moet u waarborgen dat het vakbedrijf alleen de door AMAZONE vrijgegeven ombouwcomponenten, reserveonderdelen en accessoires gebruikt. MG6860-NL-II | B.1 | 02.08.2021...
2 | Veiligheid en verantwoordelijkheid Principiële veiligheidsinstructies 2.1.5.2 Werkzaamheden aan de machine CMS-T-00002323-C.1 Werkzaamheden alleen aan de uitgeschakelde machine Als de machine niet uitgeschakeld is, kunnen delen ervan onverwacht bewegen of kan de machine zich in beweging zetten. Daardoor kunnen ernstige of dodelijke letsels worden veroorzaakt.
Pagina 22
2 | Veiligheid en verantwoordelijkheid Principiële veiligheidsinstructies Reparatiewerkzaamheden Ondeskundige reparatiewerkzaamheden, met name aan veiligheidsrelevante onderdelen, brengen de bedrijfsveiligheid in gevaar. Dit kan ongelukken met ernstig of dodelijk letsel worden veroorzaakt. Tot de veiligheidsrelevante onderdelen behoren bijvoorbeeld hydraulische componenten, elektronische onderdelen, frame, veren, aanhangkoppeling, assen en asophangingen, leidingen en tanks die brandbare stoffen bevatten.
Pagina 23
2 | Veiligheid en verantwoordelijkheid Principiële veiligheidsinstructies Opgetilde machinedelen Opgetilde machinedelen kunnen onbedoeld dalen en personen verpletteren en doden. Blijf nooit onder opgetilde machinedelen staan. Als u aan of onder opgetilde machinecomponenten moet werken, laat u machinedelen neer of beveiligt u opgetilde machinedelen met een mechanische steuninrichting of hydraulische inrichting.
Principiële veiligheidsinstructies 2.1.5.3 Bedrijfsmiddelen CMS-T-00002324-C.1 Ongeschikte bedrijfsmiddelen Bedrijfsmiddelen die niet beantwoorden aan de eisen van AMAZONE kunnen schade aan de machine en ongevallen veroorzaken. Gebruik alleen bedrijfsmiddelen die voldoen aan de eisen in de technische gegevens. 2.1.5.4 Speciale uitrustingen en reserveonderdelen CMS-T-00002325-B.1...
2 | Veiligheid en verantwoordelijkheid Veiligheidsroutines 2.2 Veiligheidsroutines CMS-T-00002300-C.1 Tractor en machine beveiligen Indien tractor en machine niet beveiligd zijn tegen ongewenst starten en wegrollen, kunnen de tractor en de machine zich ongecontroleerd in beweging zetten en personen aanrijden, verpletteren of doden. Laat de opgetilde machine of machinedelen zakken.
Pagina 26
2 | Veiligheid en verantwoordelijkheid Veiligheidsroutines Veiligheidsinrichtingen in functionerende toestand houden Indien veiligheidsinrichtingen ontbreken, beschadigd, defect of gedemonteerd zijn, kunnen mensen door machinecomponenten ernstig verwond of gedood worden. Controleer de machine minstens eenmaal per dag op schade, correcte montage en goede werking van de veiligheidsinrichtingen.
Pagina 27
2 | Veiligheid en verantwoordelijkheid Veiligheidsroutines Opstappen en afstappen Door onvoorzichtig gedrag bij het opstappen en afstappen kunnen personen van de ladder vallen. Personen die niet via de normale klimhulp op de machine klimmen, kunnen uitglijden, vallen en zwaar gewond raken. Gebruik alleen de passende klimhulpen Vuil en bedrijfsmiddelen kunnen voor een gladde ondergrond zorgen en de stabiliteit...
Meer informatie over het correcte gebruik voor bijzondere gevallen kan bij AMAZONE worden opgevraagd. Andere dan de vermelde toegestane toepassingen worden beschouwd als niet toegestaan.
4 | Productbeschrijving Productbeschrijving CMS-T-00004877-B.1 4.1 Overzicht van de machine CMS-T-00004883-B.1 CMS-I-00003585 Transportslang Rijpadenmarkeerapparaat Typeplaat van de machine Verlichting en markering voor het rijden op straat Machinenummer Treden QuickLink-opvangtassen Werkverlichting MG6860-NL-II | B.1 | 02.08.2021...
Pagina 30
4 | Productbeschrijving Overzicht van de machine CMS-I-00004543 Slanghouder Zaaikouter Topstang Verstelinrichtingen Job-computer Opbergkoker Verdeelkop MG6860-NL-II | B.1 | 02.08.2021...
4 | Productbeschrijving Werking van de machine 4.2 Werking van de machine CMS-T-00004974-B.1 CMS-I-00003584 De machine kan alleen in combinatie met een geschikte grondbewerkingsmachine 5 worden ingezet. Met de combinatie kunnen de zaaibedbereiding en het zaaien in één rit worden uitgevoerd.
