AUTOGORDELS (3/10)
A
ß
Waarschuwingslampje autogor-
del bestuurder en, afhankelijk
van de auto, autogordel voorpassagier
Dit verschijnt op het centrale display A wan-
neer het voertuigcontact wordt ingeschakeld
terwijl de veiligheidsgordel van de bestuur-
der en/of de passagier voorin (als de passa-
giersstoel bezet is) niet is vastgemaakt.
Als er, afhankelijk van het voertuig. iemand
op de stoel zit en een van deze veiligheids-
gordels niet is vastgemaakt of wordt los-
gemaakt terwijl de auto harder dan circa
20 km/u rijdt, knippert het waarschuwings-
ß
lampje
en klinkt er gedurende circa
120 seconden een pieptoon.
Opmerking: een voorwerp op de zitting van
de passagiersstoel voor kan soms het waar-
schuwingslampje activeren, afhankelijk van
het voertuig.
1.71