Pagina 1
Bedieningshandleiding AMAz Software ISOBUS voor veldspuiten Multifunctionele handgreep AMAPILOT Deelbreedte-schakelkast AMACLICK Lees deze bedieningshandleiding voor gebruik door en volg de MG4800 aanwijzingen zorgvuldig op! BAG0104.9 06.17 Bewaar de bedieningshandleiding Printed in Germany voor toekomstig gebruik!
Pagina 2
Het mag niet onbelangrijk of overbodig voorkomen, deze gebruiksaanwijzing te lezen en zich aan de aanwijzingen te houden; het volstaat niet van anderen te horen, dat de machine goed is, ze daarom te kopen en te denken dat alles vanzelf gaat.
Pagina 3
+ 49 (0) 5405 50 1-0 E-mail: amazone@amazone.de Bestellen van onderdelen De lijsten met vervangingsonderdelen zijn vrij toegankelijk via het Portaal Vervangingsonderdelen op www.amazone.de. Wij verzoeken u uw orders bij uw AMAZONE-dealers te plaatsen. Over deze bedieningshandleiding Documentnummer: MG4800 Productiedatum: 06.17 ...
Pagina 4
Wij passen onze bedieningshandleidingen regelmatig aan. Uw suggesties helpen ons onze bedieningshandleidingen nog gebruikersvriendelijker te maken. AMAZONEN-WERKE H. DREYER SE & Co. KG Postfach 51 D-49202 Hasbergen Tel.: + 49 (0) 5405 50 1-0 E-mail: amazone@amazone.de ISOBUS spuit BAG0104.9 06.17...
Inhoudsopgave Tips voor de gebruiker ................8 Doel van het document ......................8 Plaatsaanduidingen in de bedieningshandleiding ..............8 Gebruikte beschrijvingen ......................8 Algemene veiligheidsinstructies ..............9 Beschrijving van veiligheidssymbolen ..................9 Beschrijving van het product software machinebesturing ....10 Softwareversie ........................
Pagina 6
Inhoudsopgave 10.8 Functiegroep vullen ....................46 10.8.1 Met niveaumelder ........................46 10.8.2 Zonder niveaumelder ......................47 10.8.3 Comfort-pakket: automatische vulstop .................. 47 10.8.4 Automatische vulstop bij het vullen via de persaansluiting ........... 48 10.9 Functiegroep boomkinematica (Profi inklappen) ............49 10.9.1 Boomhoogte instellen (Profi-inklappen) ................
Tips voor de gebruiker Tips voor de gebruiker Het hoofdstuk Tips voor de gebruiker bevat informatie over het om- gaan met de bedieningshandleiding. Doel van het document Deze bedieningshandleiding • beschrijft de bediening en het onderhoud van de machine. • geeft belangrijke aanwijzingen voor veilig en efficiënt gebruik van de machine.
Algemene veiligheidsinstructies Algemene veiligheidsinstructies Kennis van de basisveiligheidsinstructies en veiligheidsvoorschriften is de eerste voorwaarde om veilig en zonder storingen met de machi- ne te kunnen werken. De bedieningshandleiding • altijd daar bewaren waar de machine wordt gebruikt! • dient te allen tijde voor chauffeurs en onderhoudsmedewerkers beschikbaar te zijn! Beschrijving van veiligheidssymbolen Veiligheidsinstructies worden aangegeven met een driehoekig veilig-...
Beschrijving van het product software machinebesturing Beschrijving van het product software machinebesturing Met de ISOBUS-software en een ISOBUS-terminal kunnen de AMAZONE-machines comfortabel worden aangestuurd, bediend en gecontroleerd. De ISOBUS-software werkt in combinatie met de volgende AMAZONE-veldspuiten: • UF, UX, UG, Pantera Na het inschakelen van de ISOBUS-terminal bij aangesloten machi- necomputer wordt het hoofdmenu getoond.
Beschrijving van het product software machinebesturing Hiërarchie van de ISOBUS-software Werkmenu Hoofdmenu • Spuiten aan/uit Menu documentatie • Opslaan van vlakken, tijden, hoeveelheden Functiegroepen: ο Vullen ο Boomkinematica ο Spuiten ο Vering/sturen ο DistanceControl ο Fronttank ο...
Weerdocumentatie Weerdocumentatie Task Controller moet zijn ingeschakeld. Bij elke keer opslaan worden de ingevoerde weergegevens bij de actieve opdracht in de Task Controller opgeslagen. • Voer de windkracht in Weergegevens • Voer de windrichting in • Voer de temperatuur in Opdracht actief Windkracht →...
Documentatie beheren Documentatie beheren In het hoofdmenu Documentatie kiezen! Het menu Documentatie is een intern niet uitleesbaar opdrachtge- heugen. Wanneer het menu documentatie wordt geo- Documentatie pend, verschijnt de gestarte documentatie. • Weergave totaalgegevens Naam • Weergave daggegevens Voor het beëindigen van een documentatie moet een andere worden gestart.
Gebruikersprofiel Gebruikersprofiel Kies in het hoofdmenu Gebruikersprofiel! Gebr.profiel • Naam van de gebruiker invoeren • Toetsbezetting configureren (zie pagina 18). Toetsbezetting configureren • Multifunctioneel display in werkmenu confi- Multifunctioneel display configureren gureren (zie pagina 20). • Automaat configureren (zie pagina 20) Automaten configureren •...
Pagina 16
Gebruikersprofiel • Schakelen van de werkverlichting Werkverlichting kan handmatig of door de TECU worden via TECU aangestuurd. ο TECU schakelt de werkverlichting in, zodra het parkeerlicht op de tractor wordt ingeschakeld. ο Werkverlichting handmatig schake- len. • Bij herkenning van het achteruit rijden wordt de machinebesturing in de middenstand bewogen.
