ELEKTRISCHE AUTO:
A
Laadsnoer A
Deze kabel is specifiek voor uw auto en be-
stemd voor de verbinding met wandcontact-
dozen of publieke oplaadpunten voor stan-
daardopladen van de tractieaccu.
Gebruik bij voorkeur een laadsnoer
waarmee de tractiebatterij standaard
kan worden opgeladen.
Elke oplaadkabel wordt opgeborgen in
de bagageruimte van de auto ➥ 3.69.
opladen (3/13)
Laadsnoer B
Met dit laadsnoer kan de tractiebatterij:
– standaard laden via een laadcontact
(16 A) speciaal voor de auto;
– zo nu en dan opladen via een gewoon
stopcontact (8 A, opladen met 10 A), bij-
voorbeeld wanneer u onderweg bent.
De gebruikte stopcontacten moeten in elk
geval overeenkomstig de instructies in het
instructieboekje van het laadsnoer zijn ge-
ïnstalleerdB.
B
C
Raadpleeg voor de werking altijd aandach-
tig het instructieboekje van het laadsnoerB.
Zorg dat de contactdoos nooit aan het
snoer hangt. Gebruik de ruimtes C om
deze te bevestigen.
Indien tijdens het laden met de oplaad-
kabel een storing optreedt (het rode
waarschuwingslampje van de eenheid D
gaat branden), stop dan onmiddellijk met
opladen. Raadpleeg het instructieboekje
van het snoer.
B
D
1.11