5.1
Bedieningsterminal voor machines met ISOBUS-systeem
De combinatie kan een ISOBUS-jobcomputer hebben. Het ISOBUS-systeem stuurt de hydraulische
cilinder en de elektromotoren via een bedieningsterminal in de cabine van de tractor. De
bedieningsterminal is aangesloten op de ISOBUS-jobcomputer, die de commando's ontvangt en de
benodigde hydraulische ventielen aanstuurt of de elektromotoren van de machine bedient.
De combinatie kan op een willekeurige ISOBUS-compatibel bedieningsterminal worden aangesloten.
Wanneer de tractor het ISOBUS-systeem heeft, kan de AMAZONE-jobcomputer ook op de aanwezige
ISOBUS-contactdoos van de tractor worden aangesloten en met de aan boord aanwezige terminal
worden bediend. Als optie wordt de combinatie bijvoorbeeld met de AMAZONE-bedieningsterminal
AMATRON 3 uitgeleverd.
5.1.1
Bedieningsterminal AMATRON 3
De bedieningsterminal AMATRON 3 is voor
gebruik met het ISOBUS-systeem uitgerust en
kan alle machines bedienen, welke met het
ISOBUS-systeem zijn uitgevoerd.
Zie voor de bediening
van de AMAZONE-jobcomputer
de handleiding "Software ISOBUS"
van de ISOBUS-compatibel
bedieningsterminal
de handleiding "AMATRON 3".
5.1.2
Twin-Terminal (optie)
De communicatie met de ISOBUS-compatibel
bedieningsterminal in de tractorcabine verloopt
via de Twin-Terminal (optie). De Twin-Terminal
bevindt zich in het doseerbereik en bespaart de
tractorbestuurder het betreden van de cabine,
bijvoorbeeld bij het starten van de
kalibratieprocedure of de invoer van de
opgevangen kalibratiehoeveelheid.
Een uitgebreide beschrijving vindt u in de
handleiding "Isobus-software".
AD-P 30/35/4000 SPECIAL BAH0081-2 02.17
Fig. 26
Fig. 27
Opbouw en werking
51