4 | Productbeschrijving Waarschuwingsborden CMS-I-00004648 4.4.2 Opbouw van de waarschuwingen CMS-T-000141-D.1 Waarschuwingsborden markeren gevaarlijke plaatsen op de machine en waarschuwen voor restgevaren. Op deze plaatsen doen zich permanent of onverwacht gevaarlijke situaties voor. Een waarschuwingsbord bestaat uit 2 vlakken: Veld 1 toont het volgende: Een illustratie van de gevarenzone omgeven met een driehoekig veiligheidssymbool Het bestelnummer...
4 | Productbeschrijving Waarschuwingsborden 4.4.3 Beschrijving van de waarschuwingsborden CMS-T-00004880-B.1 MD 078 Beknellingsgevaar voor vingers of handen Zolang de motor van de tractor of de machine draait, blijft u op afstand van de gevaarlijke plekken. Als u gemarkeerde delen met de hand moet bewegen, let dan op de beknellingsposities.
4 | Productbeschrijving Opbergkoker MD 100 Gevaar voor ongevallen door ondeskundig aangebrachte bevestigingsmiddelen Breng de bevestigingen alleen aan op de gekenmerkte plaatsen. CMS-I-000089 Gevaar voor beknelling door omvallende opbouwmachine Monteer de steunen voordat u de opbouwmachine neerzet. MD275 CMS-I-00004915 4.5 Opbergkoker CMS-T-00001776-B.1 In de opbergkoker bevindt zich het volgende: Documenten...
4 | Productbeschrijving Aanbouwframe 4.6 Aanbouwframe CMS-T-00004881-B.1 De opbouwzaaimachine wordt met twee opnames 1 aan de grondbewerkingsmachine 2 bevestigd. CMS-I-00003592 Daarnaast wordt de opbouwzaaimachine met een topstang 2 met de grondbewerkingsmachine 2 verbonden. CMS-I-00004568 4.7 Universeel bedieningswerktuig CMS-T-00001735-B.1 Met het universele bedieningswerktuig 1 worden instelwerkzaamheden aan de machine uitgevoerd.
4 | Productbeschrijving Achterverlichting en markeringen 4.8 Achterverlichting en markeringen CMS-T-00001498-D.1 Waarschuwingsborden Achterlicht, rood Achterlichten, remlichten en richtingaanwijzers Achterlicht, geel CMS-I-00004545 AANWIJZING De verlichting en markering voor het rijden op straat kan afhankelijk van de nationale voorschriften variëren. 4.9 Segmentverdelerkop CMS-T-00004345-B.1 Het doseergoed wordt in de segmentverdelerkop 1 over alle schijven verdeeld.
4 | Productbeschrijving Halfzijdeschakeling Afhankelijk van de uitrusting is de segmentverdelerkop uitgerust met rijpadsegmenten. De rijpadsegmenten sluiten met een stelmotor 3 de verdelerkopuitgang. De zaadleidingen aan de rijpadsegmenten zijn gekenmerkt met een rode kabel. De positie van de klep is herkenbaar aan de positie van de pijl 4 .
4 | Productbeschrijving TwinTeC-zaaischijf 4.11 TwinTeC-zaaischijf CMS-T-00004346-B.1 De TwinTex-zaaischijf is een dubbele zaaischijf en legt het doseergoed op geploegde of gemulchde grond. De holle schijven 2 vormen de zaaivoor. Het doseergoed wordt tussen de holle schijven geleid en valt in de zaaivoor. De dieptegeleidingsrol 1 leidt de dubbele zaaischijf naar de ingestelde zaaidiepte en zorgt voor een goede plaatsing van het doseergoed.
4 | Productbeschrijving Zaaischijfeg De dieptegeleidingsschijf Control 10 1 heeft een 10 mm breed spoor en wordt op zwaardere grond toegepast. CMS-I-00004585 4.13 Zaaischijfeg CMS-T-00006648-A.1 De egtanden 1 van de zaaischijfeg bedekken het neergelegde doseergoed gelijkmatig met losse aarde. De instelhoek en de hoogte van de egtanden zijn instelbaar.
4 | Productbeschrijving Exacteg 4.14 Exacteg CMS-T-00006330-A.1 De egtanden 2 van de exacteg liggen horizontaal op de grond en bedekken het neergelegde doseergoed gelijkmatig met losse aarde. De stand van de egtanden is instelbaar. De druk op de exacteg bepaalt de bewerkingsintensiteit van de exacteg.
4 | Productbeschrijving Werkverlichting Voor het rijden op de openbare weg zijn alle armen 2 ingeklapt en met een pen 1 geborgd. CMS-I-00003172 4.16 Werkverlichting CMS-T-00004348-B.1 Dankzij de werkschijnwerpers 1 is het bewerkingsgebied ook in het donker goed zichtbaar. De werkschijnwerpers worden via de bedieningsterminal geschakeld.
5 | Technische gegevens Technische gegevens CMS-T-00004897-B.1 5.1 Afmetingen CMS-T-00004898-B.1 Afmetingen Zaaieenheid Avant 3002 Zaaieenheid Avant 4002 Transportbreedte Transporthoogte (zaaicombinatie 2,58 m met markeur) Totale lengte (zaaicombinatie met 3,3 m exacteg) Werkbreedte Zwaartepuntafstand 93 cm 5.2 Snelkoppelsysteem QuickLink CMS-T-00003190-C.1 Werkbreedte van de machine...