Pagina 17
Gebruikersprofiel Gebruiker: wisselen, nieuwe, wissen Van gebruiker wisselen: Profiellijst 1. Gebruiker markeren. 2. Markering bevestigen. Nieuwe gebruiker aanmaken: Nieuwe gebruiker aanmaken. 2. Gebruiker markeren. 3. Markering bevestigen. 4. Naam invoeren. • Kopiëren van de actuele gebruiker met alle instellingen. Gebruiker wissen: Symbool markeren en bevestigen.
Gebruikersprofiel Gebruikersspecifieke toetsindeling configureren In het menu werk kan de gebruikersspecifieke toetsindeling worden opgeroepen. De indeling van de toetsen is vrij instelbaar. Terug naar standaardindeling Hier kunnen de functievelden van het werkmenu Toetsbezetting vrij worden bezet. configureren Toetsindeling uitvoeren: Gewenste functie uit de lijst kiezen en gewenste 1.
Gebruikersprofiel 7.1.1 Voorbeeld: voor vrij instelbare functies 1 t/m 30, 32 in het werkmenu Pagina 1 Pagina 2 Pagina 3 Pagina 4 Pagina 5 Terminal met 8 toetsen: Terminal met 10 toetsen: Terminal met 12 toetsen: ISOBUS spuit BAG0104.9 06.17...
Gebruikersprofiel Multifunctioneel display configureren In de drie dataregels in het werkmenu kunnen verschillende gegevens worden getoond. (1) Actuele snelheid (2) Pomptoerental (3) Hoeveelheid bewerkt oppervlak per dag (4) Uitgestrooide hoeveelheid per dag (5) Resttraject tot bak leeg is Multifunctioneel display configureren (6) Restoppervlak tot bak leeg is Regel 1...
Gebruikersprofiel Alarmgrenzen configureren Alarmgrenzen configureren • Alarmgrens voor niveau in I invoeren. Niveau-alarmgrensw. → Bij het onderschrijden van de alarmgrens tijdens het spuiten klinkt een signaal. Minimale druk • Minimale spuitdruk invoeren. • Maximale spuitdruk invoeren (< 15 bar). → Bij het spuiten buiten het ingevoerde druk- Maximale druk bereik verschijnt een waarschuwingsmel-...
Gebruikersprofiel Stappen configureren Stappen configureren • Regeling wendakkerdruk ο ja Regeling wendakkerdruk ο nee • Wendakkerdruk invoeren Wendakkerdruk (standaardwaarde: 1,0 bar) Stap • Stappen invoeren (waarde voor procentuele hoeveelheidsverandering tijdens het werk). De strooihoeveelheid wordt na bediening met de ingevoerde pro- centuele waarde verminderd of verhoogd.
Gebruikersprofiel Deelbreedteschakeling configureren Deelbreedteschakeling configureren • Schakelen van willekeurige deelbreedten in het werkmenu Selecteren afzonderlijke ο aan deelbreedten ο uit Gedeactiveerde → Het aantal deelbreedten dat is uitge- deelbreedten schakeld wordt getoond. • Afzonderlijke deelbreedten permanent de- Deelbreedten activeren.
Pagina 24
Gebruikersprofiel Schakelpunten configureren Positieve waarde: eerder inschakelen, later uit- schakelen (overlapping). Uitschakelpunt Negatieve waarde: later inschakelen, eerder uitschakelen (geen overlapping) Alleen bij op een traject gebaseerde instelling van de schakelpunten (zie ISOBUS configure- ren)! Inschakelpunt Schakelpunten optimaliseren Alleen voor op tijd gebaseerde instelling van de Schakelpunten schakelpunten (zie ISOBUS configureren)! optimaliseren...
Gebruikersprofiel Boomgedrag configureren • Automatisch vergrendelen van de trillings- Boomgedrag demping aan en uit configureren ο (automatisch) ο Automatisch (handmatig) vergrendelen • Automatische hoekverstelling bij vergrende- Automatische hoekverstelling Voor het vergrendelen van de trillingsdem- bij vergrendelen ping wordt de boom ο...
Gebruikersprofiel ISOBUS configureren ISOBUS configureren • Terminal kiezen, zie pagina 27. Terminal kiezen • Documentatie Documentatie ο TaskController, opdrachtbeheer actief Machinecomputers communiceren met de Task Controller van de terminal ο Alleen machine-interne documentatie Section Control • Section Control Hand/ Automaat omschake- Hand/ automaat om- schakelen ο...
Pagina 27
Terminal kiezen weergave worden gekozen. • Terminal voor machinebediening kiezen Terminal voor machinebediening ο 01 Amazone ο 02 andere terminal • Terminal voor documentatie en Section Terminal voor documentatie Control kiezen en SectionControl ο...
Machinegegevens invoeren Machinegegevens invoeren In het hoofdmenu Machinegegevens kiezen! • Bron van het snelheidssignaal configureren Bron Snelheid configureren (zie pagina 29) • Fronttank aan/uit ο aan Tank voor ο uit • High Flow aan/uit ο aan High Flow ο...
Machinegegevens invoeren Bron Snelheid configureren De machinecomputer heeft een snelheidssignaal nodig voor een cor- recte hoeveelheidsregeling. Er kan tussen verschillende bronnen worden gekozen als ingang voor het signaal voor de rijsnelheid. • Het snelheidssignaal kan via de ISOBUS ter beschikking worden gesteld.
Machinegegevens invoeren Doorstroommeter kalibreren • De machinecomputer heeft de kalibratiewaarde "Impulsen door- stroommeter" nodig voor de doorstroommeter/terugstroommeter voor het bepalen en de regeling van de opbrenghoeveelheid. • U moet de kalibratiewaarde "Impulsen doorstroommeter" bepa- len via een kalibratieprocedure van de doorstroomme- ter/terugstroommeter, wanneer de kalibratiewaarde niet bekend •...
