STOP AND GO SNELHEIDSREGELAAR
Uitschakelen van de functie
De werking van de Stop and Go snelheids-
regelaar wordt onderbroken als u drukt op
de schakelaar 5.
Het controlelampje verdwijnt om te be-
vestigen dat de functie niet langer actief is.
Tijdelijk niet beschikbaar
De radar kan voertuigen detecteren die vóór
uw auto rijden. Het systeem werkt niet goed
als de radardetectiezone door iets wordt
bedekt of als het signaal wordt gestoord.
2.98
(8/14)
Als de radardetectiezone door iets wordt
bedekt of als het signaal wordt gestoord,
verschijnt het bericht "Radar voor geen
zicht" en wordt de Stop and Go snelheids-
regelaar onderbroken. Het groene controle-
lampje verdwijnt om te bevestigen dat
de functie automatisch is uitgeschakeld.
Zorg ervoor dat het radargebied niet wordt
geblokkeerd (door vuil, modder, sneeuw of
een slecht gemonteerde nummerplaat voor)
of wordt geraakt, gewijzigd (bijv. met auto-
lak) of afgedekt door accessoires aan de
voorzijde van het voertuig (bijv. op de grille
of het logo, enz.).
5
In bepaalde geografische omstandigheden
kan de functie worden gestoord, zoals:
– droge zones, tunnels, lange bruggen of
weinig gebruikte wegen zonder wegmar-
keringen, borden of bomen in de buurt;
– een militaire zone of een luchthaven.
Als u deze gebieden verlaat, zal de functie
weer werken.
Als het bericht niet verdwijnt nadat de motor
opnieuw wordt gestart, moet u altijd een
merkdealer raadplegen.
storingen
Als er een storing is in de werking van de
Stop and Go adaptieve snelheidsregelaar,
verschijnt het bericht "Controleer regelaar" op
het instrumentenpaneel en wordt de Stop
and Go adaptieve snelheidsregelaar uitge-
schakeld.
Als er een storing is in één of meer onderde-
len van het systeem, wordt de Stop and Go
snelheidsregelaar uitgeschakeld.
©
Het controlelampje
verschijnt samen
met, afhankelijk van de storing, een van de
volgende berichten:
– "Controleer camera voor";
– "Controleer radar voor";
– "Controleer camera/radar";
– "Controleer voertuig".
Ga naar een merkdealer.