Zaaidiepte 0-6 cm 0-6 cm 5.4 Toegestane aanbouwcategorieën CMS-T-00004900-B.1 Aanbouwframe van de 3-puntsaanbouwframe van de Type zaaieenheid dragermachine Zaaieenheid Avant 3002 / 4002 QuickLink Categorie 3 5.5 Optimale werksnelheid CMS-T-00004350-B.1 Werksnelheid, afhankelijk van de Zaaikouter grondbewerkingsmachine TwinTeC-zaaischijf 8-12 km/h RoTeC-zaaischijf 6-12 km/h 5.6 Technische gegevens van de tractor...
5 | Technische gegevens Gegevens over geluidsontwikkeling 5.7 Gegevens over geluidsontwikkeling CMS-T-00002296-B.1 De geluidsemissiewaarde op de werkplek is lager dan 70 dB(A), gemeten tijdens het bedrijf, met gesloten cabine en aan het oor van de tractorbestuurder. De hoogte van het geluidsdrukniveau is in belangrijke mate afhankelijk van het gebruikte voertuig.
6 | Machine voorbereiden Machine voorbereiden CMS-T-00004886-B.1 6.1 Vereiste tractoreigenschappen berekenen CMS-T-00003740-A.1 CMS-I-00000581 Berekende Benaming Eenheid Beschrijving waarden Leeggewicht tractor Voorasbelasting van de bedrijfsklare tractor zonder aanbouwmachine of ballastgewichten Achterasbelasting van de bedrijfsklare tractor zonder aanbouwmachine of ballastgewichten Totaalgewicht van frontaanbouwmachine of frontgewicht Toegestaan totaalgewicht van achteraanbouwmachine of achtergewicht Afstand tussen zwaartepunt frontaanbouwmachine of...
Pagina 48
6 | Machine voorbereiden Vereiste tractoreigenschappen berekenen Berekende Benaming Eenheid Beschrijving waarden Afstand tussen midden van de vooras en midden van de trekstangaansluiting Zwaartepuntafstand: afstand tussen zwaartepunt voorste aanbouwmachine of voorste ballastgewicht en midden trekstangaansluiting Wielbasis Afstand tussen midden achteras en midden trekstangaansluiting Zwaartepuntafstand: afstand tussen midden van het trekstangkoppelpunt en het zwaartepunt van de...
6 | Machine voorbereiden Vereiste tractoreigenschappen berekenen 3. Werkelijk totaalgewicht van de combinatie van tractor en machine berekenen. CMS-I-00000515 4. Werkelijke achterasbelasting berekenen. Htat Vtat Htat Htat CMS-I-00000514 5. Draagvermogen voor twee tractorbanden zoeken in de gegevens van de fabrikant. 6.
6 | Machine voorbereiden Machine aankoppelen 6.2 Machine aankoppelen CMS-T-00004890-B.1 6.2.1 Toevoerleidingen aan het slangpakket koppelen CMS-T-00004439-B.1 Om de transportslang met het slangpakket te verbinden, het verbindingsstuk koppelen met de klem 2 . ME1212 2. Afhankelijk van de uitrusting van de machine de tweede transportslang verbinden met het slangpakket.
Pagina 51
6 | Machine voorbereiden Machine aankoppelen Aanduiding Functie Tractorregeleenheid Vergroten Dubbelwerken Groen Zaaischijfdruk Verkleinen / schaar optillen Vergroten Werkdiepte Dubbelwerken Naturel van de tanden Verkleinen Geel Rijpadenmark Enkelvoudig Optillen Niet vereist in eerapparaat werkend combinatie met markeur. Neerlaten Optillen Dubbelwerken Blauw exacteg Optillen...
6 | Machine voorbereiden Machine aankoppelen 1. Hydraulica tussen tractor en machine drukloos schakelen met de tractorregeleenheid. 2. Hydraulische stekkers reinigen. 3. Hydraulische slangen 1 overeenkomstig de markering 2 verbinden met de hydraulische aansluitingen van de tractor. De hydraulische stekkers worden voelbaar vergrendeld.
6 | Machine voorbereiden Machine aankoppelen 6.2.5 3-puntsaanbouwframe aankoppelen CMS-T-00001400-D.1 1. De tractortrekstangen 1 op gelijke hoogte instellen. 2. Trekstangen 1 koppelen vanaf de bestuurdersstoel. 3. Topstang 2 koppelen. 4. Controleren of de vanghaken van de topstang 3 en de trekstang 4 correct vergrendeld zijn. CMS-I-00001225 6.2.6 Zaaieenheid Avant aankoppelen CMS-T-00004892-B.1...
Pagina 54
6 | Machine voorbereiden Machine aankoppelen 4. Topstang 1 met de pen 3 monteren. 5. Pen met veerclip 2 borgen. 6. Hydraulische slangen uit de slanghouder 6 in de geleiding 5 leggen. 7. Toevoerleiding van de job-computer via het middenframe naar de interface met het slangpakket geleiden.