Machinegegevens invoeren 8.2.1 Doorstroommeter 1 kalibreren 1. Vul de spuitvloeistoftank met helder water Doorstroommeter 1 (ca. 1000 l) tot. kalibreren > verder Volgende hoeveelheid water 1000 vullen 3. Start de pomp met pompbedrijfstoerental. 4. > verder Doorstroommeter 1 kalibreren Schakel het spuiten in verspuit mi- Nominaal pomptoerental nimaal 500 l water.
Machinegegevens invoeren 8.2.2 Doorstroommeter 2 (terugstroommeter) kalibreren. 1. Vul de spuitvloeistoftank met helder water Doorstroommeter 2 (ca. 1000 l) tot een aan de beide zijden van kalibreren de tank aangebrachte niveaumarkering. automatische kalibratie > verder starten 3. Start de pomp met pompbedrijfstoerental. 4.
Machinegegevens invoeren AutoTrail kalibreren 1.Middelste stand kiezen AutoTrail kalibreren Rij een kort stuk met de tractor met machi- middenstand benaderen ne rechtdoor en met uitrich- ten, totdat tractor en machine in hetzelfde spoor staan. Actuele basisw. 1000 2. > verder 3.Kies de rechter aanslag.
Machinegegevens invoeren Boom kalibreren Kalibreer de boom eenmaal per jaar. 8.4.1 Spuitboomvergrendeling kalibreren Alleen bij analoge sensor: Boom kalibreren De spuitbomen zijn uitgeklapt. Boomvergrendeling sluiten. > Verder Afbreken Verder Boomvergrendeling openen. > Verder Verder met hellingverstelling kali- breren. 8.4.2 Helling verstelling kalibreren Boom kalibreren Stel de boomhoogte zoda- nig in, dat contact met de bodem via de hel-...
Machinegegevens invoeren 8.4.3 DistanceControl kalibreren Let voor het kalibreren van de DistanceControl op het volgende: • De ondergrond moet vlak en horizontaal zijn • Geen kuilen onder de ultrasone sensoren • Het oppervlak van de ondergrond mag niet glad zijn (bijv. asfalt, beton of waterplassen).
Machinegegevens invoeren • Automatische kalibratie GEVAAR Gevaar voor lichamelijk letsel door zelfstandig draaiende boom! Bij de automatische kalibratie mogen personen zich niet ophouden binnen het draaibereik van de boom. Automatische kalibratie starten. → De boom wordt eerst automatisch links en dan rechts opgetild.
Menu info Menu info In hoofdmenu Info kiezen! • Info Weergave machine-identificatienummer (MIN) MIN:: UX 00000000 • De nummers van de softkeys in de menu's laten weergeven. Softkeynummers tonen Schakelcycli sproeierbod • Weergave statistiek Schakelcycli totaal Schakelcycli tot volgende onderhoud Totale oppervlakte Tot.
Gebruik op het veld – Menu werk Gebruik op het veld – Menu werk In het hoofdmenu Menu werk kiezen! WAARSCHUWING Gevaar voor ongevallen door ongecontroleerde bewegingen of kantelen van de machine! • Stuuras/-dissel bij transportritten in de middenstand houden. •...
Pagina 39
Gebruik op het veld – Menu werk Spuiten in-/uitschakelen Spuiten inschakelen/spuiten uitschakelen • Spuiten ingeschakeld: de spuitvloeistof wordt via de sproeiers verspreid. • Spuiten uitgeschakeld: er wordt geen spuit- vloeistof verspreid. Weergave in werkmenu: Spuiten uitgeschakeld Spuiten ingeschakeld Automaatfuncties in-/uitschakelen Gemeenschappelijk inschakelen van de automaatfuncties Afhankelijk van de configuratie kunnen de vol- gende automaatfuncties gemeenschappelijk...
Gebruik op het veld – Menu werk 10.1.1 Section Control schakelen Section Control Automaat / Hand De terminal moet met Section Control uitgerust zijn. Section Control moet via de terminal-toepassing ingeschakeld zijn. → Dan kan Section Control via de ISOBUS-software worden geschakeld.
Gebruik op het veld – Menu werk Wanneer de automatische deelbreedteschake- Aanw. ling niet mogelijk is verschijnt een melding met de benodigde voorwaarden. Automatische deelbreedte- schakeling niet mogelijk. Aan volgende voorwaarden • Aan voorwaarde niet voldaan moet zijn voldaan. Section Control van de terminal •...
Gebruik op het veld – Menu werk 10.3 Werkmenu met functiegroepen De rangschikking van de functievelden kan afhankelijk van de ge- bruikte terminal variëren. Spuiten aan/uit Terug Vullen Automaten Sturen/vering Boomkinematica Spuiten Comfort DistanceControl Fronttank Gebruikersspecifieke Section Control toetsindeling oproepen Functiegroep voor het vullen van de spuitvloeistoftank zie pagina 46 Functiegroep voor alle bewegingen van de boom zie pagina 49 Functiegroep voor het spuiten van spuitvloeistof zie pagina 58...
Gebruik op het veld – Menu werk 10.4 Gebruikersspecifieke toetsindeling oproepen Gebruikersspecifieke toetsindeling oproepen. → De indeling van de knoppen verandert overeenkomstig de keue in het gebruikersprofiel. Terug naar standaardindeling ISOBUS spuit BAG0104.9 06.17...
Gebruik op het veld – Menu werk 10.5 Weergave in het menu Werk Multifunctioneel display AutoTrail: Hand / Automaat Voorkeuze inklappen Positie AutoTrail: DistanceControl hand/automaat Helling verstelling Trillingsdemping Roerwerk DistanceControl Afstand doel XXX l Schuimmarkering Schuimmarkering rechts links Tankinhoud in liter Beide boomarmen in de transportstand Section Control:...
