STORINGEN
(2/7)
Gebruik van de kaart
De kaart kan geen portieren ont-
grendelen of vergrendelen.
MOGELIJKE OORZAKEN
Batterij van de card leeg.
Gebruik van apparaten die op dezelfde
frequentie als de card werken (mobiele te-
lefoon, enz.).
De auto bevindt zich in een sterk elektro-
magnetisch veld.
Accu van de auto ontladen.
De boodschap "Plaats de kaart in zone
+ START" verschijnt op het instrumenten-
paneel.
De motor van de auto is gestart.
Desynchronisatie van de kaart.
WAT TE DOEN
Vervang de batterij. U kunt nog steeds uw auto ver-
grendelen/ontgrendelen en starten ➥ 1.55 en ➥ 2.2
of ➥ 2.3.
Gebruik deze apparaten niet langer of gebruik de sleu-
tel ➥ 1.55.
Gebruik de sleutel die in de kaart is ingebouwd ➥ 1.55.
Plaats de card in de daarvoor bestemde positie ➥ 2.3
en druk vervolgens op de op START-toets.
Terwijl de motor draait, is het niet mogelijk om de auto
te ver-/ontgrendelen met de kaart. Zet het contact uit.
Ontgrendel het bestuurdersportier door de sleutel die
in de kaart zit, in het portierslot te steken; ➥ 1.55 plaats
de kaart in de daarvoor bestemde positie ➥ 2.3 en
druk op START om de kaart te synchroniseren.
5.43