8.5
Zaaidiepte voor zaaigoed instellen en controleren
De zaaidiepte van het zaaigoed is afhankelijk van de factoren
bodemgesteldheid (licht tot zwaar)
Werksnelheid
Zaaischijfdruk
Stand van de zaaischijven.
Controleer de zaaidiepte, wanneer één van de factoren verandert.
1. De zaaischijfdruk instellen (zie hoofdstuk "Zaaischijfdruk instellen", pagina 138).
Een hogere zaaischijfdruk houdt de zaaidiepte in de regel constant aan.
2. 30 m tot 50 m op werksnelheid zaaien.
3. Leg het zaadgoed op meerdere plaatsen bloot.
4. Controleer de zaaidiepte van het zaaigoed.
5. De zaaischijfdruk
verhogen, bij te korte zaaidiepte
verminderen, bij te grote zaaidiepte.
6. Kan de gewenste zaaidiepte met RoTeC-zaaischaren niet door verstellen van de zaaischijfdruk
worden bereikt, dan alle dieptegeleidingsrollen gelijkmatig verstellen (zie hoofdstuk "Zaaischijven
instellen", pagina 141).
7. Herhaal de procedure net zolang, tot de gewenste zaaidiepte is bereikt.
AD-P 30/35/4000 SPECIAL BAH0081-2 02.17
Instellingen
137