Pagina 55
6 | Machine voorbereiden Machine aankoppelen 11. Grondbewerkingsmachine met gekoppelde zaaieenheid optillen. 12. De steunen 1 aan beide zijden uit de machine 2 verwijderen. CMS-I-00004938 13. Op alle consoles 1 de veiligheidsbeugel 2 monteren. CMS-I-00003593 Als de zaaieenheid over een rijpadenmarkeerapparaat beschikt, de toevoerleiding van de zaaieenheid 1 verbinden met de grondbewerkingsmachine.
6 | Machine voorbereiden Machine voorbereiden voor het gebruik 15. De toevoerleiding 2 van de verlichting en markering aan de achterkant met de grondbewerkingsmachine 1 verbinden. CMS-I-00004527 16. De toevoerleiding 1 met de grondbewerkingsmachine 2 verbinden. CMS-I-00004528 6.3 Machine voorbereiden voor het gebruik CMS-T-00004887-B.1 6.3.1 Werkstandsensor aanpassen CMS-T-00003625-C.1...
6 | Machine voorbereiden Machine voorbereiden voor het gebruik Om de werkstandsensor te configureren, zie bedieningshandleiding ISOBUS-software "Werkstandsensor configureren" zie bedieningshandleiding "Bedieningscomputer". 6.3.2 Zaaidiepte aan de TwinTeC-zaaischijf instellen CMS-T-00004360-B.1 AANWIJZING De instelling van de zaaidiepte moet aangepast worden aan de gebruiksomstandigheden. De optimale instelling kan alleen tijdens het gebruik op het veld worden bepaald.
6 | Machine voorbereiden Machine voorbereiden voor het gebruik 6.3.3 Zaaidiepte aan de RoTeC-zaaischijf instellen CMS-T-00006301-A.1 De zaaidiepte kan in 3 stappen 1 worden ingesteld. Hoe hoger de dieptegeleidingsschijven of dieptegeleidingsrollen staan, hoe groter de zaaidiepte is. De grootste zaaidiepte wordt bereikt als de dieptegeleidingsschijven of dieptegeleidingsrollen volledig worden verwijderd.
6 | Machine voorbereiden Machine voorbereiden voor het gebruik 6.3.4 Zaaischijfdruk hydraulische instellen CMS-T-00004361-B.1 AANWIJZING De instelling van de zaaischijfdruk moet aangepast worden aan de gebruiksomstandigheden. De optimale instelling kan alleen tijdens het gebruik op het veld worden bepaald. WAARSCHUWING Gemeenschappelijke beweging van zaaischijf en exacteg De hydraulische cilinders en...
6 | Machine voorbereiden Machine voorbereiden voor het gebruik 6.3.5 Zaaischijfdruk mechanisch instellen CMS-T-00006426-A.1 AANWIJZING De instelling van de zaaischijfdruk moet aangepast worden aan de gebruiksomstandigheden. De optimale instelling kan alleen tijdens het gebruik op het veld worden bepaald. 1. Machine oplichten. 2.
6 | Machine voorbereiden Machine voorbereiden voor het gebruik 1. Veerclip 1 demonteren. 2. Ring 2 demonteren. 3. Veerhouder 3 in de gewenste stand plaatsen. 4. Ring monteren. 5. Veerclip monteren. Om de instelling te controleren, 30 m op werksnelheid zaaien en het werkbeeld controleren.
6 | Machine voorbereiden Machine voorbereiden voor het gebruik 6.3.9 Zaaischijfeg instellen CMS-T-00006627-A.1 6.3.9.1 Eghoek instellen CMS-T-00004372-B.1 Bij het achteruitrijden klapt de egtand 1 naar voren en ligt hij tegen de borgpen 2 . Daardoor hindert de tand de naburige zaaischijf niet. BELANGRIJK Beschadiging van de zaaischijven door omgeklapte egtanden...
6 | Machine voorbereiden Machine voorbereiden voor het gebruik 7. Machine oplichten. Om de egtand op de steile werkstand te zetten, Pen 2 in weergegeven boring monteren. Egtand ligt tegen de pen. Om de instelling te controleren, 30 m op werksnelheid zaaien en het werkbeeld controleren.
6 | Machine voorbereiden Machine voorbereiden voor het gebruik 6.3.9.3 Eghoogte instellen CMS-T-00006457-A.1 AANWIJZING De instelling van de eghoogte moet aangepast worden aan de gebruiksomstandigheden. De optimale instelling kan alleen tijdens het gebruik op het veld worden bepaald. 1. Moer 1 demonteren. 2.
6 | Machine voorbereiden Machine voorbereiden voor het gebruik 1. Met het universele bedieningswerktuig de schroef 2 losdraaien. 2. Het schuifelement 1 naar buiten schuiven. 3. Met het universele bedieningswerktuig de schroef 2 aantrekken. 4. Dezelfde instelling aan de andere machinezijde uitvoeren.
6 | Machine voorbereiden Machine voorbereiden voor het gebruik 1. Borgmoer 1 losmaken. 2. Spanslot 2 op de gewenste maat draaien. De maat A mag maximaal 390 mm bedragen. 3. Borgmoer aandraaien. 4. Dezelfde instelling aan de andere machinezijde uitvoeren. Om de instelling te controleren, 30 m op werksnelheid zaaien en het werkbeeld controleren.
