STORINGEN
(5/7)
Tijdens het rijden
De motor wordt te warm. De koelvloei-
stoftemperatuurmeter staat in de geva-
renzone en het waarschuwingslampje
®
brandt.
De vloeistof in het expansievat borrelt.
De koelventilator van de motor begint te
draaien nadat het contact is uitgescha-
keld.
Radiateur: als er veel te weinig koelvloeistof is, mag deze niet worden bijgevuld met koude koelvloeistof wanneer de motor erg heet
is. Na elke reparatie waarbij het koelsysteem geheel of gedeeltelijk is afgetapt, moet dit met nieuwe koelvloeistof worden bijgevuld.
Gebruik hiervoor alleen door onze technische diensten goedgekeurde koelvloeistof.
5.46
MOGELIJKE OORZAKEN
Koelventilateur defect.
Koelvloeistoflekkage.
Mechanische storing: koppakking opge-
blazen.
Dit is meestal geen defect. De koelventi-
lator van de motor kan starten om de mo-
tortemperatuur te regelen. Dit kan enkele
minuten doorgaan nadat de motor is uit-
geschakeld.
De koelventilator van de motor draait
langer dan 10 minuten nadat de motor is
uitgeschakeld.
WAT TE DOEN
Stop de auto, stop de motor en roep de hulp in
van een merkdealer.
Controleer het koelvloeistofreservoir: er moet
vloeistof in zitten. Als het leeg is, raadpleeg dan
zo snel mogelijk een merkdealer.
Zet de motor stil.
Roep de hulp in van een merkdealer.
Raadpleeg een merkdealer.