Gebruik op het veld – Menu werk 10.6 Afwijkingen van gewenste toestand Geel gemarkeerde instructie zijn een aanwijzing voor een afwijking van de gewenste toestand. Rood gemarkeerde weergave zijn een verwijzing naar een ontbre- kende informatiebron. (1) Geen opdracht gestart in Task Controller (2) Pomptoerental wijkt af van instelwaar- de/informatiebron niet aanwezig (3) Trillingsvergrendeling is niet in eindpositie...
Gebruik op het veld – Menu werk 10.8 Functiegroep vullen • Met het getoonde niveau na het vullen berekent de machine- computer het resterende traject/oppervlak, die met de nieuwe tankvulling kan worden bespoten. • Bepaal de exacte hoeveelheid gevuld water. Machine met meldgrens niveau: •...
Gebruik op het veld – Menu werk 10.8.2 Zonder niveaumelder Menu vullen oproepen 2. Vul de spuitvloeistoftank. 3. Lees het actuele niveau af op de niveau- indicatie. 4. Voer de waarde voor het actuele niveau in. 5. → opslaan 10.8.3 Comfort-pakket: automatische vulstop GEVAAR De extra injector mag niet worden ingeschakeld, omdat anders de...
Gebruik op het veld – Menu werk 10.8.4 Automatische vulstop bij het vullen via de persaansluiting Vullen via persaansluiting: Vloeistof bijvullen Menu vullen oproepen. 2. Voer de meldgrens in voor het maximaal bij te vullen spuitvloeistofniveau. 3. Toets op het bedieningspaneel bedienen. →...
Gebruik op het veld – Menu werk 10.9 Functiegroep boomkinematica (Profi inklappen) 10.9.1 Boomhoogte instellen (Profi-inklappen) Boom optillen, neerlaten • Voor het instellen van de afstand van de sproeiers tot het be- stand. • Voor het inklappen van de boom. 10.9.2 Trillingsdemping ver-/ontgrendelen (Profi inklappen) Trillingsdemping ver-/ontgrendelen...
Gebruik op het veld – Menu werk 10.9.3 Boom inklappen (Profi inklappen) Boom aan beide zijden uitklappen/inklappen De boom in-/uitklappen is alleen mogelijk bij rijsnelheden minder dan 3 km/h. Veldspuiten zonder Profi-inklappen: zie handleiding veldspuit! • Het uitklappen gebeurt niet altijd symmetrisch. •...
Pagina 51
Gebruik op het veld – Menu werk Super L-bomen inklappen Boom optillen (ca. 2 m), zodat bij gegoed over het spat- bord van de spuithouder klapt. Boom horizontaal uilijnen! Het automatisch uitlijnen kan in het menu machinegegevens worden ingesteld. Trillingsdemping vergrendelen. Het automatische vergrendelen van de trillingsdemping bij inklappen aan beide zijkanten kan in het menu machinegegevens worden inge- steld.
Pagina 52
Gebruik op het veld – Menu werk Super-S boom inklappen Boom optillen (ca. 1 m). Boom horizontaal uilijnen! Het automatisch uitlijnen kan in het menu machinegegevens worden ingesteld. Trillingsdemping vergrendelen Het automatische vergrendelen van de trillingsdemping bij inklappen aan beide zijkanten kan in het menu machinegegevens worden inge- steld.
Pagina 53
Gebruik op het veld – Menu werk Boom aan een zijde inklappen Boom aan een zijde uitklappen Het werken met een aan één zijde uitgeklapte spuitboom is toege- staan • alleen met vergrendelde trillingscompensatie • alleen, indien de andere zij-arm als pakket uit de transportstand ο...
Gebruik op het veld – Menu werk 10.9.4 Zijarm opklappen (alleen Profi inklappen II) Zijarm aan een zijde naar boven klappen links/rechts Zijarm eenzijdig naar beneden klappen links/rechts Zijarm aan beide zijden naar boven/beneden klappen Het naar boven en beneden klappen van de spuitboomzijarmen is bedoeld voor het bewegen van de zijarm onder zeer ongunstige ter- reinomstandigheden, wanneer de instelmogelijkheden van de hoogte- en hellingshoek voor het richten van de spuitboom ten opzichte van...
Gebruik op het veld – Menu werk 10.9.5 Helling verstelling Hellingverstelling links hoog Hellingverstelling rechts hoog Parallel aan de grond resp. het doelvlak kan de spuitboom worden uitgelijnd via de hellingverstelling in geval van ongunstige bodemom- standigheden, bijv. bij verschillend diepe sporen of eenzijdig rijden in een voor.
Gebruik op het veld – Menu werk nogmaals bedienen en de hydrauli- sche hellingverstelling spiegelt de eerder gebruikte spuitboomhoek. → In het display toont het symbool hellingver- stelling de gespiegelde spuitboomhoek. Bij het spiegelen van de hellingverstelling wordt het voorsturen van de AutoTrail uit veiligheidsoverwegingen automatisch opgeheven.
Gebruik op het veld – Menu werk 10.10 Functiegroep boomkinematica (voorinstelling inklappen) 10.10.1 Keuzefunctieveld (voorinstelling inklappen) Voork. • Hellingverstelling of • Boom klappen De voorkeuze wordt in het menu getoond! De functies worden via de tractor-regeleenheid uitgevoerd! Klapprocedure: Zie handleiding veldspuit! 10.10.2 Boom eenzijdig klappen met voorinstelling Boom rechts klappen...
Gebruik op het veld – Menu werk 10.11 Functiegroep spuiten 10.11.1 Regeling spuithoeveelheid Automaat/hand (1) Automatische bediening De machinecomputer neemt de regeling over van de dosering afhankelijk van de actuele rij- snelheid. • Met de toetsen resp. kan de dosering met stappen worden veranderd. •...