6 | Machine voorbereiden Machine voorbereiden voor het gebruik 4. Universeel bedieningswerktuig verwijderen en klink 3 in de groef laten vastklikken. Om de instelling te controleren, 30 m op werksnelheid zaaien en het werkbeeld controleren. 6.3.10.4 Exactegdruk mechanisch instellen CMS-T-00006333-A.1 De exactegdruk moet zodanig worden ingesteld dat alle zaairijen gelijkmatig met aarde zijn bedekt.
6 | Machine voorbereiden Machine voorbereiden voor het gebruik Om de exactegdruk te vergroten, de veerclip 2 demonteren en in een hogere boring onder de aanslag 1 monteren om de exactegdruk te verkleinen, de veerclip 2 demonteren en in een lagere boring onder de aanslag 1 monteren.
Pagina 69
6 | Machine voorbereiden Machine voorbereiden voor het gebruik 1. De hendel 1 uit de transportbeveiliging 2 verwijderen en omhoog trekken. CMS-I-00004673 Om de minimale druk van de exacteg vast te leggen, de veerclip 3 demonteren en in de gewenste boring onder de aanslag 1 monteren.
6 | Machine voorbereiden Machine voorbereiden voor het gebruik 6.3.10.6 Exacteg oplichten CMS-T-00006415-A.1 Bij zaaimachines met exactegopheffing kan de exacteg onafhankelijk van de stand van de zaaischijven worden opgetild. Een hydraulische cilinder 1 tilt de exacteg op. CMS-I-00004703 Om de exacteg op te tillen, de tractorregeleenheid "blauw 2"...
Pagina 71
6 | Machine voorbereiden Machine voorbereiden voor het gebruik 6.3.11.2 Spoorbreedte instellen CMS-T-00004375-B.1 1. Tractorspoorbreedte a van het verzorgingsapparaat bepalen. CMS-I-00003195 2. Verstelsegment 4 in de middelste boring borgen. 3. Bouten 2 losdraaien. AANWIJZING Om een dubbel rijpad met 2,20 m spoorbreedte aan te leggen de spoorschijven instellen op 2,0 m.
Pagina 72
6 | Machine voorbereiden Machine voorbereiden voor het gebruik Om de spoorbreedte van het rijpadenmarkeerapparaat met 20 cm te reduceren, borgpen in de positie - steken. Om de spoorbreedte van het rijpadenmarkeerapparaat met 20 cm te vergroten, borgpen in de positie + steken. Om de pen in het verstelsegment te borgen, pen omlaag draaien.
6 | Machine voorbereiden Machine voorbereiden voor het gebruik 6.3.11.4 Rijpadwielbreedte instellen CMS-T-00004379-B.1 6.3.11.4.1 Rijpadsegmenten monteren CMS-T-00004376-B.1 1. De tractorwielbreedte c van het verzorgingsapparaat bepalen. Als er extra rijpadensegmenten vereist zijn, zaaigoedleidingen vervangen door rijpadsegmenten. CMS-I-00003196 3. 4 kartelschroeven 1 losmaken. 4.
6 | Machine voorbereiden Machine voorbereiden voor het gebruik 12. Daarnaast liggende bouten aan de tussensegmenten monteren. 13. Transportslang monteren. 14. Slangklem monteren. 15. Deksel monteren. 16. 4 kartelschroeven met de hand aandraaien. Om ervoor te zorgen dat alle rijpaden dezelfde wielbreedte hebben, voor alle rijpaden extra rijpadsegment monteren.
6 | Machine voorbereiden Machine voorbereiden voor het gebruik 6.3.11.4.3 Rijpadsegmenten scheiden CMS-T-00004381-B.1 1. Stekkerverbinding tussen 1 en 4 losmaken. 2. Stekkerverbinding tussen 5 en 6 losmaken. Om ervoor te zorgen dat de schakeling aan het rijpadsegment niet onderbroken is, stekkerverbinding tussen 1 en 6 aansluiten.
6 | Machine voorbereiden Machine voorbereiden voor het gebruik 6.3.12 Halfzijdeschakeling bedienen CMS-T-00004888-B.1 De linker bedieningshendel 1 bedient de linker sluitschuif, hier geopend. De rechter bedieningshendel 2 bedient de rechter sluitschuif, hier gesloten. CMS-I-00003596 Om de gewenste sluitschuif te bedienen, de desbetreffende bedieningshendel omhoog zwenken Om de elektrisch bediende sluitschuif te...
6 | Machine voorbereiden Machine voorbereiden voor het gebruik 6.3.13 Rijenafstand instellen CMS-T-00004489-B.1 Voor grotere rijafstanden, bijv. voor het zaaien van maïs, kunnen enkele zaairijen worden stilgelegd. 1. 4 kartelschroeven 1 losmaken. 2. Deksel 2 afnemen. CMS-I-00003190 Om de rijafstand te vergroten, met het werktuig 2 de afsluitdoppen 2 in de zaaigoedleidingen monteren.
6 | Machine voorbereiden Machine voorbereiden voor het rijden op straat 6.3.14 Laadrand met trap bedienen CMS-T-00007020-A.1 VOORWAARDEN Zaaimachine is aan de grondbewerkingsmachine gekoppeld 1. Trap 2 in positie houden. Om de trap uit te klappen, de transportbeveiliging 1 losmaken. 3.