Gebruik op het veld – Menu werk 10.11.2 UX 11200: Hydraulische pompaandrijving Hydraulische pompaandrijving aan/uit Afhankelijk van de werksituatie wordt het toerental van de pomp ge- regeld. • Boom in de werkstand → werksituatie spuiten • Boom in de transportstand → werksituatie roeren/reinigen Onafhankelijk van werkstand/transportstand: •...
Gebruik op het veld – Menu werk 10.11.3 Uitschakelen buitenste deelbreedten Deelbreedten van links/van rechts uitschakelen. Deelbreedten naar links/naar rechts inschakelen. Deelbreedten kunnen worden in- en uitgescha- keld • tijdens het spuiten, • wanneer het spuiten is uitgeschakeld. Het uitschakelen van de buitenste deelbreedten is vooral voor het spuiten van sleuven op het veld nuttig Weergave in het werkmenu: deelbreedte van...
Gebruik op het veld – Menu werk 10.11.5 Schuimmarkering Schuimmarkering links in-/uitschakelen Schuimmarkering rechts in-/uitschakelen Weergave in werkmenu: (1) Schuimmarkering links ingeschakeld. (2) Schuimmarkering rechts ingeschakeld. 10.11.6 Grenssproeiers, eindsproeiers of extra sproeiers Randsproeier rechts inschakelen/uitschakelen Randsproeier links inschakelen/uitschakelen Weergave in werkmenu: (1) Randsproeier ingeschakeld.
Gebruik op het veld – Menu werk 10.12 Functie groep vering/sturen 10.12.1 AutoTrail (Stuurdissel/stuuras voor exact volgen van het spoor) Automaat/hand Tegen de helling sturen Middenstand benaderen GEVAAR Gevaar voor ongevallen door kantelen van de machine! Verboden is in de modus automaat: •...
Pagina 63
Gebruik op het veld – Menu werk (1) Verschuiving van de middenstand bij rijden op een helling. (2) Werkelijke verplaatsing van de as/dissel (3) Correctiefactor (alleen bij automatisch te- gensturen op een helling) Varianten van de AutoTrail • AutoTrail met automatisch hellingtegensturen en hellingme- ting met sensor.
Pagina 64
Gebruik op het veld – Menu werk ο Wanneer de volgende functies worden uitgevoerd, dan wordt de handmatige hellingcorrectie gereset. Innemen van de middenstand, hellingspiegeling, spuiten in-/uitschakelen, omschakelen naar handbediening. Modi van de AutoTrail Modus automaat: Zet AutoTrail in de modus automaat →...
Pagina 65
Gebruik op het veld – Menu werk Transportritten - modus straat GEVAAR Gevaar voor ongevallen door kantelen van de machine! Zet de stuuras/stuurdissel vóór het transporteren in de transportstand! 1. Dissel/stuuras in middenstand zetten (dis- sel/wielen in lijn met de machine). Hiertoe AutoTrail in handbediening zet- ten.
Gebruik op het veld – Menu werk 10.12.2 Hydropneumatische vering Handbediening, automaat Machine in handbediening neerlaten Machine in handbediening optillen Bij ingeschakeld automatisch bedrijf regelt de machinecomputer de rijhoogte van de veldspuit onafhankelijk van de tankinhoud op de in setup ingestelde waarde! In handbediening kan de machine worden neergelaten of opge- tild.
Gebruik op het veld – Menu werk 10.12.3 UX 11200: tractieversterking van de tractor Tractieversterking inschakelen Bij een actieve tractieversterking wordt de belasting op de voorste as verminderd. Daardoor wordt de tractor meer belast en neemt de trac- tie van de tractor toe. •...
Gebruik op het veld – Menu werk 10.13 Functiegroep DistanceControl /Autolift 10.13.1 DistanceControl Automaat/hand • Bij ingeschakelde automatische bediening verschijnt het sym- bool op het display. De machinecomputer neemt de rege- ling van de afstand sproeier - doel. Vooraf gewenste afstand sproeier - doel bepalen: gewenste afstand sproeier instellen.
Pagina 69
Gebruik op het veld – Menu werk Weergave in werkmenu: (1) DistanceControl in automatisch bedrijf (2) DistanceControl in handbediening (3) Afstand sproeier - doel Boom horizontaal uitlijnen Voor het inklappen van de spuitboom DistanceControl in modus Hand zetten. Spuitboom horizontaal uitlijnen. VOORZICHTIG Beschadiging van de spuitboom door horizontaal uitlijnen bij schuin staande machine.
Gebruik op het veld – Menu werk 10.13.2 Autolift Alleen bij UX / Pantera zonder DC. De Autolift neemt het optillen van de spuitboom op de wendakker en het neerlaten van de spuitboom na het wenden over. Dit wordt aangestuurd via het spuiten in- en uitschakelen. Boomhoogte tijdens gebruik en op wendakker setpoint-afstand sproeier en doel naar wens in- stellen.
Gebruik op het veld – Menu werk 10.14 Functiegroep Comfort UX Super, Pantera Omschakeling spuiten/spoelen Verdunnen van de spuitvloeistof Reinigen in-/uitschakelen Roerwerk automatisch/handmatig Roerwerkintensiteit verhogen Roerwerkintensiteit verlagen Circulatiereiniging Spuiten in-/uitschakelen Vullen van de spuitvloeistoftank via Comfor-pakket, zie pagina 47. Houd bij het uitvoeren van de functies van het comfortpakket ook de handleiding van de machine aan.
Gebruik op het veld – Menu werk Het comfort-pakken maakt schakelen van de zuigzijde mogelijk via • de bedieningsterminal, • de knop op het bedieningspaneel (1). Op afstand bedienbare instellingen: • Spuiten (positie A) • Spoelen/verdunnen (positie B) • Vullen via zuigkoppeling (positie C, alleen in menu vullen) 10.14.1 Verdunnen van de spuitvloeistof met spoelwater Verdunnen starten.
Gebruik op het veld – Menu werk 10.14.2 Reinigen van de spuit bij een gevulde tank (werkonderbreking) Zuigzijde op spoelen schakelen. → Spoelwater wordt aangezogen, de roerwer- ken sluiten. Het omschakelen van spuiten/spoelen kan ook via de knop op het bedie- ningspaneel worden uitgevoerd.
Gebruik op het veld – Menu werk 10.14.3 Reinigen van de spuit bij een geleegde tank Reinigen: Voorwaarde vulpeil in de tank < 1% (bij voorkeur tank leeg). 1. Pomp met 450 min aandrijven. Reiniging starten. → Hoofd- en hulproerwerk worden gespoeld, reiniging binnenzijde tank ingeschakeld.
Gebruik op het veld – Menu werk 10.14.4 Zuigfilter reinigen bij gevulde tank Voor het reinigen van het zuigfilter bij gevulde tank moet het vulmenu worden opgeroepen! Spuitvloeistof bijvullen Menu vullen oproepen. Het invoeren een verhoogde hoeveelheid over minimaal 200 l. →...
Gebruik op het veld – Menu werk 10.14.4.1 Automatische roerwerkregeling Roerwerk op automatisch → De roerintensiteit wordt afhankelijk van het niveau geregeld. → Het hoofdroerwerk schakelt bij onderschrij- ding van de tankinhoud van 5% uit. → Het roerwerk schakelt na het vullen automa- tisch weer in.
Gebruik op het veld – Menu werk 10.14.5 Circulatiereiniging Bij de circulatiereiniging wordt de vloeistof in de spuitvloeistoftank constant via de roerwerken en de inwendige reiniging gepompt. • Circulatiereiniging in-/uitschakelen ISOBUS spuit BAG0104.9 06.17...
Gebruik op het veld – Menu werk 10.15 Functiegroep Comfort UF , UG, UX Special Omschakeling spuiten/spoelen Verdunnen van de spuitvloeistof Reinigen in-/uitschakelen Roerwerk automatisch/handmatig Hulproerwerk in-/uitschakelen Circulatiereiniging Spuiten in-/uitschakelen Vullen van de spuitvloeistoftank via Comfor-pakket, zie pagina 47. ISOBUS spuit BAG0104.9 06.17...
Gebruik op het veld – Menu werk Het comfort-pakken maakt schakelen van de zuigzijde mogelijk via de terminal Op afstand bedienbare instellingen: • Spuiten • Spoelen/verdunnen • Vullen via zuigkoppeling (alleen in menu vullen) Houd bij het uitvoeren van de functies van het comfortpakket ook de hand- leiding van de machine aan.
Gebruik op het veld – Menu werk 10.15.2 Reinigen van de spuit bij een gevulde tank (werkonderbreking) Zuigzijde op spoelen schake- len. → Spoelwater wordt aangezogen, de roerwer- ken sluiten. Machines zonder DUS: Spuiten inschakelen. → Spuitleidingen en sproeiers worden met spoelwater gereinigd.
Gebruik op het veld – Menu werk 10.15.3 Reinigen van de spuit bij een geleegde tank Reinigen: Voorwaarde vulpeil in de tank < 1% (bij voorkeur tank leeg). 1. Pomp met 450 min aandrijven. Reiniging starten. → Hoofd- en hulproerwerk worden gespoeld, reiniging binnenzijde tank ingeschakeld.
Gebruik op het veld – Menu werk 10.15.4 Automatische roerwerkuitschakeling • Roerwerk op automatische uitscha- keling.♣ → Het roerwerk schakelt bij onderschrijding van de tankinhoud van 5% uit. → Het roerwerk schakelt na het vullen automa- tisch weer in. (1) Aanwijzing automatische roerwerkuitscha- keling in werkmenu.
Gebruik op het veld – Menu werk 10.15.5 Circulatiereiniging Bij de circulatiereiniging wordt de vloeistof in de spuitvloeistoftank constant via de roerwerken en de inwendige reiniging gepompt. • Circulatiereiniging in-/uitschakelen. ISOBUS spuit BAG0104.9 06.17...
Gebruik op het veld – Menu werk 10.16 Functiegroep Fronttank 10.16.1 Fronttank met Flow Control Modus Automaat/hand Pompen naar voor in-/uitschakelen Pompen naar achteren in-/uitschakelen Pompen uitschakelen Weergave in het menu Werk: (1) Modus handbediening ingeschakeld (2) Modus automatisch ingeschakeld (3) Totaal niveau (UF+FT) (4) Pompen van FT in UF ingeschakeld (5) Pompen van UF in FT ingeschakeld...
Pagina 85
Gebruik op het veld – Menu werk Weergave in menu functiegroep fronttank: (1) Modus automatisch ingeschakeld (2) Modus handbediening ingeschakeld (3) Totaal niveau (UF+FT) (4) Pompen van FT in UF ingeschakeld (5) Pompen van UF in FT ingeschakeld Pompen naar voor en pompen naar achteren kunnen tegelijkertijd worden ingeschakeld.
Pagina 86
Gebruik op het veld – Menu werk Vullen De fronttank wordt gevuld via de veldspuit UF. Roep hiervoor het menu vullen op Pas voor het samen vullen van front- tank en veldspuit de meldgrens voor het niveau aan. Spuitvloeistof bijvullen Om overvullen van de fronttank te voorkomen, sluit het betreffende ventiel bij het bereiken van het nominale vo-...