6 | Machine voorbereiden Toegestane nuttige last berekenen niet wordt overschreden, moet de exacteg voor het rijden op de openbare weg in transportstand worden gebracht. 1. Met het universele bedieningswerktuig de schroef 2 losdraaien. 2. Het schuifelement 1 tot aan de aanslag in de draagbuis 3 schuiven.
7 | Machine gebruiken Machine gebruiken CMS-T-00004490-B.1 7.1 Machine inzetten CMS-T-00004492-B.1 1. Machine parallel aan de bodem uitlijnen. 2. Machine op het veld laten zakken. 3. Hydraulica van de 3-puntslift op de zweefstand zetten. 4. Tractoraftakas inschakelen. De tractoraftakas alleen in stationair bedrijf of bij laag tractormotortoerental langzaam inkoppelen.
7 | Machine gebruiken Zaaidiepte controleren 7.2 Zaaidiepte controleren CMS-T-00004517-B.1 1. Fijne aarde 1 boven het zaaigoed 2 verwijderen. 2. Zaaidiepte 3 bepalen. 3. Zaaigoed weer bedekken met fijne aarde. 4. Zaaidiepte op meerdere plaatsen controleren. CMS-I-00003257 7.3 Op de wendakker keren CMS-T-00004491-B.1 AANWIJZING Het optillen van de machine zorgt voor de...
8 | Machine parkeren Machine parkeren CMS-T-00004895-B.1 8.1 TwinTeC-zaaischijf parkeren CMS-T-00004436-B.1 1. Machine oplichten. 2. Universeel bedieningswerktuig op de instelspindel 1 steken. Om de TwinTeC-zaaischijf in de parkeerpositie te brengen, de zaaidiepte tot nul verlagen. universeel bedieningswerktuig linksom - draaien. De schaal 3 dient als oriëntatie.
8 | Machine parkeren Voedingsspanning loskoppelen 2. Stekker 1 op de slanghouder inhangen. CMS-I-00004414 8.5 Voedingsspanning loskoppelen CMS-T-00001402-D.1 1. Stekker 1 voor voedingsspanning uittrekken. CMS-I-00001048 2. Stekker 1 op de slanghouder inhangen. CMS-I-00001248 8.6 Zaaicombinatie Avant loskoppelen CMS-T-00004438-B.1 WAARSCHUWING Gevaar voor lichamelijk en dodelijk letsel door kantelen van de machine Plaats de machine op een vlakke ondergrond met voldoende draagkracht.
8 | Machine parkeren Zaaieenheid Avant afzonderlijk parkeren WAARSCHUWING Gevaar voor lichamelijk en dodelijk letsel door kantelen van de zaaicombinatie Daar de steunen niet voor de gekoppelde zaaicombinatie zijn uitgevoerd, plaatst u de zaaicombinatie niet op de steunen. 1. Topstang 1 ontlasten. 2.
Pagina 86
8 | Machine parkeren Zaaieenheid Avant afzonderlijk parkeren Om de zaaischijfdruk op 0 te zetten, zie hoofdstuk "Zaaischijfdruk hydraulisch instellen" Hoofdstuk "Zaaischijfdruk mechanisch instellen". Om de zaaidiepte op 0 te zetten, zie hoofdstuk "Zaaidiepte aan de TwinTeC- zaaischijf instellen". 3. De toevoerleiding 1 van de grondbewerkingsmachine 2 losmaken.
Pagina 87
8 | Machine parkeren Zaaieenheid Avant afzonderlijk parkeren Als de zaaieenheid over een rijpadenmarkeerapparaat beschikt, de toevoerleiding van de zaaieenheid van de grondbewerkingsmachine 1 losmaken. CMS-I-00003485 6. Aan alle consoles 1 de veiligheidsbeugel 2 demonteren. CMS-I-00003593 WAARSCHUWING De steunen hebben geen vergrendeling. Om te vermijden dat de steunen tijdens het rijden uit de opname vallen, de steunen demonteren.
Pagina 88
8 | Machine parkeren Zaaieenheid Avant afzonderlijk parkeren 9. Veerclip 2 demonteren. 10. Pen 3 demonteren. 11. Topstang 1 van grondbewerkingsmachine losmaken. 12. Houder 4 losmaken. 13. Hydraulische slangen uit de geleiding 5 nemen en in de slanghouder 6 leggen. CMS-I-00004526 14.
9 | Machine in stand houden Machine in stand houden CMS-T-00004903-B.1 9.1 Machine onderhouden CMS-T-00004446-B.1 9.1.1 Onderhoudsschema na het eerste gebruik Hydraulische slangen controleren zie pagina 93 als afsluiting van het seizoen Dieptegeleidingsschijven en dieptegeleidingsrollen zie pagina 89 controleren dagelijks Topstangpen en trekstangpen controleren zie pagina 92 elke 10 bedrijfsuren / dagelijks...