Gebruik op het veld – Menu werk 10.17 Werkwijze bij het gebruik 1. Werkmenu op bedieningsterminal kiezen. 2. Profi-klappen: hydraulisch blok via tractor-regelenheid rood olie voorzien. 3. Klap de spuitbomen uit. 4. Stel de boomhoogte in en lijn de boom uit. 5.
Automatische afzonderlijke sproeierschakeling Automatische afzonderlijke sproeierschakeling Standaard sproeierbody Extra sproeierb. Extra sproeierb. Voer voor de inbedrijfstelling van de afzonderlijke sproeierschakeling: • Type sproeibody kiezen in het menu Setup. • eerst de gegevens in het gebruikersprofiel in. 11.1 Afzonderlijke sproeierschakeling in gebruik In hoofdmenu: Werkmenu kiezen.
Pagina 89
Automatische afzonderlijke sproeierschakeling Eindsproeiers schakelen links/rechts De eindsproeiers kunnen links en rechts separaat worden gescha- keld. Eindsproeiers ingeschakeld: Grenssproeiers schakelen links/rechts Extra sproeiers schakelen links/rechts De extra sproeiers en de grenssproeiers kunnen links en rechts af- zonderlijk worden geschakeld. Eindsproeier, extra sproeier ingeschakeld: Endspr.
Automatische afzonderlijke sproeierschakeling 11.2 AmaSwitch (optie) Elke sproeier kan via Section Control afzonderlijk worden in- en uit- geschakeld. 11.3 AmaSelect (optie) De boom is met 4-voudige sproeierbodies uitgevoerd. Deze worden via een elektromotor bediend. Zo kunnen willekeurige sproeiers worden uit- en ingeschakeld (afhan- kelijk van de Section Control).
Pagina 91
Automatische afzonderlijke sproeierschakeling Weergave sproeierbody in het menu Werk Sproeierbody met aanwijzing • de met kleur gemarkeerde sproeiers • de groot weergegeven actieve sproeier/sproeiercombinatie • de automatische sproeierschakeling Functies van AmaSelect Automatische of handmatige sproeierkeuze Automatische sproeierkeuze Bij het inschakelen van de automatische sproeierkeuze verschijnt in het werkmenu het symbool De automatische sproeierkeuze schakelt bij on-...
Pagina 92
Automatische afzonderlijke sproeierschakeling Sproeiers handmatig kiezen De sproeikeuze verandert bij iedere druk op de knop. ISOBUS spuit BAG0104.9 06.17...
Automatische afzonderlijke sproeierschakeling 11.4 Sproeierschakeling configureen Kies in het hoofdmenu gebruikersprofiel! → Configureer het menu sproeierschakeling Voer de volgende instellingen uit voor de sproei- erschakeling. Sproeierschakeling configureren • Schakelpunten optimaliseren Schakelpunten optimalisieren zie pagina 24 • Deelbreedteschakeling configureren Deelbreedteschakeling configureren •...
Pagina 94
Automatische afzonderlijke sproeierschakeling Deelbreedteschakeling configureren • Werkbreedte invoeren Deelbreedteschakeling configureren • Aantal deelbreedten bij automatische scha- keling invoeren. → Werkbreedte Het aantal deelbreedten wordt eventueel door de TaskController begrensd. → De kleinst mogelijke deelbreedte is 0,50m. TB-aantal bij automatische TB-schakeling →...
Pagina 95
Automatische afzonderlijke sproeierschakeling Standaard sproeierbody config. Standaard sproeierbody Iedere sproeier wordt met de ingestelde parame- configureren ters weergegeven. De pijl geeft de rijrichting aan. 1. Sproeier markeren. 2. Invoer bevestigen Uitrusting 3. Instellingen voor de sproeier uitvoeren. standaard sproeierbo- • Sproeiertype •...
Pagina 96
Automatische afzonderlijke sproeierschakeling 3. Instellingen voor de sproeier uitvoeren. Uitrusting extra sproeierbody • Sproeiertype • Sproeiergrootte • Randsproeiers ο Geen Spr.type ο Extra sproeier ο Grenssproeier Spr.grt Randspr. → Volgende sproeier → Vorige sproeier Handmatige sproeierkeuze configureren Kies de benodigde sproeiers of sproeiercombina- Handmatige sproeierkeuze ties.
Pagina 97
Automatische afzonderlijke sproeierschakeling Automatische sproeierkeuze configureren Sproeiers of sproeiercombinaties waartussen Automatische sproeierkeuze automatisch moet worden geschakeld. configureren Kies a.u.b., tussen welke sproeiers 1. Sproeier of sproeiercombinatie markeren. tijdens het werken automatisch moet Maximaal 2 sproeiers en een sproeiercombinatie worden omgeschakeld. kunnen worden gekozen.
Pagina 98
Automatische afzonderlijke sproeierschakeling • Berekende gegevens invoeren. Invoer omschakelpunten • --- Geen invoer nodig. Sproeier- Sproeier- P min P max keuze grootte [bar] [bar] Spuittabel voor de keuze van de sproeiers en drukbereiken Randbehandeling configureren • Invoer van de van buiten verminderde Randbehandeling werkbreedte bij eindsproeierschakeling.
Automatische afzonderlijke sproeierschakeling 11.5 Reinigen van de sproeierbodies AmaSelect Na ieder gebruik bij het reinigen van de sproeiers: Handmatige sproeierkeuze instellen. Per sproeier gedurende minimaal 5 seconden spoelen. Grenssproeiers aan beide zijden minimaal 5 seconden spoelen. Extra sproeiers minimaal 5 seconden spoelen. 11.6 Onderhoud sproeierbody AmaSelect Onderhoud van de sproeierbody is nodig om op...
- Auxiliary Control De machinecomputer ondersteunt de AUX-N-standaard. Daarom kunnen de functies van de machine aan een AUX-N conforme multi- functionele handgreep worden toegekend. Multifunctionele hendel AmaPilot+ en Fendt zijn standaard voorbezet. Indeling multifunctionele handgreep Fendt Spuiten in-/uitschakelen Spuitbomen optillen...