9 | Machine in stand houden Machine onderhouden 9.1.2 TwinTec-holle-schijven controleren CMS-T-00004452-B.1 INTERVAL elke 50 bedrijfsuren wekelijks 1. Diameter holle schijven bepalen. Wanneer de diameter van de holle schijven kleiner is dan 300 mm: Holle schijven vervangen. 3. Bouten 2 demonteren. 4.
Pagina 91
9 | Machine in stand houden Machine onderhouden 3. Bouten 8 demonteren. 4. Holle schijf 7 demonteren. 100 Nm 5. Afdichtring 5 demonteren. 6. Centrale bouten 6 demonteren. 17 Nm AANWIJZING De centrale schroeven hebben verschillende schroefdraad: CMS-I-00003234 De rechter centrale bout heeft rechtse schroefdraad De linker centrale bout heeft linkse schroefdraad...
9 | Machine in stand houden Machine onderhouden 1. Machine oplichten. Om de afstand van de dieptegeleidingsrollen- afstrijkers te controleren, rol 2 draaien. Als de afstand te groot is, Moer 3 losmaken. 4. Dieptegeleidingsrollen-afstrijker 1 afstellen. 5. Moer vastdraaien. CMS-I-00003180 Om de afstand te controleren, rol opnieuw draaien.
Pagina 94
9 | Machine in stand houden Machine onderhouden Om de beschadigde dieptegeleidingsschijf of dieptegeleidingsrol van de zaaischijf te verwijderen, stevig tegen de dieptegeleidingsschijf of dieptegeleidingsrol drukken, de hendel 2 helemaal naar onderen bewegen en in het slobgat 3 naar achteren schuiven tot de dieptegeleidingsschijf of dieptegeleidingsrol kan worden verwijderd.
9 | Machine in stand houden Machine onderhouden 9.1.7 Snijschijven controleren CMS-T-00006335-A.1 INTERVAL elke 50 bedrijfsuren wekelijks 1. Diameter van de snijschijven bepalen. Als de diameter van een snijschijf kleiner is dan 289 mm, snijschijf vervangen. Om de snijschijf te vervangen, schroeven 1 aan de voorkant van de snijschijf demonteren.
9 | Machine in stand houden Machine onderhouden 9.1.9 Segmentverdelerkop reinigen CMS-T-00004448-C.1 INTERVAL elke 10 bedrijfsuren dagelijks AANWIJZING De segmentverdelerkop moet vrij van stof, afzettingen en vreemde objecten zijn. In zeer stofrijke gebruiksomstandigheden het inspectie-interval verkorten. 1. 4 kartelschroeven 1 losmaken. 2.
9 | Machine in stand houden Machine onderhouden 9.1.11 Hydraulische slangen controleren CMS-T-00002331-B.1 INTERVAL na het eerste gebruik elke 50 bedrijfsuren wekelijks 1. Hydraulische slangen controleren op beschadigingen zoals schuurplekken, sneden, scheuren en vervormingen. 2. Hydraulische slangen controleren op lekkages. Hydraulische slangen mogen maximaal 6 jaar oud zijn.
9 | Machine in stand houden Machine onderhouden 9.1.12 Transporttraject reinigen CMS-T-00006621-A.1 INTERVAL elke 100 bedrijfsuren als afsluiting van het seizoen 1. 4 kartelschroeven 4 losmaken. 2. Deksel 1 afnemen. Om de afzettingen te verwijderen, een waterstraal in de zaaigoedleidingen 3 en de ribbelbuis 2 leiden.
9 | Machine in stand houden Machine smeren 9.2 Machine smeren CMS-T-00004904-B.1 BELANGRIJK Machineschade door ondeskundige smering Smeer de machine in overeenstemming met het smeerschema op de gemarkeerde smeerpunten. Om te vermijden dat er vuil in de smeerpunten wordt geperst, moet u de smeernippels en de vetspuit zorgvuldig reinigen.
9 | Machine in stand houden Machine smeren 9.2.1 Overzicht smeerpunten CMS-T-00004905-B.1 CMS-I-00003594 elke 100 bedrijfsuren CMS-I-00005328 CMS-I-00003231 Avant 3002, Avant 3502 en Avant 4002 Avant 4002 MG6860-NL-II | B.1 | 02.08.2021...
9 | Machine in stand houden Storingen oplossen 9.3 Storingen oplossen CMS-T-00004444-B.1 Storing Oorzaak Oplossing Verlichting voor het rijden op de Lampen of voedingskabel Lamp vervangen. openbare weg heeft een storing. beschadigd. Voedingskabel vervangen. Bedieningsterminal meldt De toerentalsensor meldt bij zie pagina 99 toerentalfout lopende machine een toerentalfout.
Pagina 102
9 | Machine in stand houden Storingen oplossen Storing Oorzaak Oplossing TwinTeC-zaaischijf verspreidt geen De zaaigoedleiding is licht verstopt. Machine opheffen. zaaigoed Zaaigoedleiding van onderen reinigen. De zaaigoedleiding is sterk zie pagina 103 verstopt. MG6860-NL-II | B.1 | 02.08.2021...
9 | Machine in stand houden Storingen oplossen 9.3.1 Bedieningsterminal meldt toerentalfout CMS-T-00004518-A.1 De toerentalsensor meldt bij lopende machine een toerentalfout. 1. Toerentalsensor demonteren. 2. Magnetisch sensorvlak van spaanders bevrijden. 3. Toerentalsensor monteren. 9.3.2 TwinTec-zaaischijf fixeert zaaigoed niet voldoende in de voor CMS-T-00006593-A.1 Als de zaaigoedfixeerder versleten is, wordt het zaaigoed niet in de voor gefixeerd.
9 | Machine in stand houden Storingen oplossen 9.3.3 TwinTec-zaaischijf leidt zaaigoed niet zuiver in de voor CMS-T-00006594-A.1 Als de geleidingsverlenging versleten is, dan wordt het zaaigoed niet in de voor geleid. 1. Slang 6 demonteren. 6 Nm 2. Bout 7 demonteren. 3.
9 | Machine in stand houden Storingen oplossen 9.3.5 Exacteg bedekt zaaigoed niet voldoende met fijne aarde CMS-T-00006600-A.1 Bij zaaimachines zonder exactegopheffing is de overbelastingsbeveiliging geactiveerd. Om de exacteg juist te positioneren, Machine oplichten. 2. Resten van de gebroken breekbout 1 verwijderen.
9 | Machine in stand houden Machine reinigen 9.3.8 TwinTeC-zaaischijf verspreidt geen zaaigoed CMS-T-00006601-A.1 De zaaigoedleiding is sterk verstopt. Als de blokkering van onderen niet kan worden verwijderd, Slang 4 demonteren. 6 Nm 2. Bout 5 demonteren. 3. Zaaigoedleiding 1 demonteren. 4.
10 | Machine laden Machine laden CMS-T-00004906-B.1 10.1 Machine heffen CMS-T-00004908-B.1 De machine heeft 2 aanslagpunten voor hijsmiddelen. Daarnaast wordt de topstangpen aan de grondbewerkingsmachine als aanslagpunt voor hijsmiddelen gebruikt. WAARSCHUWING Gevaar voor ongevallen door ondeskundig aangebrachte hijsmiddelen Als de hijsmiddelen op niet gemarkeerde plaatsen worden bevestigd, kan de machine tijdens het heffen beschadigd worden en de CMS-I-00003595...
10 | Machine laden Machine vastsjorren 10.2 Machine vastsjorren CMS-T-00006345-A.1 De machine heeft 3 sjorpunten voor sjormiddelen. WAARSCHUWING Gevaar voor ongevallen door onvakkundig vastsjorren Het vastsjorren van de machine op de steunen of steunvoeten is niet toegestaan. Machine niet op de steunen of steunvoeten vastsjorren.
12 | Indexen Indexen 12.1 Verklarende woordenlijst CMS-T-00000513-B.1 Bedrijfsmiddel Bedrijfsmiddelen dragen bij tot de bedrijfsklare toestand. Tot de bedrijfsmiddelen behoren bijvoorbeeld reinigingsmiddelen en smeermiddelen zoals smeerolie, smeervetten of poetsmiddelen. Machine Aangebouwde machines zijn accessoires van de tractor. Aangebouwde machines worden in deze bedieningshandleiding echter consequent machine genoemd.
12 | Indexen Index 12.2 Index Correct gebruik 3-puntsaanbouwframe aankoppelen Dieptegeleidingsschijven en dieptegeleidingsrollen controleren en vervangen Documenten Aanbouwcategorieën Aanbouwframe Beschrijving Egtanden Aanhaalmomenten Stand instellen, zaaimachines met exactegopheffing aankoppelen Stand instellen, zaaimachines zonder ISOBUS-leiding aankoppelen exactegopheffing Aankoppelen Hydraulische slangen Zie ook exacteg Toevoerleidingen aan het slangpakket Zaaieenheid Avant Enkele zaaischijf zie ook RoTec-zaaischijf...
Pagina 114
12 | Indexen Index ISOBUS Productbeschrijving Leiding aankoppelen RoTeC-zaaischijf Leiding afkoppelen Reinigen Laadrand met trap Rijenafstand instellen bedienen Rijpadenmarkeerapparaat aan het machineframe inklappen aan het machineframe instellen Machine in stand houden Beschrijving Machine smeren Rijpadsegmenten aansluiten Storingen oplossen Rijpadsegmenten scheiden Rijpadwielbreedte instellen Machine onderhouden Spoorbreedte instellen...
Pagina 115
12 | Indexen Index Voedingsspanning aankoppelen afkoppelen Technische gegevens Afmetingen Berijdbare schuine helling Gegevens over geluidsontwikkeling Waarschuwingsborden Grondbewerkingswerktuigen Beschrijving van de waarschuwingen Optimale werksnelheid Opbouw Snelkoppelsysteem QuickLink Positie aan de machines Technische gegevens van de tractor Toegestane aanbouwcategorieën Werksnelheid Technische gegevens van de tractor Werkstandsensor aanpassen Toevoerleidingen aan het slangpakket koppelen...
Pagina 118
AMAZONEN-WERKE H. DREYER SE & Co. KG Postfach 51 49202 Hasbergen-Gaste Germany +49 (0) 5405 501-0 amazone@amazone.de www.amazone.de MG6860-NL-II | B.1 | 02.08.2021...