Multifunctionele greep AmaPilot/AmaPilot+ Multifunctionele greep AmaPilot/AmaPilot+ Via de AmaPilot en de AmaPilot+ kunnen alle functies van de machine worden uitgevoerd. • AmaPilot met vaste toetsindeling • AmaPilot+ is een AUX-N- bedieningselement met vrij instelbare toets- indeling (toetsindeling voorbezet als in...
Pagina 102
Multifunctionele greep AmaPilot/AmaPilot+ Bezetting AmaPilot Standaardniveau: Sectiebreedten links bijschakelen/uitschakelen Sectiebreedten rechts inschakelen/uitschakelen Spuiten in-/uitschakelen Strooihoeveelheid verminderen/verhogen Randsproeiers links/rechts Niveau 2: Zijarm links naar boven/beneden klappen Zijarm rechts naar boven/beneden klappen DistanceControl Boom spiegelen Boom optillen/neerlaten Hoek spuitbomen Niveau 3: Stangen links uitklappen/inklappen...
Pagina 103
Multifunctionele greep AmaPilot/AmaPilot+ Functies op alle niveaus: Pantera: achterwielbesturing naar links sturen Pantera: achterwielbesturing naar rechts sturen UX: as/dissel naar links sturen UX: as/dissel naar rechts sturen Pantera: Omschakeling 2 <-> 4-wielbesturing AutoTrail omschakeling auto- maat - handmatig ISOBUS spuit BAG0104.9 06.17...
De schakelkast AMACLICK wordt in combinatie met de • bedieningsterminal, • bedieningsterminal en multifunctiehandgreep voor de bediening van AMAZONE – veldspuiten gebruikt. Met de AMACLICK • kan iedere deelbreedte willekeurig worden in- of uitgeschakeld. • kan het verspreiden van spuitvloeistof worden in- en uitgescha- keld.
(3) Schakelaar spuiten aan /uit Over alle ingeschakelde deelbreedtes wordt spuitvloeistof uitge- bracht/er wordt geen spuitvloeistof uitgebracht. Voor het markeren van de niet bezette deelbreedteschakelaars kun- nen de kunststof kappen worden afgenomen. 14.2 Montage De AMACLICK op de uitsparing van de console op de multifunc- tiehandgreep schroeven of als alternatief onder handbereik in de trac- torcabine monteren.
Storing Storing 15.1 Weergave op de bedieningsterminal: Een melding wordt getoond als: • Aanwijzing Aanw. • Waarschuwing • F1200 Alarm Niveau-alarmgrens onderschreden Getoond wordt: • Het nummer van de storing • Een tekstmelding • Eventueel het symbool van het betreffende Bevestig a.u.b.
Pagina 107
• niveauverhouding tussen voor- en ach- F15008 Alarm Niveaumelder voor- of achtertank uit- gevallen tertank aanpassen • Niveausensoren en niveaucurven contro- (de automatische modus van de ni- veauregeling tussen voor- en ach- leren. tertank wordt beëindigd • Aansluiting van de hydrauliek computer F15009 Waarschu- Verbinding met de hydraulica jobcom-...
Pagina 108
Storing • Aansluiting van de veringscomputer en F15018 Waarschu- Veringscomputer zendt sinds minimaal wing 10 s geen statusmeldingen de computer zelf controleren • Wordt de softwareversie van de computer in setup getoond? • Softwareversie van de Hydac- veringscomputer op compatibiliteit van de basis- en hydraulica computer controle- ren.
Pagina 109
• Aansluiting van de fronttankcomputer en F15029 Waarschu- Computer fronttank zendt sinds mini- wing maal 14 s geen statusmeldingen de computer zelf controleren • Wordt de softwareversie van de computer in setup getoond? • Is de computer in de downloadmanager na het verbinden zichtbaar? •...
Pagina 110
Storing F15042 Alarm ISOBUS stop-knop ISB is niet meer bediend (bij AMATRON 3 = in-/uitschakelaar) • Aftakastoerental moet door TECU wor- F15043 Aanwijzing Geen signaal voor aftakastoerental op de ISOBUS den verzonden • Als alternatief in het menu machine- instelling een andere bron voor pomptoe- rental kiezen •...
Pagina 111
F15058 Aanwijzing Zonder comfortpakket: alarmmelding verschijnt 50 l voor het bereiken van het inge- stelde niveau. Met comfortpakket: alarmmelding ver- schijnt 10 l voor het bereiken van het ingestelde niveau. Uitzondering UX met roerdrukregeling: hier verschijnt eerst de melding 20 l. F15059 Aanwijzing Niveau in achtertank...
Storing • Task Controller controleren F15075 Aanwijzing De Task Controller heeft de Section Control uitgeschakeld • Sproeierbody en aansluitkabel controle- F15077 Waarschu- Sproeierbody zendt foutmelding of wing bereikt niet de gewenste positie • Verbindingskabel naar centrale eenheid F15078 Waarschu- Melding verschijnt, wanneer de basis- wing computer van de machine geen mel- controleren...
15.4 Uitval van het snelheidssignaal van ISO-Bus Als bron van het snelheidssignaal kan een gesi- Bron snelheid muleerde snelheid in het menu "Machinegege- configureren vens" worden ingevoerd. Dit maakt verder werken mogelijk zonder een Bron signaal voor de snelheid. Snelheid Hiervoor: 1.
Storing 15.5 Storingen hydraulische pompaandrijving Storing Oorzaak Oplossing Bij de bediening van een hydrau- De hydraulische olie van de trac- Na een paar minuten bedrijf is de lische functie aan de spuit of de tor is te koud. olie opgewarmd en blijft het toe- tractor neemt het pomptoerental rental constant.